House of the Dragon duikt diep de stamboom van de Targaryens in. Gelukkig is ook daarover genoeg sappigs te vertellen.
Foto credits: Ollie Upton / HBO
De makers van House of the Dragon stond een lastige klus te wachten. Want hoe treed je in de voetsporen van een culturele kolos zoals Game of Thrones ? Hoe lift je mee op het enorme succes van de eerste seizoenen, zonder in de valkuilen van de laatste te trappen?
Wat dat betreft was een prequel misschien ook wel de enige juiste keuze. Een duik terug in de geschiedenis, naar een periode waarin de woorden ‘Winter is coming’ nog weinig betekenis hebben, behalve in de profetische nachtmerries van een enkele ziener.
House of the Dragon speelt zich een kleine 200 jaar eerder af. Om precies te zijn: 172 jaar voor de geboorte van Daenerys Targaryen (Emilia Clarke). De drakenrijdende Targaryens zitten dan nog aan het toppunt van hun macht. De eerste scheurtjes worden pas zichtbaar wanneer Viserys (Paddy Considine, The Outsider ) de ijzeren troon bestijgt en een mannelijke erfgenaam uitblijft. Zijn 14-jarige dochter, Rhaenyra (Milly Alcock) telt – uiteraard – niet mee. Zij mag de glazen van de heren vullen tijdens hun beraadslagingen.
Dus is vooralsnog Viserys’ jongere broer Daemon (Matt Smith, Doctor Who , The Crown ) de gedoodverfde opvolger. Een vooruitzicht dat vooral Viserys’ trouwste adviseur, Otto Hightower (Rhys Ifans, Temple , Notting Hill ), ernstig zorgen baart. Daemon is charismatisch, maar ook een ongeleid projectiel, met een ook wel iets meer dan bovenmatige interesse in zijn minderjarige nichtje.
De personages zijn in de eerste paar afleveringen van House of the Dragon verrassend gelaagd. Hier vind je vooralsnog geen eendimensionale schurken à la Ramsay (Iwan Rheon) of Joffrey (Jack Gleeson) en zelfs de meest sympathieke hoofdrolspelers, zoals Rhaenyra en beste vriendin Alicent (Emily Carey), komen niet zonder gebreken. Koning Viserys is, voor een Targaryen, een uitermate stabiele en gematigde heerser, die zijn dochter niet eens dwingt te trouwen met de hoogste bieder of een nabij familielid (of een combinatie van beiden). Toch moet hij machteloos toezien hoe zijn beste bedoelingen vaak meer kwaad doen dan goed. Daemon toont van zijn kant dat hij wel degelijk ook over broederlijke gevoelens beschikt, althans, wanneer hij niet bezig is met het publiekelijk castreren van verkrachters.
Iedereen handelt uit eigenbelang, maar gaat er nog niet voor over lijken. Dat gebeurt pas vanaf aflevering vijf. Het duurde ook tot aflevering zes voordat ik me aan Alicent (dan gespeeld door Olivia Cooke, Bates Motel ) en nobele ridder Ser Criston (Fabien Frankel) begon te ergeren. Showrunner Ryan J. Condal en schrijver George R.R. Martin lijken ook wel het nodige te hebben geleerd van Game of Thrones , waarin bijna geen enkel vrouwelijk personage gespaard bleef van een (poging tot) verkrachting of een gruwelijke dood.
Onze nieuwsbrief ontvangen? Iedere vrijdag de nieuwste series en films in je inbox! Meld je hier aan.
House of the Dragon is meer episodisch dan Game of Thrones. Fire & Blood , het boek waar de serie op gebaseerd is, leest ook meer als een sappig stukje geschiedschrijving dan als een roman. De ene keer is er tussen twee afleveringen zes maanden verstreken, de volgende keer drie jaar. In aflevering zes zijn we opeens zelfs tien jaar verder. Op die manier vangt de serie ook heel goed de wisselende getijden in relaties, vooral die tussen Rhaenyra (vanaf aflevering zes gespeeld door Emma D’Arcy, Truth Seekers ) en Alicent. En het laat zien hoe zelfs oppermachtige dynastieën ten onder kunnen gaan. Niet door een grote, cataclysmische daad van verraad, maar door een opeenvolging van kleine misnoegens en miscommunicaties.
Rhaenyra voorspelde het al aan het begin: de enigen die het Huis van de Draak ten val kunnen brengen, zijn zij zelf.
House of the Dragon S01, vanaf 22 augustus 2022 op HBO Max