© Mark de Blok / EO / Levitate Film
EO-serie De Joodse Raad bewijst dat er nog steeds nieuwe, urgente verhalen over de Tweede Wereldoorlog te vertellen zijn. In de sterke cast vallen vooral Pierre Bokma en Claire Bender op, als vader en dochter die allebei proberen het goede te doen.
'Zijn Nederlandse filmmakers na tachtig jaar niet eens uitgekeken op de Tweede Wereldoorlog?', vroeg een vriendin toen ik vertelde over de serie De Joodse Raad. En ondanks mijn door mijn familiegeschiedenis gevoede fascinatie voor die periode, snapte ik de opmerking wel. De zwarte bladzijde 40-45 heeft de afgelopen decennia tal van meesterwerken opgeleverd – van Soldaat van Oranje tot Oorlogswinter. Maar zijn er echt niet méér verhalen over onze recente geschiedenis die óók wat meer aandacht verdienen op het vaderlandse witte doek?
Toch bewijst De Joodse Raad dat er nog steeds verhalen en details over de bezettingsjaren niet de aandacht hebben gekregen die ze onmiskenbaar verdienen. De raad uit de titel werd door de nazi's gevraagd om te zorgen dat de Joodse Nederlanders braaf alle nieuwe regels en restricties zouden opvolgen. En toen de deportaties naar het oosten begonnen, hielp de raad mee om Joodse mensen te registreren en af te voeren. De hoop van de raad was dat de oorlog snel voorbij zou zijn, en door tijd te rekken konden de Joodse notabelen het vege lijf redden zodat na de bevrijding de gehavende eigen gemeenschap weer zou kunnen worden opgebouwd.
© Mark de Blok / EO / Levitate Film
Regisseur Paula van der Oest maakt het duivelse dilemma waarin voorzitters David Cohen (Pierre Bokma) en Bram Asscher (Jack Wouterse) zich bevinden pijnlijk invoelbaar. Met de beste intenties proberen ze de plannen van de nazi's te frustreren, terwijl de rest van de raad ziet hoe de Joodse wijk leger en leger wordt en steeds minder gelooft in de heilloze doctrine van vreedzame co-existentie. Er blijkt echter geen enkele weg meer terug; het enige motief wordt de eigen familie voor deportatie te behoeden. 'Het domste dat een mens kan doen, is zijn vijand onderschatten', verzucht raadsecretaresse Gertrude van Tijn (een prachtig onderkoelde rol van Malou Gorter).
© Mark de Blok / EO / Levitate Film
Tegenover Cohen staat zijn dochter Virrie (Claire Bender), die werkte in het kinderziekenhuis tegenover de Hollandsche Schouwburg, de locatie waar de Amsterdamse Joden werden samengedreven. Samen met verzetsheld Piet Meerburg wist zij honderden kinderen weg te sluizen en te herbergen op onderduikadressen op het platteland. De verwijten aan haar vader dat hij telkens de verkeerde keuzes maakt door te heulen met de vijand, drijven een steeds grotere wig tussen vader en dochter. 'De toekomst zal over mij oordelen', antwoordt vader Cohen. Zijn intonatie verraadt dat hij het stiekem met zijn dochter eens is. Bokma overtreft zichzelf als de Joodse professor die niet wil erkennen dat hij met het accepteren van de Joodse Raad een fatale fout heeft begaan.
© Mark de Blok / EO / Levitate Film
Nog meer indruk wekt echter de vijfde aflevering, die laat zien wat er na de oorlog gebeurde. De handvol Joodse Nederlanders die terugkeerden uit de kampen liep tegen een muur van bureaucratisch opportunisme en Hollandse horkerigheid op. Huizen en meubels waren afgepakt door buren, overlevenden kregen aanmaningen voor jaren onbetaalde erfbelasting: 'Regels zijn regels!' Het pleit voor de makers dat zij niet terugschrikken voor deze schaamtevolle epiloog die in de geschiedschrijving van die periode nog veel te weinig aandacht heeft gekregen.
De Joodse Raad, vanaf zondag 10 maart 2024 wekelijks op NPO 1
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief