“Als kunstenaar moet je je onderscheiden. Ik ben niet in een hokje te plaatsen. Wat ik allemaal maak? Kaligrafie (schoonschrift), graffiti (straatkunst), graphic design (grafische vormgeving), typografie (tekstvormgeving) en ik ben artdirector (artistiek leider). Boven alles geniet ik het meest van vrij werk. Dan pak ik gewoon een doek en ga ik in het wilde weg schilderen met kwasten of spuiten met een spuitbus.”
Hiphop is een terugkerend thema in mijn werk
“Als ik mijn inspiratie kwijt ben luister ik naar hiphop. Je ziet dit genre ook regelmatig terug in mijn werk. Mijn stijl is rouw en ongerept. Toen rapper
Prodigy
van de rapformatie
Mobb Deep
overleed heb ik een doek van hem gemaakt. In kalligrafie heb ik een aantal van zijn teksten gemaakt en daarover heb ik een portret van hem geschilderd. Het was wel een lastig doek om te maken. Mijn broer Twann Rijven (40), ook kunstenaar, kwam me helpen – dat doet hij altijd als ik even vastloop. Ik werkte toentertijd in Hoorn. Op een avond was er een examenfeestje naast de carport – waar ik werkte - en opeens draaiden ze een nummer vanProdigy. Op dat moment zette ik net het laatste streepje. Ik had hem! Dat was echt een kippenvel moment. Hiphop is meer dan rappen over een driekwartsmaat. Het is de bron en inspiratie voor mijn kunst. Hiphop zit in mijn aderen.”
Van de overheid moet je het niet hebben in deze business
“Mijn huidige atelier zit in een oud schoolgebouw in Amsterdam-Oost. Er zitten veel andere kunstzinnige mensen in het gebouw dus dat werkt inspirerend. Het liefst zou ik wel een carport hebben waar ik vanuit zou kunnen werken. Mijn zoontjes Maliq (14), Lion (8) en Chezzi (4) chillen in de vakanties veel in mijn atelier. Een thuisatelier zou dus wel handiger zijn. Maar het voordeel van een atelier buitenshuis is dat je werk en thuis gescheiden kan houden. En zo kom je eigenlijk ook makkelijker in de zone. De eigenaar van het atelier is een vriend van mij – de zoon van
Jango Edwards,
een Amerikaan die in Amsterdam een cultstatus heeft verworven. Je moet het echt hebben van de mensen die je dingen gunnen in deze business. Van de overheid kan je als creatieveling niet veel verwachten qua fondsen. Als ik moet kiezen tussen geld of kunst - dan kies ik toch echt voor de kunst. Maar hoe vet is het als je kan leven van je hobby? Op dit moment lukt dat soms, maar nog niet altijd.”
Op de basisschool stonden docenten versteld van hoeveel ik al wist van kunst
“Mijn ouders waren geen kunstenaars, maar ze stelden mij en mijn broer wel bloot aan kunst en cultuur. Op de basisschool stonden docenten versteld van hoeveel ik al wist van kunst. Met name van hiphop. Mijn moeder luisterde veel naar soulartiesten en vanuit daar ben ik me gaan verdiepen in hiphop. Daar hoort natuurlijk niet alleen muziek, maar ook graffiti bij. Als ik in de klas stiekem naar
De La Soul
cassettebandjes zat te luisteren tekende ik mijn hele schrift vol met graffiti. Als ik moest leren voor een toets zaten mijn aantekeningen altijd onder de graffiti waardoor ik niet kon leren. Uiteindelijk heb ik wel mijn atheneum gehaald, maar nooit een studie of opleiding afgerond.”
Door mijn ex ben ik begonnen met doeken maken
“Eén van mijn exen zag mij altijd een beetje teken. Ze heeft toen ik 25 was een doek, kwasten en olieverf voor me gekocht. Ik maakte vervolgens een grote naakte donkere vrouw met krullen en een kop telefoon – alles waar ik toen in geïnteresseerd was. Dat doek was het begin. Ik was voor het eerst echt een beetje onder de indruk van mezelf. Ik werkte destijds in een coffeeshop en had al een kind. Opeens kon ik echt iets. Ik leerde van een vriend digitaal werken op een Wacon Board – digitaal bord- en kreeg plotseling veel opdrachten. Het gaat dus goed, maar het is wel jammer dat niet veel mensen mijn doeken kopen. Het digitale doet het nu beter. Maar op een doek kun je veel meer diepgang brengen.”
Een vrouwenlichaam is het mooiste wat er is op de wereld
“Vrouwen met rondingen zijn ook echt mijn grote inspiratie en signatuur. Het allermooiste wat er is op de wereld is een vrouwenlichaam. Ik maak altijd sterke donkere vrouwen. Dat mag van mij ook wel vaker gebeuren. Ik ben multicultureel opgevoed. Chezko is mijn artiestennaam maar het betekend ook Tsjech. Het is een bijnaam die ik van vrienden heb gekregen. Ik ben half Tsjechisch. Mijn ma komt uit het communistische Tsjechië. Ze heeft op haar 18
e
mijn pa, uit Zaandam, op een bessenpluk-vakantie in Engeland leren kennen. Dat mijn moeder op vakantie mocht naar Engeland was eigenlijk écht uniek voor die tijd (1968) als je uit Tsjechië kwam. Anderhalf jaar later trouwden ze en verhuisden mijn ouders naar Hoorn. Mijn opa en oma probeerden ook Tsjechië te verlaten, maar zijn opgepakt in het vliegtuig. Mijn opa heeft zijn hele leven nog in werkmijnen moeten werken tot zijn dood. Tot het communistische regime echt viel in 1989 moest ik me als kleine jongen, met mijn gezin, om het half jaar melden bij de Tsjechische ambassade – het communistische banket - in Nederland. Ik kan me dit alles nog heel goed herinneren. Wat ik hieraan over heb gehouden is dat ik tegen alles inga omdat het nu kan. Net als dat ik niet de makkelijke weg kies wat betreft carrière. Ik ben tenslotte kunstenaar.”
Ik kan zelf op een broodje pindakaas leven maar mijn kids niet
“Ik heb een bijbaantje naast het kunstenaar zijn. Ik werk ook nu in een coffeeshop. Af en toe steek ik een jointje op als ik af wil van de ruis in mijn hoofd tijdens het schilderen. Het werk is lekker afwisselend. Maar baantjes kunnen ook echt funest zijn voor je creativiteit. Als je er niet honderd procent voor gaat is het lastig om kunst te maken. Maar ik heb kinderen en er moet toch brood op de plank komen. Ik kan zelf op een broodje pindakaas leven, maar mijn kids niet.”
Social media is heel belangrijk voor mij als kunstenaar
“Social media is dé grote speler in mijn succes. Daardoor kennen mensen mijn werk. Het is een soort van gratis exposeren. Ik schets ook vaak live via Instastream. Zo zie je ook hoe een muurschildering of schets tot leven komt. Je ziet eigenlijk alleen maar kunstwerken van mij in mijn Instafeed. Ik ga geen foto’s van mijn kinderen daar tussendoorplaatsen - dat werkt te afleidend. Veel artiesten posten foto’s met grote artiesten en willen daar ook graag mee samenwerken. Maar de grootste artiest waar ik mee heb samengewerkt - en nog ga werken - is mijn grote broer Twann. Ik heb alles van hem geleerd en ik maak mijn kunst het liefst samen met hem.’’
Lees hier de vorige InstaMuseum met illustrator This Is Gary!