Na zijn huwelijk in 1992 raakte Warren Beatty (1937) zijn wilde haren kwijt en volgden er lange tijd meer kinderen (4 stuks) dan films. De acteur/regisseur/producent blijft fascineren.
Recent was hij even in de publiciteit nadat hij de verkeerde Oscar-envelop voor Beste Film in handen kreeg, zodat niet Moonlight het felbegeerde Oscarbeeldje binnensleepte, maar La La Land. Met zijn 80 jaar staat Warren Beatty (Richmond, Virginia, 1937) al zes decennia in de spotlight – als jonge verleider van Natalie Wood in Elia Kazan’s Splendor in the Grass (1961), als drijvende kracht achter de Amerikaanse ‘New Wave’ die ons Bonnie and Clyde (1967) opleverde en als Oscarwinnend schrijver/regisseur/producent van Heaven Can Wait (1978) en Reds (1981). Beatty (broer van actrice Shirley McLaine, by the way) was, kortom, al bekend vóór al die anderen: voor Eastwood, voor Redford, voor Pacino, voor Hoffman en voor Nicholson. Hij was een van de laatsten die Marilyn Monroe nog levend zag – de avond voor haar dood bracht hij taco’s etend met haar door bij een gezamenlijke kennis en droeg ze een dusdanig strakke rok dat hij zeker wist dat ze geen ondergoed droeg. En hij is gesignaleerd aan de arm van onder anderen Madonna, Barbra Streisand, Brigitte Bardot, Diane Keaton, Julie Christie, Joan Collins, Goldie Hawn en Elle Macpherson. Carly Simon wijdde zelfs een songtekst aan haar relatie met hem (‘You’re so vain’). In een biografie uit 2010 wordt geschat dat Beatty het bed gedeeld heeft met 12.775 (!) vrouwen. In 1992 trad hij tot ieders verbazing in het huwelijk met Annette Bening – met wie hij tot op heden samen is en waaruit vier kinderen voortkwamen. ‘Ik heb zo lang gewacht, niet uit angst voor het huwelijk, maar omdat ik bang was voor een scheiding,’ zei hij tijdens de première van de door hem geproduceerde maffiafilm Bugsy (1991), waarvoor hij Bening castte en op slag verliefd werd. Sindsdien werd het vrij stil rond Beatty. Tot daar vorig jaar opeens Rules Don’t Apply was, zijn eerste film in bijna twintig jaar. Een biopic over filantroop/vliegenier Howard Hughes (1905) waaraan hij begin jaren 70 al begonnen was.
De Close up-aflevering, waarin Warren Beatty centraal staat, draagt de verwarrende titel: Hollywood ambition. Verwarrend omdat de brandende ambitie van Beatty inderdaad verbonden is met Hollywood, maar dan wel met het Hollywood van weleer en niet met Hollywood zoals wij dat nu kennen – met veel mega-producties die vooral gemaakt worden om miljoenen dollars te verdienen, merchandising, Kardashian-achtige sterren en krakkemikkige scripts. De documentaire opent met een veelbetekenend citaat van Beatty: ‘Rilke zei: roem is de som van misverstanden die over een bepaalde naam bestaan.’ Want zo is het ook met Beatty. De acteur en Hollywoodster had het uiterlijk van een playboy, maar zijn ambities reikten veel verder dan het zijn van acteur of veroveraar van mooie, beroemde vrouwen. Vanuit zijn suite in het Beverly Wilshire Hotel in Los Angeles realiseerde Beatty stap voor stap zijn plannen. Eerst ontwikkelde hij zich tot veelgevraagd acteur, om vervolgens succesvol producer en scenarioschrijver te worden. Daarnaast koesterde hij lange tijd serieuze politieke ambities. In Beatty’s leven was één constante: hij wilde altijd meer.
Dat begon in 1966 toen Beatty – al min of meer een gevestigd acteur – gangsterfilm Bonnie and Clyde (1967) gemaakt wilde krijgen. Getipt door de Frans regisseur François Truffaut, die zelf geen tijd had, betaalde Beatty de scenarioschrijvers 75.000 dollar voor het script zodat hij zelf producent kon worden. ‘Hij is meer op zijn plaats achter de camera, dan ervoor. Hij wil totale controle hebben, en dat heb je alleen daar,’ vertelde zijn zus ooit tegen de pers. Beatty ontkende dat niet. Over zijn begintijd als acteur zei hij: ‘Ik kwam altijd met suggesties over het script, het licht, de kleding en mensen zeiden dan: wat wil je nou? Wil je ook produceren ofzo?’ Beatty onderhandelde met Warner Bros. en accepteerde een salaris van 200.000 dollar én 40% van de winst. Een idioot hoog percentage, maar Warner was ervan overtuigd dat de film met een beetje geluk slechts uit de kosten zou komen. Na de eerste screening van Bonnie and Clyde sprak men er schande van. De film werd unaniem afgefakkeld door de pers. Kritiek was dat de jeugd op verkeerde ideeën zou komen. Het geweld werd te rauw bevonden, met name de eindscène waarbij Bonnie en Clyde door een spervuur van machinegeweren worden getroffen, was luguber en uitermate bloederig in beeld gebracht – op dat moment nieuw in Hollywood. Beatty zette vervolgens alle zeilen bij om de film in Londen vertoond te krijgen, het Europese publiek was meer gewend, en zo geschiedde: het werd een hit. Een tweede Amerikaanse realease volgde – de pers ging als een blad aan de boom om en schreef Beatty de hemel in. Bonnie and Clyde werd genomineerd voor tien Oscars, waaronder Beste Film en Beste Acteur. Beatty was in één klap een van de rijkste en invloedrijkste sterren in Hollywood. De studio verloor een fortuin.
Sinds die tijd werd Beatty als arrogant versleten. Hij weigerde rollen in films als The Godfather, The Sting, Last Tango in Paris, Butch Cassidy and the Sundance Kid – niet de minste, maar Beatty voer zijn eigen koers. Hij was inmiddels ook politiek betrokken, sprak zich fel uit tegen rassendiscriminatie en de Vietnamoorlog en zette zich nadat Robert Kennedy vermoord was in voor de anti-wapenlobby. Later nam hij deel aan het campagneteam van presidentskandidaat George McGovern, die in 1972 van Nixon verloor. In 1975 volgde zijn eigen project Shampoo (1975), over een vrouwengekke kapper die eenzaam eindigt. En Heaven Can Wait (1978) werd een doorslaand commercieel succes en kreeg negen Oscarnominaties. Daarna weigerde Beatty weer jarenlang alle rollen die hij aangeboden kreeg. Hij werkte aan Reds (1981), naar het waargebeurde verhaal van journalist John Reed, die als enige Amerikaan verslag deed van de Russische revolutie. Een zeer geëngageerde film, waaraan Beatty tien jaar zo perfectionistisch werkte dat het een obsessie werd. Het onderwerp was gedurfd, middenin de Koude Oorlog. De film kreeg 12 Oscarnominaties en Beatty won de Oscar voor Beste Regie. Opnieuw verwdijnt hij zes jaar van het toneel – Hollywood was daarna sterk veranderd. ‘Als je films kon maken zoals je boeken kan schrijven, dan zou ik films maken. Maar dat kan nu niet,’ zegt hij in een interview uit 1987. ‘Alles moet snel en oppervlakkig.’ Beatty maakt nog wel enkele films, maar na zijn huwelijk in 1992 verdwijnt hij echt in de coulissen. Stil zit hij niet: buiten het zicht van Hollywood werkt hij monomaan aan Rules Don’t Apply (2016), zijn eerste film in 20 jaar, over womanizer Howard Hughes, die zielsalleen eindigt, verward en teruggetrokken. Misschien is het Beatty’s testament wel, besluit de voice over in Close up: ‘Rules Don’t Apply is een film over een man die Hollywood obsedeerde en een man die geobsedeerd was door Hollywood.’
Warren Beatty: Hollywood Ambition 21 mei, NPO 2, 19:15 uur
Documentaire over de ambitieuze Warren Beatty, die altijd meer wil.