Biopic The greatest showman strijkt de plooien rond de omstreden Amerikaanse circusdirecteur P.T. Barnum behoorlijk glad.
Het is een ingewikkelde relatie, die tussen de reële werkelijkheid, de levens van mensen die echt hebben bestaan enerzijds, en anderzijds de narratieve weerslag daarvan die we ‘biografie’ noemen, of in cinematografische termen: de biopic.
De reële werkelijkheid is chaotisch, onvoorspelbaar en in hoge mate onkenbaar. Mensen leven blind; vaak zonder werkelijk te doorgronden wat ze doen, laat staan waarom ze doen wat ze doen. Het waarom is meestal een constructie achteraf. Besluiten we die chaotische geleefde werkelijkheid na te vertellen, er ‘een verhaal’ van te maken, dan bedoelen we dat we er een narratieve structuur aan opleggen, een structuur die ‘waar’ aanvoelt, die ‘een essentie’ biedt, maar die natuurlijk niet overeenkomt met het oorspronkelijke chaotische leven voordat het werd verteld. Tegelijkertijd hebben we die structuur nodig om betekenis te kunnen geven; we vertellen levens na om levens te begrijpen. (We vrezen datgene wat we niet begrijpen.) We willen dus dat die biografische structuur op de werkelijkheid past, maar dit is onmogelijk.
Toch zijn we verontwaardigd als een biopic of een biografie ‘niet klopt’. Wat betekent dit ‘niet kloppen’ dan, als we net hebben vastgesteld dat een echt kloppende biografie, eentje die de veelheid van de werkelijkheid omspant, onmogelijk is? Een biopic die ‘niet klopt’, is een biopic die een valse essentie biedt, of een ware essentie over het hoofd ziet. (Ik heb het over ‘een’ essentie, omdat ik niet geloof in ‘de’ essentie, in een enkele kern waartoe een leven samengevat kan worden.)
Soms komt er een film voorbij waarbij de discussie over welke essentie nu ‘waar’ is en welke ‘vals’ hevig oplaait. Ik heb die discussie altijd als een mooi, theatraal verschijnsel gezien, als een elementair gesprek over waar kunst eigenlijk over gaat, namelijk over waarheid, en wat we daaronder verstaan. De in 2017 verschenen musical The greatest showman, geregisseerd door Michael Gracy, met een sterrencast van onder meer Hugh Jackman, Zac Efron, Michelle Williams en Zendaya, is daarom extra interessant: niet alleen is het een spectaculaire, theatrale film, die gaat over de showman-entertainer P.T. Barnum (die echt heeft bestaan) en de ‘doorbraak’ van het circus, ook heeft hij geleid tot hevige kritiek, omdat hij op belangrijke punten niet ‘waarheidsgetrouw’ zou zijn. Dit is op het oog een vreemd verwijt aan een musical, wellicht de onnatuurlijkste cinematografische vorm die er te vinden is; elk lied doorbreekt de suspension of disbelief, en leidt de kijker verder weg van de heerlijke illusie dat de film een pars pro toto is voor het echte leven. De structuur die The greatest showman biedt, is die van het songbook – een collectie gezongen nummers die de kijker door Barnums carrière / leven leidt. Maar die vorm wringt.
Want de werkelijke P.T. Barnum is een omstreden figuur. Hij was niet zomaar een goedmoedige promotor van allerhande shows en vormen van entertainment. Hij was ook een liefhebber van hoaxes (zo stelde hij de zeemeermin van Fiji tentoon, zogenaamd het gemummificeerde lichaam van een half-zoogdier-half-vis, maar in werkelijkheid een aap die op een vis was vastgenaaid ) en van pijnlijke onwaarheden waar grof geld mee verdiend kon worden (meest groteske voorbeeld was dat hij in 1835 een tot slaaf gemaakte vrouw genaamd Joice Heth aan het publiek presenteerde als een vrouw van honderdeenenzestig jaar oud, terwijl ze in werkelijkheid in de zeventig was; bedreven slalomde Barnum om de antislavernijwetten van New York heen door Heth officieel te ‘huren’). Én Barnum was een politicus, voor de Republikeinen in Connecticut.
Lees verder in VARAgids 13. Vanaf dinsdag 25 maart 2025 op de mat, in de winkel en in de app. Nog geen abonnee?
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief