Bewonderaars van regisseur Jeremy Saulnier (Blue Ruin, Green Room) kunnen hier echt niet omheen.
In het bevroren landschap van Alaska, ver van de bewoonde wereld, kun je nog weleens stuiten op een roedel wolven. Medora Slone (Riley Keough uit Logan Lukcy ) roept op een dag de hulp in van Russell Core (Jeffrey Wright uit Westworld ): haar zoontje is door wolven ontvoerd. De spoorzoeker moet nagaan of de arme jongen nog leeft, en waar hij zich bevindt. Wie de eerste akte van Hold the Dark gadeslaat (wat moet je wel en niet geloven), zal misschien denken aan een passage uit het Nieuwe Testament: ‘Maar wacht u van de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven.’
De omineuze muziek voorspelt dat ze er zijn, de wolven in schaapskledij, maar het wie is nog in het ongewis. Hoewel: als je goed luistert naar de duivelse profetieën van de dorpelingen (het verhaal speelt zich af in een Inuit-gemeenschap) dan ontwaar je enkele aanwijzingen; hints die Core vanaf het prille begin van zijn zoektocht echter in de wind slaat. Een scène aan het begin van de film spreekt boekdelen: een bizon verspert de weg; het beest lijkt daarmee te signaleren: draai om, en maak dat je wegkomt. Ondertussen laat regisseur Jeremy Saulnier (Blue Ruin, Green Room) geen kans onbenut om de ongerepte natuur te tonen; de ambiguïteit van moeder natuur die geeft en neemt.
Later wordt er geschakeld naar Slone’s echtgenoot Vernon (Alexander Skarsgård uit Generation Kill ) op een missie in Irak – tijdens de tweede slag om Fallujah, in 2004, zo blijkt uit televisiebeelden. De militair is een machine, een koelbloedig monster. Dat zijn terugkeer naar de kilte van Alaska – waar hij de verdwijning van zijn zoon verneemt – gepaard gaat met een geweldsexplosie van bijbelse proporties, lijkt binnen die oorlogscontext vrij logisch. Sowieso heeft regisseur Saulnier van groteske razernij – zijn films zijn naargeestig en bruut – zijn handelsmerk gemaakt. Ditmaal liet hij het scenario echter over aan zijn jeugdvriend Macon Blair, die ook zelf een rol speelt.
Blairs scenario is ijzig, stroperig en lethargisch. Maar ook spannend en gruwelijk. Het wachten op de apotheose is niettemin een beproeving. Dat is gedurfd - laat de kijker maar eens de strijd aangaan met zijn geduld - maar óók de achilleshiel van de film. Dat de makers de perikelen situeren in Alaska, waar het contrast tussen mens en dier bijzonder zichtbaar is (zie ook Wind River uit 2017), is daarentegen een goede keuze: de Amerikaanse staat is al sinds jaar en dag een toevluchtsoord voor gelukszoekers en kwaadwillende lieden; daar kan je je onttrekken aan de kluwen van de autoriteiten en in relatieve vrijheid leven.
Die levenswijze heeft natuurlijk ook implicaties voor de personages, die nauw met hun sneeuwrijke leefwereld zijn verweven. Het is echter zonde om hier verder uit te weiden of over de plot. Hold the Dark laat zich omschrijven als een gruwelijke thriller met mystieke elementen. Dat moet voldoende zijn. En hoewel het niet Saulniers beste werk is (dat blijft Blue Ruin, de naargeestige achtbaanrit waarmee hij in 2013 doorbrak) kunnen bewonderaars van de Amerikaan echt niet om zijn nieuwste speelfilm heen.