De ongelijkheid in Chili is ontstaan nadat de vrijemarkteconomie werd ingevoerd. Dat gebeurde al toen Augusto Pinochet nog aan de macht was en het land een militaire dictatuur kende. De regering die daarna aan de macht kwam, vanaf 1990, heeft het
neoliberalisme ruim baan gegeven. Het is alleen flink doorgeschoten en daar plukt het land nu de wrange vruchten van. Vrijwel alles is geprivatiseerd, waaronder de gezondheidszorg en het onderwijs.
De regering probeert nu de volkswoede te dempen. Onder andere door kabinetsleden te vervangen, maar ook door een geplande stijging van de metrokaartjes te schrappen. Ook het openbaar vervoer is geprivatiseerd in Chili.
Toch heeft de vrijemarkteconomie niet alleen maar ellende veroorzaakt. De armoede is sindsdien flink afgenomen en is er meer geïnvesteerd in zorg en onderwijs. De president presenteerde afgelopen week een plan voor sociale hervormingen. Tijdens deze presentatie bood hij zijn excuses aan voor de ongelijkheid in het land. Verder beloofde hij onder meer de pensioenen en het minimumloon te verhogen en de prijsverhoging op elektriciteit terug te draaien.
Of dit genoeg zal zijn, moet blijken. Vandaag gingen er weer duizenden mensen de straat op. Vele demonstranten houden zich aan de regels, maar een kleine groep is zeer gewelddadig en zoekt de confrontatie op. De politie slaat hard terug naar de mensen die chaos veroorzaken. Volgens de Volkskrant is er voor 270 miljoen euro aan schade aangericht, mede door winkelplunderingen.
Voor het eerst sinds de tijd van Pinochet rijden er weer legervoertuigen door de straten van Santiago. Premier Piñera wil hoe dan ook voorkomen dat mensen door de huidige situatie terugdenken aan de periode tussen 1974 tot 1990, toen veertigduizend Chilenen om politieke redenen opgesloten, gemarteld of zelfs vermoord werden door het regime.