Janet, Jaïr en Karin kijken naar fragmenten uit de Toeslagenaffaire
© De Toeslagenaffaire: beelden van waarheid
In De Toeslagenaffaire: beelden van waarheid kijken gedupeerden Janet en Karin en kind van de Toeslagenaffaire Jaïr naar fragmenten uit De Toeslagenaffaire. De derde aflevering gaat over gezinnen die uit elkaar worden gerukt.
Het eerste fragment gaat over brieven van de Belastingdienst, waarin gevraagd wordt naar gegevens. ‘Op het eerste moment heb je het nog niet door’, vertelt Janet. ‘Maar op een gegeven moment als je erachter komt dat je niet verder komt, dat is heel eng. Ineens realiseer je je dat je aan het vechten bent tegen de grote Belastingdienst.’ Karin herkent zich hierin: ‘Je gaat eerst bellen waarom je die brief hebt gekregen. Op een gegeven moment moest ik gedwongen de uitkering in.’ Jaïr stond erbij toen zijn moeder de brief openmaakte: ‘Het was een fout, ze was daar heel stellig in.’
In het volgende fragment is te zien hoe er ruzie ontstaat in het gezin, op het moment dat de gegevens weer niet goedgekeurd worden. ‘Dit doet mij veel. Dit is gewoon het gezin kapotmaken. Dat is bij mij ook zo gebeurd', zegt Karin. Ook bij Jaïr maakt het fragment wat los: ‘Ik herken het beeld dat je in de andere kamer zit en dat je nadenkt over wat er nou binnen is gekomen. Ik was tien en achter een gesloten deur aan het nadenken over hoe ik mijn moeder kan helpen.’ Voor Janet was de situatie anders: ‘Ik woonde alleen, dus ik moest de frustraties bij mezelf houden. Ik ging schrijven in een boekje.’
In het derde fragment zie je hoe op de basisschool de kinderen worden meegenomen. Voor Janet een herkenbare situatie: ‘Bij mij gebeurde het ook op school. Ik werd gebeld dat ik naar school moest komen. Ik kwam daar aan en kreeg te horen dat hij per direct weg moest. Het hoort helemaal niet zo te gaan. Ik moest afscheid nemen en ik zou hem een week later zien. Dat was niet zo.’ Jaïr vertelde op school niks over zijn thuissituatie, uit angst voor wat er dan zou gebeuren: ‘Als ik naar school zou gaan en ik zou eerlijk zijn over hoe het thuis was, dan kwam de maatschappelijk werker. Ik wist dat als ik mijn mond open zou trekken, dat ik dan weg ben.’
Karins pasgeboren baby werd van haar afgenomen: ‘Ik raakte in 2009 mijn huis kwijt en ik was hoogzwanger. Toen ik mijn kind kreeg, ging ik naar het ziekenhuis. Toen ik naar huis kon, vroegen ze of ik kraamzorg had. Ik kon geen kraamzorg krijgen, want ik heb geen huis. De volgende dag stond de maatschappelijk werker aan mijn bed dat ze een pleeggezin gingen zoeken. Zonder dat ze een onderzoek gedaan hebben, hebben ze hem met acht dagen uit huis gehaald.’ Haar oudere twee kinderen werden opgehaald op school, zonder dat ze dat wist: ‘Ik stond op het schoolplein te wachten op mijn kinderen en alle ouders gingen met kinderen naar huis. En ik zie mijn kinderen niet komen.’
Meer over:
de toeslagenaffaireMeld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!