We belandden in de hotelbar. Drie mensen die elkaar tot een paar uur geleden niet kenden, maar na de repetitie voor het optreden van morgen (we gingen Ireen Wüst en Sven Kramer eren in Thialf) was een borrel in een Friese bar precies wat we nodig hadden. Een witte wijn, een biertje, een non-alcoholische gin-tonic en heel veel zorgen om de oorlog. Er was een muzikant uit Oekraïne in ons gezelschap. Ze was gefrustreerd; haar familie zat daar in een belegerd land en zij kon niets doen. ‘Maar bedenk dat het voor je vader en moeder wel heel fijn is dat jij hier veilig bent’, zei haar Nederlandse collega lief. Dat was wel waar, maar het hielp niet. Niets hielp, niets had zin, waarom sta ik hier überhaupt met mijn cello? vroeg ze zich hardop af. Haar Nederlandse collega voelde hetzelfde. Soms leek het zo zinloos; ik speel viool. Wat heb je er nou aan als het erop aan komt? Wat helpt het nou?
Ik nam nog een slok non-alcoholische gin-tonic en zei: Het helpt alles. Als er een ding is dat ertoe doet, dan is het kunst. Kunst komt eerst. Politici lijken ideeën te hebben, maar de echte ideeën die de wereld veranderen hebben zij gevonden in boeken, in toneelstukken, in opera’s en raps, in schilderijen en graffiti. Eerst spreken de kunstenaars, daarna komen de politici – al lijkt het andersom. Heb je dat gezien, dat filmpje online met die vrouw die viool speelde in de metro waar mensen schuilden? Of dat met de muzikanten en het koor van de opera van Odessa, die voor het gebouw van de opera het Slavenkoor uit Nabucco speelden? Buiten, op straat. ‘Va Pensiero’, niemand kent de woorden precies maar hele stadions zingen het mee. Ze stonden daar en het was het tegendeel van bommen gooien. Het was beschaving. Het was waar de mensheid wél voor bedoeld is. Het was tegengif. Zelfs als je de opera bombardeert, maak je de muziek niet kapot. En dat jij cello speelt, en jij viool, dat is het resultaat van de moed om te kiezen voor iets dat ontroering brengt, en schoonheid, en beschaving, en waarmee je laat zien dat het leven ertoe doet omdat jij het de moeite waard vindt om iets te spelen dat driehonderd jaar geleden is gecomponeerd waarmee je bewijst dat het ertoe doet. Dat het verleden iets betekent in het hier en nu, en dat daardoor wat wij doen in het hier en nu iets uitmaakt voor de toekomst. Dat jij hebt gekozen om te studeren, jezelf te trainen, offers te maken voor iets dat echt belangrijk is.
Zit er echt geen alcohol in die gin-tonic van jou? vroeg de celliste. Ik ga je bijna geloven, zei de violiste. Zelf begon ik het ook te geloven, want je moet in tijden dat theaters met schuilende moeders en kinderen erin worden gebombardeerd iets doen om moed te houden.
Meer Claudia de Breij? Lees iedere week haar column in de VARAgids!
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief