In Op de barricade laat Kees Schaap iedereen aan het woord en wordt elk geluid gehoord. ‘Dat is wezenlijk voor mij.’
Eerst was er Opstandelingen, de serie van Kees Schaap en Sophie Hilbrand bij BNNVARA, over mensen die in de clinch liggen met de overheid. Nu is er Op de barricade, weer over mensen in strijd met de overheid en weer gemaakt door Kees Schaap, maar nu gepresenteerd door Fidan Ekiz en uitgezonden bij WNL.
De omroepwissel heeft te maken met het vierluik De doe-het-zelf dictatuur, dat Kees Schaap eerder met Fidan Ekiz maakte. Dat vierluik, een afrekening met ‘wokeness’ en de ‘cancelcultuur’, eindigde in een grimmige scheiding tussen Kees Schaap en zijn huisomroep BNNVARA. Over die kwestie is al veel gezegd in de media, maar volgens Kees Schaap zelf is hij als documentairemaker niet veranderd en had hij deze nieuwe serie Op de barricade ‘net zo goed voor BNNVARA als voor WNL kunnen maken. Ik wil nog steeds met deze programma’s de kloof overbruggen tussen verschillende werelden en vind dat we andersdenkenden niet zo maar moeten framen en veroordelen, maar juist moeten leren kennen.’
In Opstandelingen zocht Sophie Hilbrand overal in het land mensen op die een conflict hadden met de (lokale) overheid. Dat kon over alles gaan, een megastal voor de deur, een verpest uitzicht, je huis uit moeten, vriendjespolitiek, willekeur, niet nagekomen beloftes, bureaucratie, ongelijke behandeling. De overheid liet zich in drie series (‘en we hadden er nog veel meer kunnen maken’) vaak zien als star en onbenaderbaar en totaal niet communicatief. En Sophie Hilbrand kwam dan verhaal halen. Kees Schaap: ‘Op de barricade is een vervolg op Opstandelingen. Maar er is wel een verschil. We willen in Op de barricade niet alleen weten waarom de mensen in verzet zijn gekomen, maar ook wie ze zijn, hun culturele of regionale achtergrond, dat je snapt waarom ze die strijd voeren en in welk proces ze terecht zijn gekomen. Het zijn allemaal mensen die bedreigd worden in hun manier van leven. En het gaat nu deze keer niet alleen over de strijd tegen de overheid, maar soms tegen een groot bedrijf of meerdere bedrijven. In de eerste aflevering gaan we naar camping Sandevoerde in Zandvoort. Daar hebben voornamelijk Amsterdammers, Jordanezen, hun stacaravans en chalets. Het is echt een familiecamping, mensen komen er al generaties lang. Het is hun betaalbare tuintje buiten Amsterdam, en ze vormen een hechte gemeenschap, enorm solidair en zorgzaam naar elkaar. Maar nu is er een projectontwikkelaar die luxe bungalows op de camping wil bouwen. Zoals dat gaat op zoveel campings in Nederland. Een investeerder koopt de camping op om er nieuwe luxe lodges neer te zetten, te huur voor 2000 euro per week in het hoogseizoen, en de oude kampeerders worden verjaagd. En de gemeente doet maar weinig, en kan eerlijk gezegd maar weinig doen. De mensen van camping Sandevoerde zijn nu in een hevige strijd verwikkeld met de projectontwikkelaar. En ze zijn fel. Maar wie die projectontwikkelaar is, dat weten ze eigenlijk niet. En wij weten het ook niet. Het is een trust van veertig investeerders, maar je komt er maar niet achter wie dat zijn. Dat maakt dat je je nog machtelozer voelt, met een anonieme, machtige vijand tegenover je.’
Hij vertelt verder: ‘We hebben voorlopig drie afleveringen van Op de barricade gemaakt en de tweede aflevering gaat over Toldijk en Hummelo in de gemeente Bronckhorst in de Achterhoek. Dat is een van de gebieden waar Defensie misschien een munitiedepot wil bouwen. Zo’n munitiedepot is in een oorlog een mogelijk doelwit van de vijand en als dat wordt aangevallen of opgeblazen, is dat de hel op aarde. Dat zie je nu in Oekraïne. Er moet dus een grote veiligheidszone zonder huizen of gebouwen om zo’n munitiedepot vrijgemaakt worden en dat zou voor elk gebied in Nederland ingrijpend zijn, want er zijn nauwelijks lege gebieden.
Maar voor Toldijk zou het betekenen dat uit 104 woningen en bedrijven de mensen moeten vertrekken. Het verzet is hevig, ook al omdat de bewoners zich eerst niet echt gesteund voelden door de gemeente. In de derde aflevering bekijken we een zaak waar al veel over te doen is geweest: de komst van het AZC in Albergen bij Almelo. Een jaar of twee geleden wilde de toenmalige staatssecretaris Eric van der Burg bij wijze van pilot van de spreidingswet 150 asielzoekers onderbrengen in een voormalig hotel in Albergen. Dat stuitte op groot verzet. Ik denk dat bij veel van dit soort zaken wel sprake is van racisme, en ik zeg niet dat er geen racisme speelde in het protest tegen het AZC in Albergen. Maar wij hebben juist veel omwonenden gesproken die in beginsel helemaal niet tegen die asielzoekers waren. Die hadden zich juist ingezet voor de integratie van vluchtelingen in de gemeente, of hadden asielzoekers als vrienden. Als je beter keek zag je dat hier veel meer aan de hand was. Het bleek onder andere dat de gemeente al lang wist dat het AZC er zou komen en ook al had ingestemd, maar tegenover de Albergers net had gedaan alsof ze van niets wist. Dat was tegen het zere been. Zo ga je niet met elkaar om in Twente, dat word je nog lang nagedragen. Er ontstond een enorm wantrouwen tegen de gemeente. Het gevoel belazerd te zijn, niet gekend te zijn, was groot. Er zit daar een pijn. En er gebeurde toen van alles wat niet kon en niet verstandig was, er werd met een luchtbuks geschoten, bij de burgemeester werd een GPS-tracker onder de auto gevonden. En wij hebben geprobeerd met iedereen te praten om erachter te komen hoe het zo ver heeft kunnen komen'.
Dit artikel komt uit VARAgids 46, vanaf dinsdag 12 november 2024 in de winkel, op de mat en in de app (alleen voor VARAgids-abonnees). Word ook abonnee!
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief