Regisseur Denis Villeneuve deed het onmogelijke: het klassieke sciencefictionboek Dune verfilmen. World-building op zijn best: je verzuipt erin en dat is juist prettig.
Foto credits: Warner Brothers / Legendary Pictures
Schrijver James Herbert heeft een halve meter boekenplank volgeschreven over de zanderige planeet Arrakis die de hoofdrol speelt in Dune. Als al die boeken gezamenlijk op je kop zouden vallen, wordt het een begrafenis met gesloten kist; zelfs het hyperventilatie-opwekkende epos In de ban van de ring - oersaai verfilmd door Peter Jackson - is in vergelijking met Dune een makkelijk wegslikbaar kauwgompje. Onmogelijk te verfilmen dus, Dune, en toch is het gelukt, veel beter dan de eerdere poging die David Lynch waagde en die hijzelf ook vreselijk mislukt vindt.
Arrakis is een planeet die bestaat uit zand en de enorme wormen die daarin leven en een soort spul voortbrengen, specie genaamd, dat je én heel high maakt én intergalactische ruimtevaart mogelijk maakt. Onwaarschijnlijk? Nou en of: Dune is een enorm jaren 60-achtig voortbrengsel dat net zo goed LSD had kunnen heten. Maar het is ook enorm ernstig: de held heet Paul Atreides en hij is de troonopvolger in een familie-dynastie die door het intergalactische Keizerrijk wordt gedwongen om de zandplaneet Arrakis te besturen. Er kan geen lachje vanaf - er zitten precies drie grappen in Dune, misschien vier als je de woestijnmuis meerekent - en het is natuurlijk ook niet om te lachen: Paul is door zijn moeder opgeleid tot een soort Jedi met mentale krachten - de overeenkomsten met Star Wars, ook al over een uitverkoren helderziende die het heelal op eigen houtje dient te redden van een enge keizer, zijn talrijk - en die wendt hij aan om samen met zijn pa en ma en een vertrouweling de wormplaneet in bedwang te krijgen. Dat gaat moeizaam - érg moeizaam, zie de trailer - maar al die moeite die Villeneuve en zijn acteurs zich getroosten, betaalt zich uit: de strijd die Paul levert om zijn dynastie te redden, is beurtelings verstild in het zanderige landschap en extreem heftig in de oorlogs-scènes. Het is zo mooi in beeld gebracht dat je ervan achterovervalt, maar Dune durft het ook aan om lichtelijk onduidelijk te blijven; niet het hele boek wordt je voorgekauwd, er blijft veel schimmig.
Onsamenhangend is de film echter nooit. Het is als op vakantie gaan naar een land dat je niet eerder bezocht: je bént er, als kijker, en vreet de onwaarschijnlijke planeet als zoete koek, of specie, en het werkt. Beter en anders dan Star Wars, want afgezien van sommige ingrediënten in het verhaal gaat de vergelijking mank: Dune is spaarzaam en heel clean vormgegeven en doet niet zozeer aan Star Wars denken maar eerder aan Villeneuves vervolg op Blade Runner.
Dune is echt een prestatie: Villeneuve probeert het veel te dikke boek en verhaal dus niet oeverloos uit te leggen, maar laat het je gewoon zien: een beter voorbeeld van ‘show, don’t tell’ hebben we niet recent gezien in de bioscoop. Het sleutelwoord is hier overigens ‘bioscoop’, want Dune op een flatscreen slaat nergens op, je moet dit op het grootst bereikbare bioscoopscherm zien, met de beste IMAX- of Dolby-technologie die binnen aanvaardbare afstand is te vinden. In 3D, wat hier echt een meerwaarde heeft, juist doordat het niet opdringerig is; het voelt vanzelfsprekend.
Onze nieuwsbrief ontvangen? Iedere vrijdag de nieuwste series en films in je inbox! Meld je hier aan.
Vanzelfsprekend is het niet dat Villeneuve zijn hele verhaal verteld krijgt, want hij houdt halverwege het boek op: een deel twee is nodig. Er zit niet eens een echt einde aan Dune! En toch is dat niet erg. De film Dune is zo ontzettend zichzelf en niets anders, dat het er niet toe doet. Je bent erg echt, in de paleizen en woestijnen die Paul bewoont, en het ziet er zo krankzinnig mooi en duur uit - en vooral ook krankzinnig - dat je alleen maar kan wensen dat deze film de kosten eruit haalt en dus een vervolg zal krijgen. Dus het is min of meer onze dure plicht om de vreemde volheid van Dune te ondergaan, ter financiering van deel twee. Dat moet er echt komen namelijk. Opgelet: de trailer doet de film in zoverre geen recht dat de film overwegend minder lawaaierig is; Dune is veel stiller en rustiger en tegelijk indrukwekkender dan je daarin ziet. Echt een bijzondere film, waarin je jezelf moet laten verzuipen. Ter voorbereiding is de veel kortere - en goedkopere - vroege korte film Next Floor van Villeneuve hier te zien en zijn visuele flair is daarin al duidelijk aanwezig.
Dune draait vanaf 16 september 2021 in de bioscoop