Plannen voor een Kinderpardon – officieel de Regeling langdurig verblijvende kinderen – werden gemaakt nadat Mauro Manuel zou worden uitgezet naar zijn geboorteland Angola, waar zijn biologische moeder woont. De PvdA heeft in Kabinet-Rutte I plannen voor een nieuwe regeling gemaakt. Het standpunt van de partij was destijds: ‘Als alleenstaande minderjarige asielzoekers hier al vijf jaar hebben moeten afwachten – of gezinnen met kleine kinderen langer dan acht jaar – vinden wij terugsturen niet meer kunnen. Dan mogen de kinderen, en hun eventuele ouders, blijven.’ In het regeerakkoord van Kabinet-Rutte II (VVD en PvdA) is het Kinderpardon daarna opgenomen.
Mauro
Een jongen, geboren op 18 november 1992 in Angola, wordt op tienjarige leeftijd door zijn moeder op een vliegtuig naar Portugal gezet. In 2003 belandt hij in Nederland, waar hij een alleenstaande minderjarige asielzoeker van 10 jaar oud is. De Limburgse Hans Mandigers en Anita Marijanovic worden zijn pleegouders.
De asielaanvraag van Mauro Manuel gebeurde een halfjaar na aankomst in Nederland. In 2007 werd dit afgewezen na een proces van vier jaar. Hans en Anita proberen Mauro te adopteren, maar tevergeefs. De biologische moeder van Mauro zou daar wel toestemming voor hebben gegeven, maar er waren te weinig documenten die overhandigd konden worden. Het bleef bij pleegzorg.
Als Mauro 18 jaar is, moet hij terug naar zijn geboorteland Angola. Dat zou in 2010 moeten gaan gebeuren. Op 26 september 2011 besloot de toenmalige minister van Asiel Gerd Leers dat Mauro geen verblijfsvergunning krijgt.
Toenmalig Staatssecretaris van Economische Zaken Henk Bleker deed er nog een schepje bovenop met een briefje dat hij aan Mauro gaf tijdens een gesprek bij Pauw & Witteman:
Mauro verbleef daarna in Nederland op een studievisum dat hij mocht gebruiken totdat hij zijn studie af had gerond. Dit kreeg hij op 20 december 2011, die bleef een jaar geldig en kon verlengd worden. Uiteindelijk kreeg Mauro op 28 maart 2013 een verblijfsvergunning. Toenmalig staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
Fred Teeven
maakte gebruik van zijn discretionaire bevoegdheid, waardoor Mauro onder het Kinderpardon viel en in Nederland mocht blijven. Mauro viel onder de Overgangsregeling.
Overgangsregeling
Voordat het Kinderpardon werd zoals we het nu kennen, was er een Overgangsregeling in het leven geroepen. Tussen 1 februari 2013 en 1 mei 2013 konden minderjarige asielzoekers die geen verblijfsvergunning hadden, maar wel minimaal vijf jaar in Nederland woonden vóór hun 18
e
verjaardag aanspraak maken op een verblijfsvergunning. In die drie maanden zijn er bij het ministerie van Veiligheid en Justitie in totaal 3.280 aanvragen gedaan, waarvan er 1.370 zijn ingewilligd en 1.780 afgewezen.
Er moest aan een aantal criteria worden voldaan om in aanmerking te komen voor het Kinderpardon – en dus een verblijfsvergunning – via de Overgangsregeling:
1) Het betreffende kind moet minimaal vijf jaar in Nederland wonen én moet vijf jaar vóór het bereiken van de achttienjarige leeftijd asiel hebben aangevraagd;
2) Het kind mag niet langer dan drie maanden uit het oog van instellingen als voogdijinstelling Nidos, de Vreemdelingenpolitie, het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) verdwijnen;
3) Er mag geen sprake zijn van veroordelingen op strafrechtelijk gebied waarbij een gevangenisstraf van tenminste een maand tegenover staat
4) Het kind en de ouders mogen niet worden verdacht van oorlogsmisdaden;
5) De aanvraag moet op uiterlijk 1 mei 2013 zijn ingediend;
6) De aanvrager mag niet elders al een verblijfsvergunning hebben.
Lili, Howick en het Kinderpardon
Met de sluiting van de Overgangsregeling, werd de Definitieve regeling op 1 mei 2013 ingevoerd. Om via deze nieuwe regeling in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning, moet er aan dezelfde criteria worden voldaan als bij de Overgangsregeling. Naast die criteria is er één toegevoegd aan het rijtje: de aanvrager is verplicht mee te werken aan uitzetting naar het land van herkomst, wanneer een verblijfsvergunning is afgewezen. Wordt er niet meegewerkt, dan komt er ook geen Kinderpardon.
Dat is wat er bij Lili en Howick is gebeurd. In plaats van meewerken aan de uitzetting naar Armenië, werd daartegen verzet. Het eerste tegenstribbelen gebeurde op 14 augustus 2017, toen moeder Armina werd uitgezet naar Armenië. De twee tieners moesten in principe mee. Het was de eerste keer dat een ouder, waarvan de kinderen nog in Nederland waren, werd uitgezet. Het Kinderpardon kon vanaf die dag geen uitkomst bieden voor de Armeense tieners. Hieronder een overzicht.
Discretionaire bevoegdheid
Dat een staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zijn of haar discretionaire bevoegdheid inzet om kinderen alsnog in Nederland te laten blijven, is niet exceptioneel. Klaas Dijkhoff, staatssecretaris van 2015 tot 2017, heeft er 240 keer gebruik van gemaakt. De huidige staatssecretaris, Mark Harbers, 26 keer sinds zijn aantreden in 2017. Daarmee heeft hij 59 mensen een verblijfsvergunning gegeven. Om welke personen en zaken het precies gaat, wil het ministerie van Justitie en Veiligheid niet vrijgeven.