Hoe maakbaar is een tijdrit? Mathieu Heijboer (head of performance bij Visma | Lease a Bike) analyseert vooraf en probeert al het toeval voor te zijn, maar wordt op de uiteindelijke etappe dag soms toch nog verrast door de vorm van een renner.
In de 22,6 kilometer lange tijdrit in de Tour van 2023 wist Jonas Vingegaard 1 minuut en 38 seconden te winnen op naaste concurrent Pogacar. Volgens wieleranalist (en oud-wereldkampioen tijdrijden) Tom Dumoulin waren we getuige van ‘de beste tijdrit ooit verreden.’ Mathieu Heijboer, vanuit zijn functie hoofdverantwoordelijke voor de tijdritten bij het team van Visma | Lease a Bike over die bijzondere dag en het belang van een goede voorbereiding. Heijboer: ‘Van alle onderdelen in de wielersport is de tijdrit het best te controleren.’
Kun je een tijdrit van tevoren ‘helemaal uittekenen? Je kunt met tijdrijden veel metingen vooraf doen. Ik weet de wattages die een renner ongeveer kan trappen over een lange tijdsduur. Dus als ik de afstand weet van de tijdrit, kan ik ook een inschatting maken hoe lang een renner erover gaat doen. Zo modelleren we hoe een tijdrit ongeveer gaat verlopen. Dan heb ik nog niet de omstandigheden buiten meegenomen. Het kan regenen, hard waaien, de temperatuur speelt een rol. Maar van alle onderdelen in de wielersport is de tijdrit het best te controleren.’
Met welke waarden rekent jullie rekenmodel? ‘Aan de ene kant heb je als input de data die we hebben verzameld. Hoe hard kan een renner trappen, hoe aerodynamisch zit hij op de fiets? De aerodynamica wordt mede bepaald door de keuze die we maken op basis van materiaal. We kunnen een heel snelle fiets kiezen met hoge wielen. Die is vaak wat zwaarder – als er een tijdrit is met veel hoogteverschil, speelt gewicht een rol. We zoeken naar de balans tussen aerodynamica en gewicht. Alle gegevens stoppen we in het model, maar er zijn natuurlijk ook onzekere factoren, zoals het weer en vorm van de dag, en dat maakt deze sport zo mooi. Daarnaast zijn er nog factoren die we niet goed in een model kunnen vangen, bijvoorbeeld de stuurvaardigheid. Het is niet eenvoudig het verschil in bochtsnelheid en stuurmanskunst te modelleren van de ene renner ten opzichte van de andere. We weten dat, in ons geval, Jonas Vingegaard heel vaardig is op de fiets. Hij neemt dus heel goede bochten. Alleen, hoeveel seconden dat scheelt aan het eind van een tijdrit ten opzichte van een mindere stuurman, is moeilijk in te schatten.’
Hoe belangrijk is de keuze voor een bepaalde fiets? ‘Bij een renner wordt grofweg 25 procent van de weerstand bepaald door het materiaal. Die andere 75 procent wordt bepaald door de renner. Natuurlijk is het bedoeling dat onze renners steeds sterker worden en meer vermogens gaan leveren, maar minstens zo belangrijk is om alle factoren die weerstand bieden te verlagen. Met name de aerodynamica, want in negen van de tien gevallen is aerodynamica de grootste factor om te overwinnen. In ons model wordt gerekend met de factoren aerodynamica, gewicht, rolweerstand en frictieweerstand. Als er bijvoorbeeld sprake is van een klimtijdrit, dan wordt de factor gewicht veel groter. In een vlakke tijdrit is de factor aerodynamica het grootst. De variabelen van die componenten veranderen. We zijn continu bezig deze weerstanden zo laag mogelijk te krijgen zodat de renner met eenzelfde energieoverbrenging harder gaat.’
Is er ook een nadeel aan een lichte, snelle fiets die zo min mogelijk weerstand ervaart? ‘Elke aanpassing die we doorvoeren om de weerstand te verlagen of lichter te worden, gaat altijd gepaard met een iets groter risico op pech. We hebben bijvoorbeeld tijdritbanden, waarbij de kans op lekrijden een iets groter is dan bij normale banden. Hetzelfde geldt voor een aerodynamische positie: we kunnen in de windtunnel renners heel aerodynamisch op de fiets zetten, maar dat vergroot het risico dat een renner die positie niet lang vol kan houden of dat hij instabiel op de fiets zit. Dat gaat weer ten koste van de kracht die de renner kan leveren of de stuurvaardigheid. Het is continu een zoektocht naar de balans tussen comfort en kracht aan de ene kant en aan de andere kant de strijd om weerstanden te verlagen, terwijl dat laatste weer risico’s met zich meebrengt.’
In de tijdrit van Vingegaard in de Tour van 2023 pakte hij meer dan anderhalve minuut op Pogacar. Waar zit ’m dat nou in? ‘Hier was Vingegaard simpelweg veel beter dan alle andere renners. Omdat hij technisch ook zo perfect reed, werd de indruk gewekt dat hij beter had verkend en betere bochten reed. Wij hebben die tijdrit nadien heel nauwkeurig geanalyseerd en eigenlijk 80 procent van de tijdwinst op Pogacar kwam voort omdat Vingegaard gewoon harder klom dan Pogacar.’
Lees verder in VARAgids 26-27, bladzijde 31. Vanaf dinsdag 25 juni 2024 te koop in de winkel.
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief