Precies vijf jaar geleden kwamen ze via vele omwegen veilig aan in Nederland. Het Syrische meisje Layan was toen acht jaar oud en haar broertje Karam een jaar jonger, samen met de jonge moeder Hafsa gevlucht uit Syrië. In dat land woedt al meer dan tien jaar een burgeroorlog. Een verschrikkelijke oorlog waar we al jaren naar kijken en die maar niet tot een einde komt, tot groot verdriet van de miljoenen Syriërs die elders in de wereld wonen.
Ik ontmoet Layan en Karam voor het asielzoekerscentrum in Amersfoort. Layan zit in een rolstoel en komt aanrijden met een grote glimlach op haar gezicht. Ze heeft net haar scheenbeen gebroken en vertelt me op beheerste toon dat ze een aangeboren ziekte heeft waardoor ze bij het minste of geringste haar botten breekt. Terwijl ze dit vertelt, moet ze er om lachen. De vrolijke, bijdehante Layan, die de ene grappige opmerking na de andere maakt, is gevlucht uit een burgeroorlog. Ze heeft een vrij ernstige aangeboren ziekte en een moeder die bang en wanhopig is om uitgezet te worden. Alhoewel Layan in het AZC regelmatig vreemde figuren tegen het lijf loopt die vaak onaardig doen, is haar levensvreugde en veerkracht bijna onverwoestbaar. Deze kleine superheldin heeft dan misschien een breekbaar lichaam, haar geest is ijzersterk. De dagen dat haar moeder en broertje het niet meer zien zitten, is zij degene die ze er met veel kracht en humor doorheen sleept. Het is onmogelijk om niet van Layan te houden, daarom hoop ik zo dat ze kunnen blijven. En ik hoop dat jullie de petitie tekenen die voor Layan en Karam is geopend (
actie.degoedezaak.org). Wat Layan later wil worden? Dat zal ze ongetwijfeld zelf in de media vertellen. Mij ontroerde het enorm.
Meer Sinan Can? Lees iedere week zijn column in de VARAgids!