Drie Romeinse legioenen rukken op naar Germanië. Een groepje barbaren biedt moedig weerstand.
Bij de meeste series weet je van tevoren al wel een beetje wat je kunt verwachten. Toch vat de Duitse Netflix-serie Barbaren het, voor alle zekerheid, aan het begin van de eerste aflevering toch nog even voor ons samen. Het is het jaar 9 na Christus. Drie Romeinse legioenen rukken op naar Germanië, waar ze het aan de stok krijgen met verschillende Germaanse stammen, die door de Romeinen smalend ‘barbaren’ worden genoemd. Deze ontmoeting zal de loop van de geschiedenis voorgoed veranderen. De scène eindigt met een shot van een vrouwelijke strijder, met oorlogsverf, vuil en een dreigende blik, en één bloeddoorlopen oog.
Na deze inleiding, springen we weer terug naar het begin, naar hoe het allemaal begon. Het is niet moeilijk om de vrouw in de meute terug te vinden (zoveel vrouwelijke personages zijn er ook niet). Wanneer we haar, Thusnelda (Jeanne Goursaud), voor het eerst ontmoeten wordt ze net gekeurd door een toekomstige koper, pardon, echtgenoot. Haar heupen zijn wat smal, vindt hij, maar haar tanden zijn goed. ‘Ze zal zich onderwerpen’, zo belooft haar vader Segestes (Bernhard Schütz) hem. Voor vijf paarden is ze voorgoed de zijne.
Al snel hebben de Germanen belangrijkere zaken aan het hoofd. Het Romeinse Rijk – waar de Germaanse stammen schoorvoetend vrede mee hebben - heeft namelijk bepaald dat ook zij voortaan exorbitant hoge belastingen zullen moeten gaan betalen. (Interessant feitje: de meeste Romeinse personages spreken ook daadwerkelijk Latijn.)
Als daad van verzet besluit Thusnelda, samen met haar vriendje Folkwin (David Schütter), dan de keizerlijke standaard (met adelaar) van het Romeinse leger te stelen. De Romeinse generaal Varus (Gaetano Aronica) slaat met harde hand terug. Hij stuurt zijn vertrouwde legerofficier Arminius (Laurence Rupp) eropuit om de adelaar terug te krijgen, ongeacht de hoeveelheid Germaanse slachtoffers die er daarvoor moeten vallen. ‘Dat gebeurt er wanneer je ruzie zoekt met Rome’, aldus Arminius.
Verhaaltechnisch komt Barbaren wat traag op gang. Het stelen van de adelaar voelt ook meer als een schelmenstreek – ze steken er nog net hun middelvinger niet bij op – niet als het startschot voor een legendarische (en historische) strijd, al zijn Thusnelda en Folkwin tegelijkertijd volkomen bereid er soldatenlevens voor op te offeren. Wat dat betreft zijn zij diegenen die de zaken onnodig escaleren. Gezien het feit dat de Romeinen zelfs de schijn van ongehoorzaamheid met geweld beantwoorden, wat hadden ze dan gedacht dat er daarna zou gebeuren?
De eerste drie afleveringen ogen nogal rommelig. De gebeurtenissen volgen elkaar in hoog tempo op. Er is verraad en dubbelverraad, de adelaar wordt gestolen en teruggebracht, stamhoofd Segimer (Nicki von Tempelhoff) legt zich wel/niet/wel/niet neer bij de Romeinse overheersing en Thusnelda wordt vastgebonden en weer losgelaten. Barbaren schuwt de gruwelijke taferelen niet: aan het einde van aflevering twee is er een familie publiekelijk gekruisigd. Maar omdat de serie voor dat moment nauwelijks tijd heeft besteed aan deze familie komen de gruweldaden nauwelijks binnen.
Het gebrek aan uitwerking komt ook terug aan het einde van de eerste aflevering, waarin een personage plots een onvoorziene link blijkt te hebben met de Germaanse stam waar Thusnelda en Folkwin toe behoren. De verrassing zelf is redelijk effectief, en in de afleveringen daarop ontpopt het personage zich meer en meer tot de MVP (most valuable player / meest waardevolle speler) van de serie. Toch hadden zijn beslissingen zoveel meer impact gehad als de makers zijn voorgeschiedenis wat verder hadden uitgewerkt. En nee, iedereen hetzelfde vriendschapsbandje geven is dan niet afdoende.