In gesprek met Rob Oudkerk (1955), wiens grootvader voorzitter was van de omstreden Joodse Raad. Zijn moeder Virrie redde ondertussen de levens van talloze joodse kinderen.
Rob Oudkerk, ex-politicus en ex-huisarts, vroeg zich na zijn pensioen al af wat hij met zijn vrije tijd zou gaan doen, toen zijn grootvader en zijn moeder postuum het onverwachte antwoord op gaven. Oudkerk werd benaderd door de makers van de serie De Joodse Raad. ‘Ik werd wel vaker benaderd door mensen die bijvoorbeeld een boek wilden schrijven over de Joodse Raad en dacht dan altijd: ja mijn grootvader David Cohen wás inderdaad een van de twee voorzitters van die Raad, maar ik was nog een kind toen hij overleed en de tijd waarin hij voorzitter was, heb ik helemaal niet meegemaakt. Dus wat kan ik toevoegen aan de historische gegevens die al bekend zijn? Maar dit bleek toch anders, veel persoonlijker. De serie zou gemaakt worden vanuit het perspectief van de relatie tussen mijn grootvader en mijn moeder Virrie. En als enig kind was ik wel de persoon die ze goed kende.’
David Cohen, gespeeld door Pierre Bokma, en mede-Raad- voorzitter Bram Asscher (Jack Wouterse) werden klemgezet door de Duitsers en, zo is te zien in een fenomenaal goede scène aan het eind van het vijfde en laatste deel, medeplichtig gemaakt aan de vernietiging van de eigen gemeenschap. Bij monde van Pierre Bokma en de scriptschrijvers, krijgt Oudkerks opa daarin de kans om fel uiteen te zetten wat een gruwelijke en onmogelijke positie hij en de andere raadsleden hadden. Davids dochter Virrie, de moeder van Rob Oudkerk en steengoed gespeeld door Claire Bender, was een jonge vrouw die in de tijd dat David voorzitter werd van de Raad, werkte op Joodse crèches in aanvankelijk Rotterdam en later Amsterdam. Zij begon kindertjes naar onderduikadressen te smok- kelen want voelde dat die trans- porten niet deugden.
‘Als je het heel plat zegt,’ vertelt Oudkerk tijdens een indringend en emotioneel gesprek in de lobby van een Amsterdams hotel, ‘zat mijn moeder in de achterkamer van hun woning lijsten te maken van kinderen die ze eventueel kon wegsmokkelen, terwijl in de voorkamer haar vader zat te over- leggen met Bram Asscher en later gedwongen werd om lijsten te maken van mensen om te worden weggevoerd. Het was een absurde situatie in dat huis, Kafka had dit niet kunnen verzinnen. Maar het is een historisch gegeven, en wat mij betreft dus “vrij” om over te schrijven of een script over te maken.
De Joodse Raad was in 1941 ingesteld op last van de Duitsers, voor samenwerking met de joodse gemeenschap in Nederland, maar in de praktijk was het een handig werktuig en dwangmiddel om de joodse bevolking op te jagen, te vernederen en naar de werk- en vernietigingskampen te sturen. Op een zeker moment in 1943 moesten de leden van de Joodse Raad een lijst met 7000 mensen aanleveren die (in het hele land) voor de Joodse Raad werkten en op transport moesten, mensen uit hun eigen geledingen. Een bevel dat ze uitvoerden. Na de oorlog werd er hard over de Joodse Raad geoordeeld, door historici, door de weinigen die terug keerden, door bijna iedereen eigenlijk. Soms werd harder over de Joodse Raad geoordeeld dan over het regime dat de wreedheden had bedacht. De voorzitters van de Raad, David Cohen en Abraham Asscher, zijn in 1947 zelfs gearresteerd op verdenking van collaboratie. En de Joodse Raad werd het symbool van het ergste verraad mogelijk: je eigen mensen uitleveren om zelf buiten schot te blijven.
Maar wat geen historisch gegeven was, is hoe die relatie tussen vader en dochter was, dat is iets van mijn familie. Ik ben tien jaar na de oorlog geboren en in de loop van mijn kindertijd betrokken geraakt bij mijn familie en onderdeel geworden – erin verzeild geraakt, zo voelt het wel eens – van mijn familiegeschiedenis. Ik heb me er indertijd eigenlijk niet zo mee bemoeid en in verdiept, met die geschiedenis, maar de makers van de serie leid- den mij naar herinneringen, die ook verwoord zijn in een soort dagboekje dat mijn moeder ooit had geschreven en mij kort voor haar dood heeft gegeven. Het is een typisch Virrie-geschrift, ze gebruikt het hele papier werkelijk aan alle kanten, in de kantlijnen staan opmerkingen als “ja, hier denk ik een paar jaar later toch heel anders over”. In de serie zie ik haar zo mooi terug, zoals ze zichzelf en haar familie heeft beschreven.’
Lees verder in VARAgids 10 vanaf bladzijde 26
'Vrijwel alles is volstrekt authentiek en werkelijk gebeurd en dus voelt het voor mij persoonlijk, bijna als een documentaire.'
Meer over:
varagidsOntvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief