De pure verwennerij van Vroege Vogels | Column
• 22-01-2018
• leestijd 3 minuten
Bij Vroege Vogels zou ik ongetwijfeld een verwend nest worden. Dat zei iedereen. Van vrienden en familie tot oud-collega’s. Tot op het punt dat ik het zelf bijna ging geloven. Want natúúrlijk haal je op goede momenten vast je neus op voor het ‘gewone’ buitenleven als je eenmaal gewend raakt aan de ‘exquise natuur’ waar ik doorheen mag banjeren. En al helemaal als je ook nog begeleid wordt door experts die met hun kennis de gebieden nóg specialer maken. Ik denk bijvoorbeeld aan de afgelopen jaarwisseling in Düsseldorf. Door het magnifieke uitzicht op de Rijn hadden we de neiging om de hele dag voor het raam te zitten koekeloeren. Buiten zouden we immers onze bird view missen. Ook het klinken van de glazen om middernacht was onvergetelijk. Volgend jaar zullen mijn man en ik óf tevreden moeten zijn met een minder magnifieke locatie op Oud en Nieuw, óf we zoeken ons het schompes om vervolgens teleurgesteld tot de conclusie te komen dat het nooit meer wordt als toen die ene keer.
Vergelijk het bijvoorbeeld met koffie. De machineprut op kantoor smaakt een soort van prima. Je bent eigenlijk vooral dankbaar dat er überhaupt koffie is en het je weinig tot geen geld kost. Maar dan plopt er onderweg naar werk ineens zo’n hip ding uit het trottoir. Je kent het wel. Waar mannen met knotten en vrouwen met een neusring gehuld in hoog opgetrokken jeans zich door hun minimalistische designinterieur een weg naar je toe banen om te vragen wat je wil drinken. En dan bij voorkeur een Latte Macchiato met een driedubbele salto karamel, vanille infusion, en kokosschuimvlokken. Die je dan ook nog kan meenemen in een milieuvriendelijke beker. Dan is dat bakje op de zaak ineens niet veel meer dan verkleurd water.
En toch werkt het niet zo bij ‘De Vogels’, zoals iedereen bij BNNVARA ons hoekje in het gebouw liefkozend noemt. Ja, het is inderdaad boffen dat wij op plekken mogen komen waar geen mens ooit was. Althans, waar geen willekeurige wandelaars de revue passeren. Het zijn natuurgebieden die door hoge hekken met zware kettingsloten zijn afgesloten voor het publiek. Maar voor ons gaan de sloten eraf en de hekken open.
Toch worden we er niet verwend van. Het blijft keer op keer een groot privilege. Bovendien is er weinig wat een mens zó effectief nederig krijgt als indrukwekkende natuur. Zeker als je het voor het eerst te zien krijgt.
Van ’s nachts door de nevengeul van de Waal, de Passewaaij, waden om te zien welke vissen er zitten. Tot van heel dichtbij zien hoe dwergvleermuizen een zendertje opgepriegeld krijgen. Maar ook ontdekken dat tussen de stenen op het spoor bij Simpelveld miniscule en zeldzame springstaarten leven. In mijn hoofd huppel ik van plezier als ik terugdenk aan wat ik in 2017 allemaal gezien en gedaan heb. En hoe geweldig is het om 2018 te beginnen in de rotsvaste overtuiging dat het misschien een nóg mooier jaar wordt.
Want één ding is zeker bij Vroege Vogels. En dat durf ik na vier seizoenen wel hardop te zeggen. Want iedere keer dat ik denk dat er nooit meer een landschap of diersoort tegenop kan, kom ik àltijd bedrogen uit. De Nederlandse natuur blijft indruk maken. En ik hoop dat ik me nog heel lang mag blijven verwonderen.
Door: Milouska Meulens