Als er in de krant iets staat over mensen die zelf een einde aan hun leven hebben gemaakt, verschijnt daaronder sinds een tijdje deze melding:
Heb jij hulp nodig? Dan kun je contact opnemen met Stichting 113 Zelfmoordpreventie via 0900 0113 (24/7 bereikbaar) en 113.nl. Een geweldig goed idee vind ik dat. Het maakt het bij iedere keer dat je het ziet normaler om hulp te vragen, of het nou onder een artikel staat over suïcidale sporters, militairen of bejaarden, het is duidelijk dat we allemaal in theorie met deze gedachten kunnen worstelen. En dat er hulp is.
Minstens zo vaak als het over zelfdoding gaat, lees ik in de krant over vrouwenmoord. Zo heet het zelden in de krant. Al wordt al een enkele keer de term ‘femicide’ gebruikt, meestal gaat het over het bedekkende ‘conflict in de relationele sfeer’ of ‘gezinsdrama’. Dat maakt me kwaad. Het lijkt daardoor alsof het een logisch gevolg is van een uit de hand gelopen situatie. Alsof het weliswaar wel heel naar is afgelopen, maar niet onbegrijpelijk is. Zeker met de ‘relationele conflicten’ dreigt er een zweem in het bericht te komen van ‘waar twee vechten hebben twee schuld’. De afgelopen weken las ik alweer meerdere berichten over vermoorde vrouwen. Vermoord door hun partner of ex-partner. Neergestoken op straat, voor de kinderwagen met hun kind erin, gevonden op de parkeerplaats van een ziekenhuis, met de partner nog in de buurt. In de stukken wordt zoveel mogelijk verteld over de gebeurtenissen. Buurtbewoners worden bevraagd, de instanties gebeld. De slotsom is vaak dat we leren dat het stel wel in beeld was bij de instanties, maar dat die, evenmin als de buren, dit hadden zien aankomen. Wat kun je anders zeggen? Als je het wel had zien aankomen, kun je met zo’n afloop jezelf nooit meer in de spiegel aankijken. Dus wordt er verteld over wat voor man het was. Misschien wel wat nurks, maar zo agressief? Ja, en hij had veel moeite met de scheiding, maar dit?
Allemaal verklaringen die van de dader een mens maken voor wie je enige empathie kunt opbrengen. De vrouw in het verhaal is gewoon een dode vrouw. Een slachtoffer. Wat waren haar dromen? Wat deed ze voor werk? Hoe was ze als moeder? Hoe lang was ze al bang voor die man? We zullen het nooit weten.
Woest maakt het me. De toon van begrip die onbewust tussen de regels door naar de dader gaat: ‘Hij kon niet omgaan met haar afwijzing’. Nou en? Hij is een moordenaar, een gevaarlijke gek, een crimineel. Zij had het al die tijd bij het rechte eind, door hem af te wijzen, want hij blijkt dus daadwerkelijk zo’n hufter te zijn als zij al vreesde.
En wat krijgt de vrouw? Nog niet eens een zinnetje onder het artikel waarin staat:
Heb jij hulp nodig vanwege een man die je bedreigt? Bel 112 bij direct gevaar. Neem in andere gevallen contact op met Veilig Thuis 0800-2000 of veiligthuis.nl. We kunnen wachten op de minister, maar we kunnen dit als media beter zelf vast doen. Al helpt het maar één vrouw.
Meer Claudia de Breij? Lees iedere week haar column in de VARAgids!