Een jonge vrouw neemt gruwelijk wraak op haar verkrachters. Dat zagen we wel vaker in films, maar deze keer is de regisseur een vrouw. En het resultaat is subtiel anders.
Hoewel 'subtiel' een raar woord is om hier te gebruiken, want Revenge is een gestileerde explosie van energie en geweld, een injectiespuit met adrenaline die rechtstreeks in je hart wordt geplant en die, als je er tegen kan, uiterst enerverend werkt. Minder onaangenaam dan veel andere sexploitation-films, maar tegelijkertijd ook verontrustender.
Er zijn behoorlijk wat films waarin vrouwen hun verkrachting vergelden en die hebben doorgaans een vieze bijsmaak. Je weet dat je onder het voorwendsel van haar - geheel terechte - wraak niet alleen haar brute ultra-geweld te zien zal krijgen, maar meestal ook haar billen, borsten en brute vernedering. Een verkrachting is een beproefd cinematografisch excuus voor het tonen van seks én geweld. Het recept leverde in de jaren zeventig pulp-films op als I Spit on Your Grave en recenter zagen we de Kill Bill-films, die een soort merkwaardige ode aan dit genre brachten.
Revenge is het debuut van regisseuse Coralie Fargeat en zij pakt het beproefde recept net wat anders aan. De jonge vrouw Jen gaat met haar getrouwde minnaar Richard naar een weelderige villa midden in de wildernis voor een liefdesweekend vol seks en luxe. Helaas komen de twee vrienden met wie Richard elk jaar een weekje op groot wild jaagt, een paar dagen te vroeg naar diezelfde villa. Jen ziet zich plotseling geconfronteerd met drie mannen in plaats van één.
De effectieve truc die regisseur Fargeat en actrice Matilda Anna Ingrid Lutz vervolgens uithalen, is dat Jen wordt neergezet als een uber-bimbo, de ultieme 'cocktease' die geheel uit verleidelijke lachjes en billen en boobs bestaat. Ze is niet onsympathiek, gewoon een sexy meisje dat naar LA wil verhuizen om het daar te maken, maar wel een ontzettende pleaser, gewend om aandacht en affectie binnen te harken door het louter zijn van een 'lekker ding'. Het ietwat ongemakkelijke van Revenge is dat Jen en haar gedrag zo stomend 'hot' zijn, dat de filmmaakster de kijker het afschuwelijke 'ze vroeg erom' territorium in lijkt te willen pesten. Daardoor wordt je een tijdlang nogal op het verkeerde been gezet.
De verkrachting zelf is goddank goeddeels buiten beeld gehouden, maar we zien de andere mannen voor en na de gebeurtenis zo bewust wegkijken, dat het alsnog niet om aan te zien wordt. Wat ook een boeiende keuze is, is dat Jen vrijwel nooit naakt is, terwijl Richard langdurig poedelnaakt door het beeld loopt en net zo'n 'lekker ding' is als Jen. Omgekeerde sexploitation dus, en dat is grappig.
Richard wordt minder grappig als hij Jen preventief in een ravijn gooit om definitief van haar af te zijn. Ze wordt opnieuw gepenetreerd als ze door de val op een kaal boompje wordt gespietst. Zodoende krijgen we de hele verkrachting in zekere zin alsnog opgeserveerd; de oppervlakkige en bloedmooie Jen is ineens een extreem tragisch, bloed kotsend ledenpopje met een staak door haar middenrif. Dit is het moment waarop sommige mensen de zaal zullen verlaten. Sowieso is het hierna penetratie en nog eens penetratie: Fargeat en Lutz drijven de penetratie-symboliek zeer ver door, tot en met een vagina-achtige wond in de voet van de verkrachter waaruit hij ongewenste voorwerpen moet pulken (een ander 'zaal verlaat' moment).
De verkrachter die overigens in de loop van de film berouw toont; hij vindt nog steeds dat Jen 'erom vroeg' maar dat ravijn ging ook hem achteraf gezien toch iets te ver. Zo ver dat hij uiteindelijk bereid lijkt alsnog alle consequenties van zijn daden te aanvaarden, als dat haar leven kan redden. De dader krijgt de kans menselijkheid te tonen, wat een boeiende keuze is van Fargeat, die ook het script schreef.
Het helpt hem allemaal niets want Jen jaagt hem en de anderen meedogenloos op. Nadat ze zich van het boompje heeft bevrijd transformeert ze zichzelf woordeloos - ze zegt de laatste tachtig minuten van de film vrijwel niets - van een uber-bimbo tot een mythische wraakgodin. Al het realisme gaat hier het raam uit, maar Fargeat vermijdt een bekende valkuil van dit genre, waarin de wrekende vrouw meestal de finale vernedering te beurt valt dat ze, óók terwijl ze machinegeweren leegschiet op haar verkrachters, nog steeds een ontzettend 'lekker ding' is. De totaal gehavende en zwartgeblakerde Jen is dat niet. Door haar wraak hervindt zichzelf en bimbo is dan wel het allerlaatste woord waarmee je haar zou omschrijven.
Revenge is derhalve superieure pulp, vaak even grappig als schokkend en een frisse variant op dit uitgewoonde genre. Je moet wel tegen bloed kunnen.
Revenge draait vanaf 23 augustus in de bioscoop. In verband met de release verschijnt deze vrijdag een top tien met de beste wraakfilms op De Lagarde.