Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?
Waarom kiest Natasja Gibbs voor meer openheid over haar verleden?
04-01-2021
•
leestijd 9 minuten
•
31543 keer bekeken
•
Natasja Gibbs
Problemen met geweld en religie tekenden de jeugd van presentator en journalist Natasja Gibbs. ‘Nu geniet ik. Maar ik heb altijd in mijn achterhoofd dat ik dat armoedige rijst met ketchup-gevoel nooit meer wil meemaken.’
De Nieuws BV, maandag t/m vrijdag om 12.00 bij NPO Radio 1 en NPO 2
Ze heeft een kapsel als een vulkaanuitbarsting waaronder indrukwekkende oorbellen bungelen. Verder: Elvis-franjes, een knalgele coltrui in combinatie met gestipte bell bottom-broek enboots met sporen die John Wayne niet zouden misstaan. Natasja Gibbs houdt er qua verschijning rekening mee dat actualiteitenprogramma De nieuws BV niet alleen te beluisteren is, maar ook als talkshow kan worden bekeken. Over die unieke combinatie zegt ze: ‘Gaaf en geweldig. Maar het bezorgt me af en toe een split brein-moment. Ik kom uit de radio-hoek waar nuances in stemgebruik en stiltes tellen. Nu spelen lichaamshouding of een glimlach ook een rol. Soms is er sprake van een ongemakkelijk compromis. Dan schreeuw ik naar collega’s: we maken wel radio hoor. En roepen zij terug: ja, maar ook televisie.’
Gibbs duikt niet alleen voor De nieuws BV graag in haar kledingkast. Ze koestert versiering en kleur – ze omschrijft haar uitgesproken stijl als stoer met een knipoog – omdat ze het als kind niet voor het uitkiezen had. ‘Er was thuis geen geld. Het was rondsnuffelen in de zak van Max. En daarnaast ben ik heel conservatief opgevoed. Mijn ouders waren Jehova’s Getuigen. Ik ging altijd naar de kerk in een grijze outfit. Maar dat maakte mij uiteindelijk creatief. Daarom word ik nu vrolijk van mijn kledingkast. Het is een cadeautje dat er van alles te kiezen valt en dat ik daarmee een glimlach op iemands gezicht kan toveren.’
De Amsterdamse groeide op om de hoek van het Mediapark waar ze sinds september vier dagen per week te vinden is voor De nieuws BV . Maar naast geldgebrek kijkt ze verder ook niet bepaald terug op een Gooise Kinderen voor Kinderen-jeugd, zegt zij. Haar ouders, afkomstig van de Antillen, hadden een turbulent huwelijk waar huiselijk geweld schering en inslag was. Die situatie escaleerde waardoor Gibbs rond haar 8ste met moeder en jongere zusje en broertje een jaar lang in verschillende blijf-van-mijn-lijfhuizen moest onderduiken. Haar vader, met wie ze geen contact meer heeft, stalkte het gezin. Haar moeder worstelde vervolgens met depressies. Lange tijd praatte Gibbs om de problemen heen. Zei ze dat haar vader veel in het buitenland verbleef wanneer gevraagd werd naar zijn afwezigheid. Nu verbloemt ze die negatieve kanten van haar jeugd niet langer.
Waarom kies je voor meer openheid over je verleden? Omdat schaamte verdwijnt wanneer zaken bespreekbaar zijn. En omdat er nou eenmaal tegenstellingen bestaan. Bij bijvoorbeeld Hilversum denken veel mensen aan de media, luxe, gezelligheid en welvaart. Dat Hilversum bestaat. Daarnaast is er een Hilversum dat huiselijk geweld, slechte huwelijken en sociale ongelijkheid kent. Ik heb het meegemaakt en wil daarover praten. Niet als slachtoffer, dat vind ik een naar woord. Want dat impliceert dat er na zo’n zware periode geen nieuw leven, mooie dingen of succesvol vooruitzicht mogelijk zijn. Ik noem mezelf liever een overlever. Iemand die een verhaal van kracht wil delen. Die donkere wolk van geweld en armoede maken onderdeel uit van mijn verleden. Of nee donkere wolk is niet de juiste aanduiding. Het is mijn ontstaansgeschiedenis die invloed had en heeft op mijn keuzes.
Wat heb je geleerd van die periode? Dat achter ieder gezicht een verhaal schuilt. Soms plagen mijn vrienden mij om die benadering, vinden ze het soft of te veel vergoelijkend. Wanneer iemand woest in het verkeer reageert, zeg ik: ja maar hij of zij had vast een reden voor die slechte dag. Kortom: ga nooit alleen af op wat je op het eerste gezicht waarneemt. Niet iedereen kijkt verder, merk ik als ik de kilheid zie waarmee in Nederland soms wordt gereageerd op armoede. Zo van: eigen schuld, dikke bult. Ook: moet je maar harder werken, je meer invechten. Maar velen zitten niet door eigen toedoen in de penarie. En soms ook wel. Ik denk dat mijn ouders op bepaalde momenten verkeerde beslissingen hebben genomen. Als kinderen krijg je automatisch met de gevolgen te maken. Die moeilijke tijd heeft mij dankbaar gemaakt voor alles wat ik nu heb. Ik presenteer een programma, kan naar de supermarkt gaan zonder me zorgen te maken over wat ik in mijn mandje gooi. Ook heb ik thuis op de bank van die momentjes. Dan zie ik mijn vriend, mijn goed gevulde boekenkast en mijn kat Davis en dan denk ik: als ik als kind had geweten dat het zo zou aflopen, was ik een stuk geruster geweest. Ik geniet volop, maar zal altijd iets achter de hand houden voor het geval er wat misgaat. Nadat we uit het blijf-van-mijn-lijfhuis kwamen, stond mijn moeder er alleen voor. Ze werkte zich een slag in de rondte: nachtdiensten in de zorg, schoonmaken, aan de lopende band in de Unox-fabriek soepzakjes inpakken. Toch was er steeds die vraag: gaan we het einde van de week redden met de boodschappen? Regelmatig was het rijst met ketchup eten of zaten we op een rantsoen van twee plakjes brood. Dat rijst met ketchup-gevoel wil ik nooit, nooit maar dan ook nooit meer meemaken.
Natasja Gibbs noemt haar conservatieve opvoeding als dochter van Jehova’s Getuigen als ander belangrijk hoofdstuk dat haar heeft gevormd als mens en journalist. ‘Ik zie het als een vrij sektarisch geloof dat bij mij op jonge leeftijd al het gevoel opriep: dit is niet in orde. Anderen uitsluiten die niet dezelfde religie aanhangen. Dat is geen wereld waarin ik wilde leven. En net als bij onrecht en sociale ongelijkheid dacht ik ook hierbij: waarom, waarom, waarom? En: dit kan niet waar zijn. Ik schreef het van mij af in dagboeken, bij wijze van uitlaatklep.
Natasja Gibbs - De Nieuws BV
Op de middelbare school maakte ik daarna stukjes voor de schoolkrant. Dat gebeurde op een moment dat ik echt niet wist wat ik met mijn leven aan moest. Want een vervolgopleiding was vanwege religie niet geaccepteerd. Mijn moeder wilde eigenlijk gewoon dat ik ging werken. Maar wat moest ik doen dan zonder diploma’s? Mijn leraar kwam met het idee voor de School voor de Journalistiek in Utrecht. Dan kon ik schrijven en verder onderzoek doen naar onrecht en andere zaken waarover ik mij opwond. Een gouden vondst die tevens de sleutel naar vrijheid was. Maar toen ik dat ging doen, werd de deur thuis gesloten en was ik niet meer welkom. Nadat mijn moeder mij afzette bij mijn kamer op Kanaleneiland heb ik haar twee jaar niet gezien of gesproken.
Kon je dat rijmen: je moeder die eerst voor je knokte en je vervolgens niet wilde zien? Dat is het vreemde in mijn ogen van die religie. Die kan ervoor zorgen dat je zodanig wordt geleid dat je bereid bent de liefde voor je kinderen opzij te zetten. Na twee jaar besloot ik haar te bellen. Ze is en blijft toch mijn moeder, dacht ik. Ze is inmiddels uit die sekte gestapt en we zijn nu closer dan ooit. Ze zegt dat ze heel veel spijt en pijn heeft van wat er gebeurd is, ze wilde het niet zo en zou alles anders doen wanneer dat had gekund. Ik geloof haar, ze is een oprecht en liefdevol mens. Ik neem haar niets kwalijk, therapiesessies hebben geholpen om dingen een plek te geven en om erover te kunnen praten. Ondanks het verdriet destijds om mijn moeder, heb ik genoten van die periode in Utrecht. Alles ingehaald wat eerder niet kon of mocht. Laat opblijven, te veel drinken, de meest vreselijke dingen eten, zelf mijn kleding bepalen. Vrij snel na de opleiding ben ik vertrokken naar Curaçao omdat ik daar aan de slag kon bij het Antilliaans Dagblad . Ik zou er zes maanden werken, maar uiteindelijk bleef ik vijf jaar.
Waarom ben je teruggekomen naar Nederland? Aan de ene kant zijn de eilanden een journalistiek walhalla waar je dicht bij het vuur zit en van alles kunt verslaan. Over politiek, economie, toerisme. Aan de andere kant is het best klein. Ik reisde regelmatig terug naar Nederland en dan merkte ik dat mijn vrienden verder waren gegaan en zich bezighielden met grotere vraagstukken. Ik zat toch vast in dat regionale. Niks mis mee, maar ik had ook weleens zin in die grotere vraagstukken. Solliciteren op afstand lukte toen niet, nu met corona zou dat wel kunnen. Bovendien kenmerkten de media in Nederland zich in 2012, 2013 door de tap on the shoulder-mentaliteit. Ik bedoel: iedereen viste uit eigen netwerk als het om vacatures ging. Als zwarte Caraïbische vrouw kwam je daar moeilijk tussen. Nu merk ik de urgentie rond meer diversiteit. Die is voelbaar. En het publiek wil het ook gewoon. Dus moeten we er met z’n allen aan gaan werken, zonder elkaar verwijten te maken. De wil is er vaak wel, maar de kennis of het netwerk ontbreekt. Zo kom ik bij De nieuws BV aan met namen die niet in de telefoon van anderen staan en draag ik bijvoorbeeld veel Caraïbische onderwerpen aan.
Hoe kijk je naar Giovanca en Natacha Harlequin die zonder gedegen journalistieke achtergrond een prominente tv-positie kregen? Met veel belangstelling. Lastig. Maar zonder afbreuk te doen aan Giovanca of Natacha – zij zijn mensen die gedegen hun werk doen – baal ik er wel eens van. Er zijn zoveel goede vrouwelijke diverse journalisten en presentatoren. Waarom staan die niet op de radar? Jammer. Het doet afbreuk aan het vak en de kunde die er wel degelijk bestaat. Bovendien voedt het de retoriek: nou zie je wel, ze kunnen het niet. Anderen van kleur met een diverse achtergrond hebben daar last van.
Je bent niet heel donker, geboren en getogen in Hilversum en praat Gooiser dan Linda de Mol. Waarom noem je jezelf een zwarte Caraïbische vrouw? Daar heb ik zelf ook lang over nagedacht. Mijn buurman op Curaçao zei: Natasja, je bent helemaal niet zwart, waar heb je het over? Maar dat slaat niet op mijn kleur alleen. Mijn vader is een paar tinten zwarter dan ik. Ik heb het over mijn culturele achtergrond, de diaspora, de omgeving waar ik vandaan kom, de geschiedenis.
Heb je last van discriminatie? Ik heb last gehad van stereotype beelden. Bijvoorbeeld tijdens het daten toen ik naar de School voor de Journalistiek in Utrecht ging. Toch een vrij witte omgeving en opleiding. Dan stond ik in de kroeg met een leuke vent en hoorde ik: ik heb eigenlijk nog nooit seks gehad met een zwarte vrouw. Dat lijkt me best wel spannend. Die seksualisering en objectificatie: een exotische verrassing, leuk genoeg voor in bed, maar niet om mee naar huis te nemen en voor te stellen. Daar heb ik mee te maken gehad. Andersom geldt het ook: ik heb een witte vriend en sommige mensen zijn daardoor teleurgesteld. Ik kan me dat aan de ene kant voorstellen, het gaat te ver om daar helemaal over uit te weiden, maar die moeite met interraciale relaties ligt verankerd in de geschiedenis. Maar ik vind ook: jammer dat je zo denkt. En bovendien verwacht ik wel dat je mijn liefde voor mijn partner respecteert. Heel simpel.
Je voorgangers Renze Klamer en Willemijn Veenhoven presenteren grote praatprogramma’s. Wanneer volg jij in hun voetsporen? Voorlopig niet. Ik zit goed bij De nieuws BV . En het is voor het eerst dat ik wekelijks vier dagen een programma heb. Mensen waarschuwden mij dat het topsport zou zijn. En dat klopt, ik vind het heel pittig. Want het vergt totale focus. Ik wil alles weten, me inlezen, documentaires bekijken, een biografie doorspitten. Maar ook kijken naar interviewtechnieken en de manier waarop je een onderwerp aanpakt. Met Tijs van den Brink heb ik een leuke sessie gehad en met Lara Rense voer ik fijne gesprekken. Zij zei: het is een eenzaam vak. Toen dacht ik: gelukkig dat zij dat ook vindt, ik ben dus niet helemaal gek. Ik ben zo kritisch op mezelf, luister elke uitzending terug, soms met zelfhaat omdat ik het dan niet goed genoeg vind. Dat kan ook de bedoeling niet zijn. Ik moet leren om dat gevoel los te laten. Ik wil dus eerst beter worden in wat ik nu doe voordat ik een volgende stap maak.
Wij zijn voor relevante achtergrondverhalen die nieuwe inzichten geven. Jij ook? Sluit je bij ons aan!