Deze column gaat niet over de geslachtsdelen van baby’s, maar wat we eraan hangen. Al voor baby’s de baarmoeder uit zijn, worden babykamers in bijpassende kleuren geschilderd en zit iedereen aan de roze of blauwe beschuit met muisjes. Als zij een meisje is kan ze op ballet, als het een jongen is kan hij op rugby. Hij wordt een stoere man, de baas in huis, en zij wordt een prinses, die later een rijke prins vindt om te trouwen.
Wat je ook van die stereotypen vindt, wanneer het om de situatie thuis gaat zijn wij vaak nog weinig modern. En op zich, je kan er kritisch op zijn, maar zolang de kleine nog geen eigen wil heeft, kan het weinig kwaad doen. Waar het begint te schuren, is als de kleine een eigen wil begint te krijgen. Dat mag niet. Ook al is het wat je wilt - en is het misschien beter voor je - het valt buiten onze verwachtingen, en dus moet je je aanpassen.
Voor meisjes zijn er de afgelopen jaren veel lansen gebroken. De vrouwen presteren beter bij het WK voetbal dan de mannen. Ook niemand kijkt meer op van meiden die op karate zitten, of andere ‘mannen’-sporten. Een meisje dat goed leert op school, gaat het ver schoppen. Lieve meisjes en stoere meisjes, sommigen hebben er nog wat moeite mee, maar we maken hier vooruitgang. Het gaat steeds minder om wat de samenleving vindt, en steeds meer om wat zij zelf wilt.
Gendergelijkheid
Daar ben ik blij om, en tegelijkertijd maak ik mij zorgen om hoe het bij de jongens gaat. Iedereen kent de verhalen over jongens die met poppen spelen, waarbij pa ze afpakt. Ik geloof ook niet dat die verleden tijd zijn. Reclamebureau SIRE daagt mensen uit met de vraag of
jongens nog genoeg jongens kunnen zijn
. Bijna alle mannelijke rolmodellen op TV voldoen aan het beeld van sterke man, waar zijn de rolmodellen voor lieve jongens?
Uit eigen ervaring weet ik hoe gek het kan zijn. Voor een blauwe maandag heb ik op ballet en rugby gezeten. Het verschil in reacties was bizar. Ik was uit nieuwsgierigheid op ballet gegaan omdat ik mijn houding wilde verbeteren. Ik werd voor gek verklaard, ik was homo (
klopt, maar niet relevant
) en een doetje. Ballet is afzien, zweten, bloeden en pijn leiden. Ik vergeet die lerares nooit meer. Lieve vrouw, maar als je een oefening deed, vroeg ze: “doet het pijn?”. En als ik instemmend antwoordde , zei ze “Goed zo!”.
Rugby was het andere uiterste. Rugby is echt een mannensport. Mijn opa is een fanatiek rugbyer, en om meer te leren over zijn sport was ik eraan begonnen. Ik weet niet wat zwaarder was - het is ook lastig te vergelijken - maar de reacties waren dag en nacht: stoer, heftig, respect. Grappig was wel dat we onze mannelijkheid niet meer hoefde te bewijzen, en de meeste jongens die ik daar sprak enorme lieverds waren. Het zette mij aan het denken.
Ook voor mannen
Ik heb het gevoel dat als het gaat om vrouwenemancipatie, we weten waar we heen willen. Onafhankelijkheid en kracht staan centraal. Of je nu voor zorgzaam of sterk gaat, het is jouw keuze. Mannen moeten daar ook wat mee, en ik heb het gevoel dat we daar als samenleving nu mee worstelen. Want als zij sterk is, mag hij dan ook zwak zijn?
Het antwoord heb ik niet, maar ik vind dat we wel de vraag moeten stellen. Wat betekent emancipatie voor de rol van jongens en mannen? Als we die vraag laten liggen, gaat dat hoe dan ook botsen, en zelfs nu al heb ik het gevoel dat veel mannen zich geen houding weten te geven. Als reflex is het oude rolpatroon comfortabel: man is de baas, is stoer, is sterk. Wat vrouwen daarmee moeten? I don’t know.
Ik weet wel dat dit laatste antwoord fout is. Het legt druk op mannen om iets te zijn wat ze vaak niet zijn en biedt geen ruimte voor gendergelijkheid. We moeten naar een samenleving toe die vaker vraagt wie jij wil zijn. We moeten naar een nieuw soort mannelijkheid. Centraal moet niet staan wat van jongens verwacht wordt, maar wat jongens zelf willen. Net zoals bij de meiden.