Als een meisje of vrouw elke dag op een vast tijdstip de pil, dan voorkomt dit dat ze zwanger raakt. De pil is de meest populaire vorm van anticonceptie, maar beschermt niet tegen soa’s en hiv. Gebruik daarom altijd een condoom als er nieuwe piemels in het spel zijn.
Hoe werkt dat dan?
De
anticonceptiepil
werkt op basis van
hormonen
. Deze hormonen zorgen dat er geen eicel meer vrijkomt. Ook maakt de pil het slijm in de baarmoederhals dikker, waardoor zaadcellen er minder makkelijk doorheen komen. En de hormonen beïnvloeden de baarmoederwand, zodat een eitje zich ook niet kan innestelen, mocht die toch bevrucht zijn.
Zo neem je hem
In 1 strip zitten meestal 21 pillen. Als je 21 pillen hebt ingenomen, slik je 7 dagen lang geen pil. Dit heet de stopweek. In deze week word je
ongesteld
. Ook in de stopweek ben je beschermd tegen
zwangerschap
(ook al slik je dan dus een week geen pil). Na de stopweek begin je weer met een nieuwe strip. Ook als je nog bloed verliest na die 7 dagen, kun je gewoon met een nieuwe strip beginnen. Het bloedverlies stopt vanzelf.
Maar let op!
Heb je de pil niet goed geslikt, ben je te laat bent begonnen met je nieuwe strip, heb je diarree gehad of overgegeven? Dan kan je alsnog zwanger raken. Seks daarom met een
condoom
als je geen zin hebt in baby’s.
Andere opties
Sommige mensen vinden de pil helemaal niks. Omdat je
hormonen
binnen krijgt bijvoorbeeld (en die kunnen je een depressief gevoel geven) of omdat het dagelijks slikken van een pil je tegenstaat. Gelukkig zijn er daarom nog heel veel andere vormen van anticonceptie. Denk aan de
nuvaring
, het
hormoonspiraaltje, het koperspiraal
, de
prikpil
,
implanon
,
condooms
, het
pessarium
of
periodieke onthouding
. Er is dus altijd wel eentje die bij jou past. Overleg met je huisarts welke dat kan zijn.