Ambitieus is In Vlaamse Velden zeker, maar dit Eerste Wereldoorlogdrama heeft wel heel veel tijd nodig om echt op gang te komen. Gelukkig maken Wim Opbrouck en Barbara Sarafian een hoop goed.
Foto credits: VRT
Bij het uitkomen in 2014 was In Vlaamse Velden de duurste Belgische serie tot dan toe. De omvang van de serie was dan ook uitermate ambitieus. In Vlaamse Velden toonde een kijkje in het leven tijdens de Eerste Wereldoorlog, gezien vanuit een welgestelde doktersfamilie in Gent, van de allereerste opwinding tot de laatste snik.
Het is zeker een veelbelovend concept, maar de serie heeft wel veel tijd nodig om op gang te komen. Tijd die de serie zich eigenlijk niet kan permitteren. Het duurt zeker een paar afleveringen voor je je echt druk maakt om het wel en wee van de familie Boesman.
Over broer Vincent (Matthieu Sys), die staat te trappelen om het leger in te gaan en zijn vaderland te dienen. Over zijn iets jongere broer Guillaume (Wietse Tanghe), die duidelijk blij is dat hij nog te jong is voor dienstplicht. Hij heeft wel wat beters te doen dan afgeknald worden. Over moeder Virginie (Barbara Sarafian, Rundskop , Aanrijding in Moscou), die voornamelijk trots is op haar oudste zoon, maar ook een beetje ongerust. Want wat als de Duitsers – die via België Frankrijk in willen trekken – toch overwinnen? En over vader Philippe (Wim Opbrouck, Boven is het Stil, Salamander), die er zeker van is dat het allemaal wel los zal lopen met die Duitsers, maar toch voor de zekerheid bij de bank al zijn bankbiljetten in zilver probeert om te wisselen.
De serie zelf lijkt al zijn geld vooral te zetten op Marie (de eerste grote rol voor Lize Feryn, Een echte Vermeer), de dochter des huizes met het uiterlijk van een engel en de stem van een nachtegaal, die dolgraag dokter wil worden, iets wat in 1914 nog niet zo vanzelfsprekend is. Wanneer ze niet droomt over een carrière in medicijnen, gedraagt ze zich in de eerste afleveringen vooral als een bakvis, die er een nogal romantisch idee van oorlog (ze huppelt nog net niet door de straten) en een nogal achteloze houding ten opzichte van de levens van anderen op nahoudt.
Zo ontmoeten we in de première Hildegard, een oude schoolkameraad van Marie en de dochter van een Duitse tavernehouder. Al snel keren de Gentenaren zich tegen de immer vriendelijke man en zijn familie, dezelfde Gentenaren die een week eerder nog zonder problemen een drankje bij ze nuttigden. Marie probeert Hildegard te helpen, om vervolgens - na de eerste doden aan het front - in een vlaag van woede hun onderduikadres te verraden. Achteraf komt ze wel een bloemetje leggen in het afgebrande huis waar iedereen is omgekomen. Dus dan is het goed.
Marie is naïef op het irritante af, een karaktertrek die in de familie lijkt te zitten. Marie en haar moeder zijn namelijk net veilig in neutraal Nederland aangekomen, wanneer ze besluiten toch weer terug naar Gent te gaan. De Duitsers hebben Gent dan wel bezet, maar als papa zegt dat het veilig is, zal dat wel zo zijn.
Je kan van ze zeggen wat je wil, maar vanaf het moment van aankomst van de Duitse soldaten worden zowel de serie als de familie een stuk interessanter. Een Duitse officier (Jobst Schnibbe) neemt ongevraagd zijn intrek in huize Boesman, vergezeld door zijn onderofficier Hans-Peter (Sven Mattke), een botte militair die Marie bij hun eerste ontmoeting ‘een geit’ noemt, maar wel heel mooi kan pianospelen (dus dan weet je het wel).
Philippe toont zich een geboren collaborateur. Hij zoekt immer de weg van de minste weerstand, zelfs wanneer dit betekent dat de Duitsers zijn complete wijnkelder leegroven (zijn zeldzame wijnen lijken hem ook meer bezig te houden dan het lot van zijn zoons aan het front – ook Guillaume moest uiteindelijk in dienst). Moeder Virginie ontpopt zich juist tot het familielid met een echte ruggengraat, en laat zich niet intimideren door de zich superieur voelende infiltranten in háár huis.
En dan is er Marie. Haar personage doet een beetje denken aan – de echt bestaande - Vera Brittain uit Testament of Youth. Ook iemand die tijdens de Eerste Wereldoorlog machteloos moet toezien hoe haar naasten en geliefden vertrekken om te vechten, en dan besluit om als verpleegster aan het front haar steentje bij te dragen. Beide vrouwen houden zelfs een dagboek bij (en beide, dus ook de fictieve van Marie, zijn in boekvorm uitgebracht).
Maries verhaal wordt dramatischer naarmate de serie vordert, maar vooral de eerste paar afleveringen voel je je een beetje als Guillaume in één van de allereerste scènes in de première. Marie vermaakt de gasten thuis met haar prachtige zang. Iedereen heeft alleen oog en oor voor haar, behalve broer Guillaume. Die vindt bij de dienstmeid beter vertier.
In Vlaamse Velden S01, vanaf 20 april 2020 op Netflix