Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?
Is een burgemeester een crime fighter?
08-04-2019
•
leestijd 3 minuten
•
216 keer bekeken
•
In februari van dit jaar kreeg een ambtenaar van de gemeente Tiel een brandbom in z’n huis. Het onderzoek naar het incident loopt nog, maar intussen heeft Hans Beenakker, de burgemeester van Tiel, aan de bel getrokken: hij wil echt geen lokale sheriff meer zijn. Hij weet ook precies wat er moet gebeuren om te voorkomen dat de criminaliteit zich richt op burgemeesters en ambtenaren. In
De Nieuws BV
deed hij een oproep, in een gesprek met Patrick Lodiers.
PL: U voelt zich als burgemeester steeds meer een crime fighter. Kunt u dat uitleggen?
HB: Burgemeesters hebben in de loop der jaren steeds meer bevoegdheden gekregen in het bestrijden van de criminaliteit. Op zich is daar niks mis mee, aangezien het hoort bij de rol van de burgemeester als handhaver van de openbare orde. En omdat de burgemeester samen optrekt met politie en justitie. Maar je ziet dat steeds meer taken en bevoegdheden die bij politie en justitie zouden moeten liggen, bij de burgemeester terechtkomen.
Is het doorgeschoten?
Ik vind dat het doorschiet. De ministers vragen nu advies van de Raad van State, over nieuwe wetgeving, waarin de burgemeester een bestrijder van de criminaliteit wordt. Dat zal dan zo in de gemeentewet komen te staan. Daar ben ik niet voor.
Waarom niet?
De bestrijding van criminaliteit is vanzelfsprekend heel belangrijk, daar doe ik in mijn gemeente ook van alles aan. Maar wel samen met politie en justitie. En als er een straf opgelegd wordt, omdat iemand een strafbaar delict heeft gepleegd, dan verwacht je dat de rechter deze straf oplegt.
De burgemeester die tijdelijke maatregelen neemt om de openbare orde te handhaven, of in het geval van brandgevaar, of als er drugs gedeald wordt in de straat – prima. Maar als ik een woning sluit, en de rechter doet vervolgens niks, of heel weinig, dan zijn we volgens mij op de verkeerde weg.
De aanleiding voor het openen van deze discussie was begin februari. Bij één van uw medewerkers werd een brandbom naar binnen gegooid. Hoe voelde u zich daarbij?
Het is natuurlijk een uitermate naar incident. Zoiets heeft een enorme impact op de betrokken ambtenaar. Overigens loopt het onderzoek nog, en is het nog onduidelijk of dit incident ook een relatie met het werk heeft, hoewel die gedachte het meest voor de hand ligt.
Kijk, het bedreigen van een bestuurder heeft een enorme impact. Maar als die bedreigingen ook nog richting de ambtenaar gaan: dat is heftig. Voor hem en de betrokken medewerkers.
Het wordt te persoonlijk. Het wordt gespeeld op de burgemeester. Of op de ambtenaren die met dat dossier bezig zijn...
Het gekke is: als ik een woning sluit vanwege een hennepplantage, dan krijgt iemand een brief van mij, van burgemeester Beenakker. Daarin staat dan dat de desbetreffende woning voor drie maanden gesloten wordt. Dát vind ik eigenlijk gek. Want eigenlijk opereer je als driehoek: burgemeester – politie – ministerie. Díe zouden die brief eigenlijk moeten sturen. Als driehoek. Maar dat kan volgens de wet nu nog niet. Mijn oproep is dus: laten we dat veranderen. Want dan wordt het ook niet zo’n persoonlijk besluit van de burgemeester.
Daarnaast moet de rechter daarna ook snel actie ondernemen. Dat gebeurt nu vaak niet. Het duurt heel lang voordat er een rechterlijke uitspraak komt, na het sluiten van de woning. Of de rechter legt een veel lichtere straf op dan ik heb opgelegd. Dat is vreemd.