Enkele conclusies van De Breij naar aanleiding van het Rapport Van Rijn over de misstanden bij de NPO.
Mensen praten liever over beroemde mensen dan over andere mensen. Wat de daders hebben gedaan wordt veel meer besproken dan wat de slachtoffers hebben meegemaakt. Het gaat om hetzelfde, maar er is een verschil. Vanuit wiens perspectief kijk je? Degene die schreeuwde, of degene die werd toegeschreeuwd?
De meeste mensen kunnen niet zo goed met macht omgaan. We kenden al het extreme kutgedrag van priesters en andere geestelijken in de katholieke kerk, en dat blijkt ook bij andere geloofsgemeenschappen geen uitzondering te zijn. Sommige mensen gaan rare dingen doen als ze kunnen beslissen over mensen die jonger, kleiner, kwetsbaarder zijn dan zij. Het wangedrag bij de NPO, en eerder bij The voice, is van een andere orde dan van dat in de katholieke kerk, maar het roept de vraag op of het ooit ergens wél goed gaat wanneer mensen veel macht hebben over anderen.
Er zijn programma’s met een angstcultuur achter de schermen. Dat dat bij De wereld draait door het geval was, is afdoende bewezen. Er zijn ook programma’s met een angstcultuur vóór de schermen, of misschien beter gezegd: een pestcultuur. Die programma’s worden deze weken gevuld met soms nauwelijks verhuld plezier in het leed waar het rapport Van Rijn over gaat. Dat lijkt dan op het goede doen, omdat je het slechte gedrag van de ander veroordeelt. Of het helpt de cultuur van pestgedrag en uitsluiting uit te bannen, is de vraag.
Dat iets niet naar buiten komt, betekent niet dat het niet gebeurd is. Lange tijd keken we naar The voice zonder te weten wat daar, naast al het vrolijks in beeld, buiten beeld voor narigheid gebeurde. Precies hetzelfde geldt voor DWDD, en Studio Sport. Die programma’s zijn nu tegen het licht gehouden, maar dat betekent niet dat het op de níet onderzochte plekken, bij de niet onderzochte programma’s, allemaal fantastisch is. Hetzelfde geldt voor andere bedrijven. Als ik er wel eens online iets over opmerk, krijg ik DM’s van mensen die bij allerlei andere bedrijven werken en soortgelijke ervaringen hebben. Dat kan pas veranderen als het aan het licht komt.
‘Normaal doen’ is niet zo’n sterk advies van de commissie Van Rijn. Wat er destijds gebeurde werd toen normaal gevonden. Toen ik nog televisie maakte voor de VARA (toen nog zonder BNN) kreeg ik van mijn meerderen het advies mijn redactie wat meer aan te pakken zoals de grote sterren van de omroep dat deden. Ik moest niet zo lief zijn. Het is nu moeilijk voorstelbaar (en absoluut verwerpelijk), maar het werd destijds niet alleen normaal, maar zelfs goed gevonden als een presentator af en toe flink tekeerging.
Je weet niet wat je ziet. Ik heb (begin deze eeuw) enige tijd DWDD gepresenteerd, op maandagen. Als ik nu terugkijk, realiseer ik me pas dat ik die redactie soms nogal uptight vond. De sfeer was vaak wat gespannen, zonder zichtbare reden. Zelf raakte ik er een beetje geïntimideerd van, ook van de toenmalige eindredacteur. Dat verweet ik mezelf, niet hem. Ik dacht dat het aan mij lag. Misschien dat die redacteuren mij niet zo leuk vonden en uitkeken naar de rest van de week, dacht ik. Pas nu besef ik echt dat die redacteuren dag in dag uit in die sfeer zaten, en hoe zwaar dat moet zijn geweest.
‘Niks gezien’ is dus een loze kreet. Eerder heb ik eens geprobeerd (in een oudejaarsconference) uit te leggen dat ik het genoemde gedrag bij DWDD niet had meegemaakt, omdat ik op een andere plek in de voedselketen stond. Het is logisch dat iemand die een geprivilegieerde positie heeft ‘niets ziet’, wilde ik daarmee zeggen. Want wie te gast is, of tafeldame, krijgt dat gedrag niet over zich heen en is al weg of nog niet aanwezig wanneer dat gebeurt. Het AD schreef daarna dat ik nooit wangedrag had meegemaakt bij DWDD, maar dat is nou net het punt dat ik probeerde te maken: dat je iets niet zelf hebt gezien, betekent niet dat het niet waar is.
‘Ze heeft anders flink aan die tafel zitten schateren,’ zei iemand over mij afgelopen week. En ik dacht: dat is waar. Want het wás me toch vaak een goed programma, dat DWDD. Want er zat me toch een goede redactie op, met ontzettend slimme en leuke en creatieve mensen. En Matthijs van Nieuwkerk ís me toch een goede programmamaker. Nu lijkt alles wat ervan overblijft een dader en slachtoffers. Maar het was meer, en het ís meer. Nergens werd muziek, literatuur, sport, film, Nederlands culturele erfgoed zo mooi gekoesterd en gevierd als in dat programma. Dat heeft níets te maken met de ellende die er achter de schermen moet zijn geweest. Kennelijk kan er tegelijkertijd met het slechtste dat mensen in zich hebben ook het beste boven komen. Het idee dat het één een voorwaarde is om het andere mogelijk te maken, dat is een totale misvatting.
Mensen zijn dus niet alleen wat ze lijken. Iemand kan een uitmuntende vakman zijn in zijn sportverslaggeving, en zich tegelijkertijd naar vrouwen niet hoffelijk gedragen, maar als een totale hork met ongepaste, vieze opmerkingen. Iemand kan tegelijkertijd een briljante redacteur zijn, op de toppen van zijn/haar kunnen, en ondertussen van binnen kapotgaan van de druk. Iemand kan tegelijkertijd schoonheid voor de schermen creëren, en angst erachter. Het is allebei echt.
"Dat iets niet naar buiten komt, betekent niet dat het niet gebeurd is"
‘Bewijs het dan’ is een begrijpelijke reflex bij aantijgingen, maar het helpt ons niet verder. Als het pas telt wanneer het voor een rechter bewezen kan worden, blijft het altijd in het belang van daders om te ontkennen. Wie bang is niet meer aan het werk te mogen, niet meer mee te doen in de maatschappij, die zal dus heel hard roepen dat hij/zij zich niet in het beeld herkent. Als diegene kan erkennen wat er fout was, kan er pas iets nieuws en goeds beginnen.
Het begint pas. Hoe hard de programma’s met de pestcultuur voor de schermen ook blaffen dat het nu wel klaar is, en iedereen die óók iets naars heeft meegemaakt zijn – of meestal haar– mond moet houden. Het begint pas. Langzaam dringt het tot mensen door wat er gebeurt, ook bij hún omroep, of school, of kantoor, of waar dan ook, en dat ze dat dus niet normaal meer hoeven vinden. Dat ze eindelijk beseffen: het lag niet aan mij.
Dit artikel komt uit VARAgids 7, pagina 14.
Meer over:
columnOntvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief