Jessie ontdekte een knobbeltje in haar borst. Het bleek borstkanker. Hoe is het om op jonge leeftijd borstkanker te hebben?
Jessie: ‘In januari een jaar geleden voelde mijn vriend een knobbel in mijn borst, een kleintje. Ik dacht: het zal wel niks zijn. Maar mijn vriend zei: "Laten we toch maar even naar de huisarts gaan." De huisarts zei dat het waarschijnlijk niks was; een ontsteking, iets wat vaker voorkomt bij jonge vrouwen. Dus toen ben ik weer naar huis gestuurd.’ Jurre: ‘Kwam het woord borstkanker toen al wel voorbij?’ Jessie: ‘Ik heb wel gezegd dat ik me zorgen maakte, want mijn moeder had toen ook kanker. Die is helaas overleden in november vorig jaar. Maar de arts nam me alsnog niet serieus.’
Knikkertje Helaas heeft de huisarts de situatie verkeerd ingeschat. Er is namelijk wel degelijk wat aan de hand. Jessie heeft borstkanker, zo blijkt enige tijd later. ‘Ik voelde een soort knikkertje. (…) de tumor begon ineens heel erg te groeien, pijn te doen. Het begon te branden en warm te worden. Ik voelde dat het groter werd.’ Jessie besluit over te stappen naar een andere huisarts, omdat ze zich door haar vorige huisarts niet voldoende serieus genomen voelde. ‘Dat was een vrouw, en die zei gelijk: “Volgens mij is het wel goed dat je hier zit, ik ga gelijk een spoedafspraak voor je maken bij de mammapoli.”’ Een paar dagen later kan Jessie terecht in het ziekenhuis, waar ze een biopt nemen uit haar borst en een mammografie maken. ‘Dan worden je tieten zo geplet in zo’n apparaat.’
Waarom? Vanaf dat moment gaat het snel. ‘Ik moest op het kantoor komen en daar vertelde de oncoloog aan mij dat ik borstkanker had.’ Een ingrijpend bericht: ‘Ik heb wel echt heel erg gehuild over de vraag waarom mij dit moest overkomen iets meer dan een maand na het overlijden van mijn moeder en waarom de huisarts mij niet eerder had doorgestuurd.’
Scans Wat volgt zijn allemaal scans. ‘Een MRI-scan, een PET-scan, CT-scan. Daarna hebben ze mij kunnen vertellen dat het op één
plek zat en niet was uitgezaaid.’ Het is goed te behandelen en de kans dat Jessie beter wordt is vijfennegentig procent. ‘Ik krijg eerst een half jaar chemo, dan wordt er door middel van een MRI-scan gekeken hoeveel de tumor is gekrompen. Daarna word ik geopereerd. Waarschijnlijk een borstsparende operatie, of een amputatie. Daarna krijg ik nog zeven jaar lang medicijnen en elke dag een prik om te voorkomen, of in ieder geval de kans te verkleinen, dat ik nog kanker krijg in de toekomst.’
Haaruitval en puistjes De diagnose doet veel met Jessie. Het heeft een enorme impact op haar zelfbeeld. ‘Het is allemaal zo onzeker. En ook je uiterlijk verandert heel erg.’ Door de chemo- en immuuntherapie krijgt Jessie bijvoorbeeld veel last van puistjes en valt haar haar uit. ‘De eerste maanden werd ik heel erg onzeker en was ik heel verdrietig dat ik niet meer de oude Jessie was. Je zelfbeeld verandert daarin wel heel erg, je moet op een gegeven moment accepteren dat de kanker je ziek maakt en je uiterlijk ook drastisch verandert. Maar ik heb heel veel steun gehaald uit mijn vriend, die me iedere dag vertelt hoe mooi ik ben. En dat ik er, ondanks dat ik ziek ben, mooi uitzie.’
Borstsparende operatie Over een tijdje moet Jessie onder het mes. En daar gaat nog een belangrijke beslissing aan vooraf, namelijk: wil je een borstsparende operatie of een amputatie? ‘Eerst wilde ik wel mijn borst laten amputeren. Ik dacht: dan ben ik ervan af. Maar ik heb pas geleden een gesprek gehad met de arts en er komt zoveel bij kijken (…) en de kans dat het (de kanker, red) weer terugkomt is even groot als bij een borstsparende operatie. Dus het heeft eigenlijk helemaal geen zin om het weg te halen. Dan moet ik maar goed onder controle blijven.’
Kinderen krijgen Ook Jessies toekomstbeeld vertroebelt door de kanker. Het is bijvoorbeeld niet zeker dat ze in de toekomst nog kinderen kan krijgen. ‘De artsen hebben mij verteld dat er negentig procent kans is dat ik vruchtbaar blijf. Maar er is dus tien procent kans dat ik onvruchtbaar word. Het tast dus ook je baarmoeder aan, en je eitjes. Dus ik krijg nu iedere maand een prik, waardoor ik in een soort natuurlijke overgang word gehouden.’ Net als een gewone overgang, alleen dan tien keer erger, volgens Jessie. Om de angst om toch onvruchtbaar te kunnen worden te beperken heeft Jessie daarom haar eitjes in laten vriezen. ‘Zodat, stel ik zou onvruchtbaar raken, ik via IVF alsnog kinderen zou kunnen krijgen. Dus ik heb nog steeds een kans om kinderen te krijgen, en dat is fijn.’