De acteur streeft naar een mooiere wereld. ‘Het is heel belangrijk dat we soms een paar minuten uittrekken voor een ander.’
Voor ‘tweevoudig kampioen acteren’, zoals Frank Lammers zichzelf noemde toen hij onlangs voor de tweede keer de Televizier-Ring acteren in ontvangst nam, is zijn rol in de nieuwe VPRO-familieserie Hein een kleintje. Zeker in vergelijking met Ferry, het tweede filmvervolg over het leven van Undercover-schurk Ferry Bouman die half december in première gaat en waarvoor het publiciteitscircus straks weer in volle hevigheid zal losbarsten. En dan staat ook zijn optreden als de kerstman in Ziggodome weer op stapel en is hij momenteel nog druk met The Streamers, de gelegenheidsformatie waarvan hij manager is. Lammers is, al best een tijd ‘all over the place’. Toch: als er een acteur benaderbaar is in Nederland dan is hij het wel dat weet inmiddels ook de zwerver die een paar weken geleden zijn hoofd even te rusten legde op de schouder van de acteur. Lammers vertelde over ‘de ontmoeting’ omdat hij een voorbeeld gaf van onze (ook zijn eigen) verslaving aan mobiele telefoons en dat we daardoor zo afgeschermd zijn van het leven en amper nog lijken op te merken wat er om ons heen gebeurt. Daarom probeert hij af en toe bewust iets te doen zonder zijn telefoon in de aanslag, zoals die dag een broodje op een bankje eten, genietend van de zon. Toen stond daar dus een zwerver in het midden van de trambaan. Lammers: ‘Hij was echt heel dronken. Maar hij kreeg mij in het vizier en stak pardoes de straat over, op zijn Charlie Chaplins, waarbij hij, zonder dat hij het in de gaten had, op een haar na niet onder een tram kwam. Toen hij naast me zat, zei ik: “Jongen toch, je was bijna dood.” Hij antwoordde dat het niet uitmaakte, hij ging toch dood, van de drank. Ik legde een arm om hem heen en hij legde zijn hoofd op mijn schouder. Ik hield hem even vast. Ik kon voelen dat dat al heel lang niet was gebeurd.’
En toen? Nou, het liep wat gek af, want hij tilde zijn hoofd op, tuitte zijn lippen en wilde me kussen. Toen zei ik dat dat me toch een beetje ver ging.
Hij grinnikt.
Je bent een beetje in de liefde brengen-fase lijkt het. Toen je de Televizier-Ring in ontvangst nam riep je ook op om elkaar een knuffel te geven. ‘Den Haag is lelijk, de wereld is lelijk, geef je naaste een knuffel,’ zei je. Is dat een oplossing voor al die lelijkheid? Niet de oplossing, maar ik wil een lans breken voor meer medemenselijkheid. Ik kan zo’n jongen niet helpen, ik geef hem geen geld. Ik kan hem wel mijn aandacht geven. Ik denk dat dat heel belangrijk is dat we soms een paar minuten uittrekken voor een ander. Het is niet zo moeilijk om lief te zijn voor mensen, of om wat geduldiger te zijn. Weet je nog die slogan uit de jaren 80? Een betere wereld begint bij jezelf. Die was zo gek nog niet. Voor mij is het in ieder geval een antigif tegen de lelijkheid in de wereld.
Het levensverhaal van Frank Lammers (1972) is al vaker opgeschreven. Afkomstig uit Brabant, waar hij opgroeide in een traditioneel gezin (zijn vader bouwvakker die in de avonduren bouwkunde zou studeren en later wethouder werd, zijn moeder huisvrouw, hij was de jongste van drie kinderen) blonk op de middelbare school uit in toneelspelen. Of zoals hij het relativeert: hij speelde schooltoneel, vond het dan vooral leuk dat hij aandacht van de meisjes kreeg al merkte hij wel dat als hij opkwam er ‘iets’ gebeurde in de zaal bij dat ‘schooltoneeldingetje’. ‘Ik had er de fantasie en de stem voor’. Maar iets als de toneelschool leek ver weg in Brabant, waar de enige toneelvoorstellingen die hij bezocht het poppentheater van Joseph van den Berg was. Hartstikke leuk, maar het was geen kunst op een hoger plan. Toen er steeds meer mensen zeiden dat hij ‘er iets mee moest doen’ deed hij auditie aan de toneelschool in Amsterdam. Hij werd tot zijn schrik aangenomen. ‘De eerste jaren zat ik toch als een soort kip naar het onweer te kijken.’ Maar uiteindelijk werd het onweer zijn leven waar hij om maar in de beeldspraak te blijven zich als een vis in het water ging voelen. Eerst was hij vooral te zien op het toneel, later volgden er bijrollen in film en televisie en nog weer later werden dat hoofdrollen. Al kun je hem gerust wakker maken voor de betere bijrol, zoals nu dus in Hein, de serie over de elfjarige titelfiguur die tijdens de zomervakantie logeert op de begraafplaats waar zijn opa de beheerder is en ontdekt dat hij doden kan zien. Lammers speelt in aflevering 2 de leider van een motorbende die om het leven is gekomen bij een ongeluk, maar die als geest aan Hein verschijnt om te vertellen dat het moord was. Aan Hein om het uit te zoeken en recht te zetten.
Wat een verrukkelijke serie! Een mooi onderwerp ook, de dood, op deze manier behandeld in een jeugdserie. Vind ik ook en die jongen speelt het heel goed.
Was jij als kind bang voor de dood? Niet voor mezelf. Ik was wel bang dat mijn ouders dood zouden gaan. Ik denk dat ik een jaar of elf was. Ik was al lang niet meer gelovig, maar ik ging daarvoor nog wel op mijn knietjes en bad tot god of hij ze alsjeblieft nog even bij me zou laten omdat ik ze nog zo nodig had. De angst was een beetje out of the blue gekomen, dat je je opeens realiseert dat het eindig is, het leven. Mijn ouders bleven gelukkig leven. Mijn eerste echte dode was mijn opa. Dat was ook de eerste die ik dood zag. Maar hij was oud, of nou ja, 72, nu noem je dat jong, maar toen was dat oud. Hij zat hele dagen in zijn stoel. Het was een andere tijd en 72 was oud genoeg. Voor mij gaat zijn dood gepaard met mais. Omdat hij zei dat hij nog zo graag wilde meemaken dat het mais eraf ging. Nog steeds als ik maisvelden zie in deze tijd van het jaar, hij overleed op 6 oktober, moet ik aan hem denken. Uitgegroeide maisvelden zijn voor mij verbonden met de dood.
Je was al lang niet meer gelovig zei je net, toen je nog wel bad voor je ouders. Je komt uit een katholiek Brabants gezin, moest je wel mee naar de kerk? Ik ben gedoopt en alles erop en eraan. Maar toen ik in de kerk zat en moest zeggen: door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld, dacht ik alleen maar hoezo? Ik heb echt helemaal niks gedaan! Ik was een heel braaf jongetje. Toen ik mijn ouders vertelde dat ik eigenlijk niet meer naar de kerk wilde, waren ze daar oké mee. Ik mocht zelf kiezen: op zondag mee naar de kerk of naar de turntraining van mijn zus. De keuze tussen meisjes in turnpakjes of mannen in jurken was snel gemaakt.
Lees dit artikel verder in VARAgids 45, vanaf dinsdag 5 november in de winkel, op de mat en in de app (alleen voor VARAgids-abonnees). Word ook abonnee!
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief