De tv-film Suzy Q (1999) betekende voor een groot aantal beginnende filmmakers hun doorbraak. Een terugblik, met onder anderen regisseur Martin Koolhoven en hoofdrolspeelster Carice van Houten.
Martin Koolhoven, regisseur ‘Suzy Q was oorspronkelijk een toneelstuk.’
Emjay Rechsteiner, producent ‘Scenarioschrijfster Frouke Fokkema had een toneeltekst geschreven en benaderde mij om er een speelfilm van te maken. Het was een buitengemeen interessant en alternatief verhaal over de achterkant van de jaren 60, over een meisje in een disfunctioneel gezin dat superster Mick Jagger ontmoet. We ontwikkelden een scenario en ik ging in gesprek met een aantal regisseurs. Het waren generatiegenoten van Frouke, maar ik had liever iemand die – vanuit de jaren 90 – een contrasterende visie op de sixties neer kon leggen.’
Koolhoven ‘Emjay gaf gastlessen op de Amsterdamse filmacademie, waar ik studeerde. Tijdens de vertoning van mijn derdejaarsfilm Koekoek!, die mijn naam een beetje deed gonzen in de filmwereld, was hij aanwezig geweest. Nadat ik het script had gelezen waarvoor hij me had gevraagd, vond ik het nog heel erg een toneelstuk. Suzy Q zou mijn eerste film van speelfilmlengte worden. Mag ik het herschrijven, vroeg ik. Dat was goed. Toen heb ik van het personage Suzy de rode draad gemaakt in het verhaal.’
Rechsteiner ‘Ik zocht naar financiering, maar het Filmfonds wilde niet bijdragen. Ook stuitten we op het probleem van de muziekrechten. The Rolling Stones, Nancy Sinatra en Jimi Hendrix waren de film ingeslopen, maar ze maakten het project onbetaalbaar. De rechten afkopen zou tonnen kosten. Onze pogingen om de film voor de bioscoop te maken, strandden.’
Koolhoven ‘Toen het de kant op ging van een Telefilm (Nederlandse speelfilm speciaal gemaakt voor de publieke omroep, sinds 1999, red.) in samenwerking met de VPRO, dacht ik: wat fijn, dan kan ik al die muziek wél gebruiken! De omroepen hebben een gezamenlijke deal met rechtenorganisatie Buma/Stemra, waardoor ze niet over elk liedje afzonderlijk hoeven te onderhandelen. Alleen realiseerde ik me niet dat het inhield dat Suzy Q nooit in de bioscoop en ook niet op dvd zou kunnen verschijnen.’
Rechsteiner ‘Martin en ik hebben de kans met beide handen aangegrepen, in het volle besef van alle beperkingen. En toen zijn we gaan casten.’
Koolhoven ‘De casting director, Job Gosschalk, zei meteen: “Je moet Carice van Houten nemen.” Zij zat op de kleinkunstacademie. Ik ben naar een voorstelling gaan kijken die ze met Alex Klaasen speelde en die was heel goed. Alleen: ze was hartstikke oud! 22 of zo.’
Rechsteiner ‘Ik had Job uitdrukkelijk de opdracht gegeven om voor de hoofdrol van Suzy een meisje van 16 jaar te zoeken. Iemand tussen servet en tafellaken, die de wereld aan het ontdekken is, maar ook haar moeder nog nodig heeft. We hebben zo ongelooflijk veel meisjes gezien. Maar alle 16-jarigen die langskwamen op de audities gedroegen zich als 20. Het werd een heel langdurig proces.’
Koolhoven ‘Uiteindelijk heeft Job, zonder dat hij mij dat had gevraagd had, Carice uitgenodigd. Waarschijnlijk met de instructie: doe iets aan waardoor je er jong uitziet.’
Carice van Houten, hoofdrolspeelster ‘Ik deed auditie omdat film iets heel exotisch was. Bij ons op school ging het om theater. De auditie vond plaats in Il Fiore, een Italiaans restaurantje in de Jordaan in Amsterdam, dat overdag niet open was. Wat ik moest doen, kan ik me niet goed meer herinneren, maar wel dat het klikte met Martin. Ik voelde dat hij iets in mij zag.’
Koolhoven ‘Ik wilde niet dat die screentest ophield. Zij was zo ontzettend goed. Ik liet haar zelfs dingen doen die niet in het scenario stonden. De dialogen uit de film had ze laten klinken alsof ze ze ter plekke bedacht – terwijl die behoorlijk pittig waren, en niet per se naturel. Ik zei meteen: “Zij moet het worden.” Nee, haar ontdekker ben ik niet, dat is casting director Hans Kemna. Die had haar al in een café gezien.’
Rechsteiner ‘Waarom ik in zee durfde te gaan met zoveel onervaren mensen? Bij een andere film was me dat minder bevallen, ja. De crew bestond voor een groot deel uit mensen die samen met Martin waren afgestudeerd. Je had cameraman Menno Westendorp, editor Job ter Burg, Maartje Wevers van de kostuums, geluidsontwerper Herman Pieëte. Carice zat nog op de kleinkunst. Ook voor Michiel Huisman (die een van Suzy’s twee broers speelt, red.) was het zijn eerste lange film. Maar al mijn huiveringen werden weggenomen door de enorme vaste hand van Martin.’
Koolhoven ‘Ik was geobsedeerd door het vormgeven van inhoud. De gestileerde veruiterlijking daarvan wilde ik in het hele production design zien terugkomen: zowel in de kleding als op de muren. We kregen een studio tot onze beschikking waar we het huis van Suzy’s gezin konden bouwen. Op die manier kreeg elke kamer zijn eigen uitstraling.’
Harry Ammerlaan, productieontwerper ‘Wat Suzy Q typeerde, was dat het een van de eerste films was die teruggingen naar de jaren 60. Daarnaast heerste het gevoel dat we verder mochten gaan dan de realistische sfeer van sixties-behangetjes. Er was de vrijheid om te zoeken naar iets theatralers. In de kleding zie je dat terug in het hartje op de jurk van Carice, dat met haar stemming van kleur verandert.’
Koolhoven ‘Iedereen heeft het steeds over dat hartje, maar ik doe dat altíjd. In Knetter bijvoorbeeld, maar ook Brimstone zit vol met dat soort dingen. In Suzy Q zie je pas voor de eerste keer de kleur rood wanneer Suzy bij Mick Jagger op zijn hotelkamer komt. Ik wilde dat je als kijker het gevoel krijgt dat zij iets mist in haar leven. Buiten is het hartje blauw, als ze binnenloopt, is het rood.’
Van Houten ‘Martin filmde niet op een traditionele manier, maar heel technisch: met vreemde camerastandpunten, kikvorsachtige perspectieven en rare hoeken. Daardoor stond ik vaak tegen de camera aan te spelen, staand op een kruisje dat op de grond was geplakt. Emotionele scènes spelen op een sticker: alles was nieuw voor mij.’
Koolhoven ‘Die stijl heb ik zo bedacht. Waarschijnlijk omdat ik net begon en graag indruk wilde maken, maar vooral om het gevoel te versterken dat die personages langs elkaar heen leven en niet met elkaar kunnen communiceren. Door niet het conventionele te zien, denkt de toeschouwer: hier klopt iets niet. Dat was voor de acteurs niet altijd makkelijk. Als we met een groothoeklens bovenop Carice zaten, blokkeerden we haar zicht op bijvoorbeeld Jack Wouterse (Suzy’s vader, red.) die achter de camera zijn tegentekst stond te doen. “Speel maar tegen dat rode puntje op de lens,” zei ik dan. Lastig, maar het maakte het spel intenser. Uiteindelijk heeft het de acteurs geholpen: de meeste prijzen die de film heeft gewonnen, zijn naar hen gegaan.’
Van Houten ‘Een scène die ik heel lastig vond, is die waarin ik de schildpad moet kussen. Die heeft ons een halve draaidag gekost. Ik was bang, maar Martin pakte het therapeutisch aan. Hij overtuigde me ervan dat het moest gebeuren, en daarna zei hij: “Nu gaan we eerst gewoon het schildje aanraken.”’
Koolhoven ‘Die schildpad gaat eraan, dus leek het me goed als je eerder hebt gezien dat Suzy een band heeft met dat beest. Carice vond het dood- en doodeng. “Als het nou een hond was, dan vond ik het leuk,” zei ze. Vlak voor het draaien kwam Linda van Dyck aanrennen (Suzy’s moeder, red.): “Denk dan dat het een hondje is!” Dat riep ik dus ook naar Carice toen ze, jaren later, naast een enorme olifant moest staan in Knetter.’
Rechsteiner ‘Voor de rol van Mick Jagger waren we gestuit op het neefje van de zanger, Demetri Jagger. Dezelfde gezichtsvorm, dikke lippen, grote mond, maar minder doorleefd en enkele decennia jonger. We waren er contractueel uit, de draaidag was geprikt, alles. Alleen: Demetri had die scène nog even aan zijn oom laten lezen. Wat zich erin afspeelt, is dat ome Mick het een en ander uithaalt met een meisje van 16. Je kunt zelf wel verzinnen hoe hij reageerde, want opeens zag Demetri er toch maar vanaf – in mijn herinnering drie of vier dagen voor de opname.’’
Koolhoven ‘Ha, dat verhaal met Jagger wordt met het jaar spectaculairder. Hoe dan ook, uiteindelijk hebben we gekozen voor Andy Bird, het toenmalige vriendje van Madonna. Die had de juiste attitude. Met een pruik hebben we geprobeerd hem een beetje te laten lijken. Daar was hij niet van gecharmeerd – misschien wilde hij daarom als “Andrew Richard” op de aftiteling. Ik herinner me van die gast vooral dat hij de hele tijd zei dat hij het niet wilde hebben over Madonna, maar ondertussen niet over haar kon ophouden. Ze zou kort na de draaiperiode jarig zijn, en hij bleef maar vragen: “Wat geef je iemand die alles al heeft?”’
Job ter Burg, editor ‘Suzy Q was de eerste film waarbij ik al ging monteren terwijl Martin nog aan het draaien was. We hebben zo’n beetje alles samen gedaan sinds ons tweede jaar op de filmacademie. Hij schreef aan het eind van elke dag op wat hij gedaan had, wat hij goed vond en waarnaar ik moest kijken. Ongeveer een week na het draaien had ik een versie af – extreem lang, tegen de twee uur aan, omdat ik lastige beslissingen had uitgesteld. Toen kwam hij erbij. We raakten behoorlijk enthousiast, maar worstelden ermee dat het nogal lang duurde voor de film op gang kwam. Die scène waarin Roeland Fernhout (de andere broer van Suzy, red.) met buurmeisje Ricky Koole naar de bioscoop gaat, en er een schermutseling ontstaat met Cees Geel. Die hebben we naar voren gehaald. Op een gegeven moment hadden we zoveel geschoven, dat we het overzicht kwijt waren. Ik zei: “Geef me drie dagen om boel op orde te krijgen.” Na die periode keerde Martin weer fris terug en konden we verder.’
Rechsteiner ‘Er is op alle vlakken ongelooflijk zorgvuldig en precies gewerkt. Gisteren nog kwam ik correspondentie tegen van Jan Cremer. Suzy neemt op een gegeven moment zijn boek Ik Jan Cremer mee naar het balkon om er een passage uit voor te lezen. De schrijver was van tevoren ingelicht: we hebben voor dit stukje gekozen, is dat goed? Waarop hij antwoordde: waarom juist dat stukje? In de brief die ik terugvond, legt Cremer mijn productiecoördinator precies uit hoe die passage moest worden voorgelezen. Als je dat soort kleinoodjes vindt in je archief, besef je weer met hoeveel liefde er aan die film gewerkt is.’
Koolhoven ‘Suzy Q is de film die mij naar de eredivisie van Nederland katapulteerde. Vanaf toen werd ik serieus genomen.’
Van Houten ‘Ik kreeg een Gouden Kalf. Daar snapte ik geen reet van. Mijn vrienden hadden een surpriseparty voor me georganiseerd. Ik had koorts, dus ik ben vroeg naar bed gegaan, maar ’s ochtends zag ik dat Kalf weer op de schoorsteenmantel staan. Ik dacht: hé, mijn leven is nog precies hetzelfde. Misschien koesterde ik de kinderlijke droom dat ik gelukkig zou worden als ik maar een prijs won. Ik was een zoekend meisje, voelde me vaak eenzaam. Ik was vrij ongelukkig. Toch voelde ik me heel erg op mijn plek op die set. Nu weet ik dat daar voor mij het geluk ligt, als ik aan het werk ben, een goede scène heb gespeeld met leuke collega’s. Of ik meer aanbiedingen kreeg na Suzy Q? De film werd wel opgepakt, ja. Op een bepaalde manier was het mijn doorbraak.’
Rechsteiner ‘Suzy Q is een mijlpaal in de carrière van iedereen die eraan gewerkt heeft. Een film waarbij ineens alles klopte, als bij een duur Zwitsers horloge. Een Gesamtkunstwerk.’