Mijn buurvrouw trok gisteravond zo hard aan haar hondenriem dat haar hond vervolgens een 360º draai door de lucht maakte. Kort na deze wilde actie schreeuwde ze: “Luisteren! Blijf bij me!” En ik? Ik was woest en keek toe.
Met een zakje chocoladepinda’s in de hand, slechts drie meter verwijderd van mijn voordeur, ging het rond tien uur ineens helemaal fout tussen mijn buurvrouw en haar hond. Ik was verward en woest door de hele situatie. Toen ik de trap van mijn appartement opliep en neerplofte op de bank speelde ik het moment in mijn hoofd nog eens af. Wat bezielde haar om na een avondwandelingetje zo belachelijk tekeer te gaan tegen een dier? Het ging helemaal los in mijn bovenkamer: Had ik de dierenbescherming moeten bellen? Of viel het allemaal wel mee? Misschien was dit slechts een incident, en was mijn buurvrouw de afgelopen tien jaar altijd goed voor haar hond geweest. Deze laatste gedachtegang sloeg echter als een kut op een gebakje: Als ik een cavia de lucht in zou trappen waar ik altijd goed voor ben geweest, dan zou ik nog steeds verwerpelijk bezig zijn. Ik kwam tot de conclusie dat ik gewoon had moeten doen wat ik op het moment suprême al wilde doen: mijn buurvrouw aanspreken op haar gedrag.
Bek vol tanden
Maar nu de hamvraag: waarom zei ik niks en glimlachte ik vriendelijk naar mijn buurvrouw terwijl ik chocopinda’s verorberde? Ik wist precies wat ik wilde zeggen - alleen niet hoe ik het moest verwoorden, zonder kans te lopen dat de boel volledig zou ontsporen. Ik heb mijn hart op de tong en dat zorgt ervoor dat de zaken - zeker in dit soort gevallen - snel kunnen escaleren. Als mijn hart op het trottoir voor mijn huis eruit was gefloept dan had ik vanuit emotie waarschijnlijk iets geroepen in de trant van: “Je bent een teringlijer en een complete idioot als je je frustraties op je hond projecteert.” Ik ben blij dat ik niet direct uit heftige emotie heb gereageerd, maar ik heb uiteindelijk niks gezegd en daar heb ik spijt van.
Burenruzie
Los van je eigen reactie heb je te dealen met de reactie van de persoon die je aanspreekt op diens gedrag. Het volgende prangende vraagstuk dient zich aan: kun je je ongenoegen - in een vergelijkbare situatie - uiten zonder risico te lopen dat de confrontatie uitmondt in een ouderwetse burenruzie? Iemand aanspreken op vertoond gedrag staat garant voor ongemakkelijke situaties - en daarbij komt dat er altijd kans is op een verhitte discussie. Zeker als het kritiek op vreemden betreft (dat is deze buurvrouw). Ik deins niet terug om een bellend persoon in de stiltecoupe te vertellen dat hij of zij even ergens anders moet gaan zitten. Maar waarom ik het juist in dit geval moeilijk vond om de juiste woorden te vinden: kritiek leveren op hoe iemand met een ander omgaat ligt extra gevoelig. Mijn basisschoolleraar Bas schreef op de eerste schooldag van het jaar 2001 op het bord: ‘behandel een ander zoals je jezelf zou behandelen’. Ik denk niet dat mijn buurvrouw zichzelf zou lanceren met een hondenriem om haar nek, en een speaker met haar eigen stem tegen haar oor zou houden waaruit ze zichzelf hoort schreeuwen: “Luisteren! Blijf bij me!” Mijn buurvrouw heeft waarschijnlijk ook een meester Bas gehad, of iemand anders, die haar heeft geleerd anderen met respect te behandelen. Wat ik ook tegen haar had gezegd, mijn buurvrouw voelde zich waarschijnlijk betrapt op onethisch handelen - en dus persoonlijke aangevallen op haar empathisch vermogen. Dit maakt de kans op heftige vechtreacties en escalaties tienduizend keer zo groot. Los van de gevoeligheid van dit soort klotesituaties had ik met mijn commentaar sowieso olie op het vuur gegooid. Gezien de manier waarop ze tegen haar hond tekeerging, was deze buurvrouw al flink geïrriteerd.
Waar bemoei je je mee?
Ik denk dat ze zich door mijn commentaar ook nog eens zou schamen. Bij schaamte komt een spervuur aan ongeleide emoties los. Het is een beetje zoals fietsers die lachen nadat ze heel hard zijn gevallen. Mensen doen rare dingen als ze worden overvallen door iets of iemand waar ze zich vervolgens gegeneerd door voelen. Mijn buurvrouw had waarschijnlijk iets teruggeroepen als: “het is mijn hond, waar bemoei jij je mee?” Dezelfde reactie had ik gekregen als ik heel rustig had gezegd: “Ik zou misschien niet zo hard aan die lijn trekken.” Je kan het in het geval van gisteravond eigenlijk nooit goed doen als onvrijwillige bijstander met een mening. Je bent grotendeels afhankelijk van het incasseringsvermogen, en dus de reactie, van de ander. Je moet hopen op het beste.
Alles voor de hond
Wat nu? In een ideale wereld, waarin iedereen relaxt is, zou dit niet zijn gebeurd. Stel je toch eens voor: een fluitende buurvrouw die wat rondloopt, een hond die rustig kan doen wat honden doen als ze worden uitgelaten en een jongeman druk bezig met het vermalen van pinda’s. Als je iemand netjes aanspreekt op zijn gedrag zou er niks aan de hand moeten zijn. De volgende keer dat ik mijn buurvrouw zie vertel ik haar - zo kalm en genuanceerd als ik kan - wat me dwarszit. Hopelijk neemt ze mijn woorden mee naar huis en past ze haar gedrag aan. Waarschijnlijk krijg ik wat chagrijnige woorden en andere shit naar mijn hoofd. Daarnaast is de kans groot dat er een permanente ongemakkelijke situatie zal ontstaan tussen mij en de buurvrouw. Dat is jammer genoeg dan maar zo. Het is het waard. Een hond heeft namelijk permanent een bek vol tanden.
Lees ook deze column van Emma over monogaam blijven als je op wereldreis bent.