De verrassing van het jaar: Gösta, een kleine Zweedse serie over grote universele thema’s. En: we spraken de hoofdrolspeler, Vilhelm Blomgren!
Hoe bestáát het dat we niet eerder van de Zweedse serie Gösta (regie: Lukas Moodysson) gehoord hebben? Want het briljante Gösta is alweer uit 2019 en zéér van deze tijd. De serie kan qua thematiek gezien worden als evenknie van Rutger Bregmans De meeste mensen deugen, de pamflettistische bestseller waarin hij betoogt dat de mens in wezen goed is. Net als Bregman lijkt Moodysson (Tillsammans, Fucking Åmål) te willen zeggen dat de aangeboren goedheid van de mens tegenwoordig een ondergeschoven feit is en juist hetgene zou moeten zijn waarop we ons moeten richten. De serie is een pleidooi voor optimisme, kortom. The power of good . Maar Gösta toont vooral ook – Moodysson modelleerde Gösta losjes naar Dostojevski’s De idioot – hoe goedheid vreselijk botst met de rest van de wereld.
Gösta gaat over de net afgestudeerde kinderpsycholoog Gösta, een doodgewone, beetje alternatieve jongen die een baan krijgt in Småland, een bosrijke regio in Zuid-Zweden. Gösta (geweldig knap neergezet door Vilhelm Blomgren) vertegenwoordigt de goedheid zelve want hij wil (en kan) niets anders dan mensen helpen. Doet dat in de eerste aflevering nog een tikje ongeloofwaardig aan (hoe kan iemand zó goed zijn dat hij naast zijn job als kinderpsycholoog elke dag boodschappen doet voor een oud vrouwtje dat hij niet persoonlijk kent, een Syrische vluchteling in huis opvangt en een zwerver die zijn fiets probeert te jatten achterop naar huis brengt), maar in de daaropvolgende afleveringen begint zich heel voorzichtig een beeld af te tekenen van hoe Gösta zo geworden is.
Want al snel klopt zijn losgeslagen vader Thomas – door zijn zoveelste vriendin uit huis geflikkerd – bij hem aan in Småland, met achterin zijn Volvo zijn volledige huisraad in drie kartonnen dozen. En later voegt ook zijn moeder, een dominante, uiterst onaangename kunstenares, zich bij hem in het boshuisje dat hij betrokken heeft. Gösta kan geen nee zeggen, zoveel is duidelijk, óók niet tegen zijn manipulatieve vriendin Melissa, de mislukte singersongwriter Jonas, de labradoodle van formaat pony die zijn vader zonder enig overleg aanschaft of tegen de collega die zich Fatal attraction-achtig aan hem opdringt en hem op de koop toe beticht van seksuele intimidatie.
Langzaam loopt de spanning in het intussen drukbevolkte huisje op – met name bij Gösta zelf, die zich begripvol inhoudt, iedereen mentaal en fysiek bijstaat, kookt en poetst terwijl de rest schreeuwt, jankt, tiert en jammert. De even hilarische als schokkend pijnlijke scènes in het boshuisje worden afgewisseld met scènes in de psychologenpraktijk, waar Gösta zijn patiëntjes behandelt. Want als Gösta iets kraakhelder laat zien, is het dat we allemaal door onze ouders getekend zijn; Gösta zelf, maar zeker ook de kinderen die hij behandelt. Uiteindelijk gaat de serie over menselijk onvermogen, van het goed willen doen als ouders, maar het niet kunnen. Neem de scène waarin Gösta en zijn vader in de auto zitten op weg naar het festivalterrein waar Gösta ooit verwekt is (‘Hier, kijk precies híer ben jij gemaakt. Het begon zo mooi, maar ze werd een monster.’).
Thomas: ‘Welke chips vind jij lekker, Gösta?’
Gösta: ‘Ik hou van lichtgezouten chips.’
Pa: ‘Dat liet zich raden.’
Gösta: ‘Hoezo?’
Pa (geërgerd): ‘Je bent gematigd, je bent halfvolle melk. Alles moet precies kloppen; niet te warm, niet te koud. Geen kruiden, alleen een snufje zout. Alles altijd maar met mate.’
Gösta: ‘Als je me vergelijkt met chips misschien…’ (Het blijft even stil).
Pa (opgeruimd): ‘Geintje, je bent precies goed zoals je bent, je bent raar. Veganistische melk gemaakt van vlees.’
Of het advies dat Gösta van zijn moeder krijgt terwijl hij haar een beetje beschaamd helpt bij het maken van idiote zelfportretten in het bos: ‘Iedereen is pervers, Gösta.’ Zijn moeder zit naakt, wijdbeens op een stoel. ‘Als ik je wat moederlijk advies mag geven: doe je toch niet steeds beter voor dan de rest. Je bent net zo vies en vuil als iedereen. Geef het maar toe. Je hoeft niet zo aardig en perfect te zijn.’
Onze nieuwsbrief ontvangen? Iedere vrijdag de nieuwste series en films in je inbox! Meld je hier aan.
De dichter Philip Larkin zei het al: ‘They fuck you up, your mum and dad. They may not mean to, but they do.’ Met Gösta vertelt Lukas Moodysson een klein verhaal, maar tegelijkertijd roert hij grote, universele thema’s aan. Zelden zagen we zo’n ontluisterende, onvoorspelbare en hartverwarmende serie.
Ik heb nog nooit zoiets gezien als ‘Gösta’. Ik lag dubbel om dingen waar ik me diep voor schaamde. Dat is Lukas’ expertise. Het combineren van lichte en zwarte humor. Maar ook het subliem neerzetten van het gewone leven, met zijn problematische sociale structuren, is iets dat hij in al zijn werk doet.
Lukas Moodysson zei in een interview dat het moeilijk was om een zachtaardige acteur te vinden die de even zachtaardige Gösta zou kunnen spelen. Hij veranderde de hoofdrol bijna in een vrouw omdat ‘die dichter bij hun gevoel staan’. Wat vind jij daarvan? Een vrouwelijke Gösta was net zo goed geweest, denk ik, maar ik ben heel blij dat hij mij vond voor die tijd!
Moodysson koos dus voor jou. Herken je dingen van Gösta in jezelf? Jazeker. En dat zeg ik met een mix van trots en angst. Toen ik het script las, leek het soms alsof het over mezelf ging. Ik probeer open in het leven te staan, en waar ik kan te helpen. Maar in vergelijking met Gösta voelt het hypocriet om dit te zeggen want hij helpt mensen écht.
Kan je iets vertellen over de audities? Ik deed zeven audities in verschillende opstellingen. Vooral de relatie die Gösta met Melissa heeft, wilde Lukas goed krijgen. Het castingproces was intensief. Een deel bestond uit een rollenspel, waarbij we naar Gösta’s huisje gingen en met de hele cast 24 uur doorbrachten in de rol van ons karakter. Het creërde een enorme band. Soms improviseerden we drie uur achter elkaar, loodzwaar. De dialogen in Gösta zijn uiteindelijk voor 70% geïmproviseerd – daarom is ons spel ook zo natuurlijk.
Moodysson vindt het creëren van een aardig hoofdpersonage moeilijker dan dat van een klootzak. Geldt dit wat jou betreft ook voor acteren? Het spelen van een echt slecht persoon is een grotere uitdaging, vind ik. In Gösta’s geval was het vooral moeilijk om me te verhouden tot alle idioten om hem heen en ondertussen zelf normaal te blijven. Dat gezegd hebbende: Gösta zelf is ook nogal extreem…
Hoe zou jij de jeugd van Gösta beschrijven? Via Thomas, zijn vader, krijg je een glimp van hoe die geweest moet zijn. Bijvoorbeeld wanneer hij een foto vindt van de 10-jarige Gösta die de afwas staat te doen en hij zegt: ‘Precies zo herinner ik me jou. Altijd aan het poetsen, altijd alles aan het organiseren.’ Ik denk dat Gösta op jonge leeftijd al een verantwoordelijkere rol had dan eigenlijk had gemoeten.
Gösta, vanaf 15 juli 2021 in zijn geheel op NPO Plus, en vanaf 19 juli dagelijks op NPO 3 en NPO Start. Lees ook onze recensie.