Europa loopt achter op het gebied van digitale veiligheid
• 30-09-2017
• leestijd 2 minuten
Doktersrecepten op je identiteitskaart, geen rijbewijs meer mee, ook die staat op je ID-kaart, stemmen op je telefoon voor het parlement terwijl je zelf in het buitenland bent; hier in Nederland klinkt het als toekomstmuziek, in Estland is het de realiteit. Ver in het oosten van Europa, tegen Rusland aan, zijn de Esten al veel verder dan de rest van Europa als het gaat om digitaal je overheidszaken regelen. Burgers hebben een recht op toegang tot internet, op scholen zit programmeren in het lespakket en de regering ondertekent wetten digitaal.
Niet voor niets hebben de Esten een
website, e-estonia
, waarop ze niet alleen laten zien wat er al bereikt is, maar vooral ook wat er nog op de planning staat.
Tallinn Digital Summit
Donderdag en gisteren vond een top over de digitale toekomst plaats, niet voor niets georganiseerd in Estland. Want niet alleen loopt de rest van het continent achter, dat achterlopen brengt ook risico’s met zich mee. Zelfs Theresa May, die zich hard maakt voor de Brexit,
benadrukte
op de bijeenkomst het belang van samenwerking: 'van terrorisme tot cybercriminaliteit, illegale immigratie tot Russische agressie, de gevaren waar we als Europeanen mee te maken krijgen worden groter en complexer. Meer dan ooit is het in ons gezamenlijk belang die gevaren samen aan te pakken.'
Digitale vooruitgang brengt de nodige risico’s met zich mee. Buitenlandse overheden kunnen proberen cyberaanvallen te plegen, met alle gevolgen van dien. Het is daarom belangrijk goed samen te werken: een uniforme regelgeving te maken, software te ontwikkelen en veiligheidsrisico’s op te sporen.
De uniforme regelgeving is nodig om te kunnen concurreren met de Amerikanen, maar vooral ook met de Russen en de Chinezen. ‘Onze markt is erg versnipperd, overal gelden andere regels,’
verklaart
Taimar Peterkop, directeur van de Estse overheidsinstelling voor digitale veiligheid. De individuele Europese overheden zijn volgens Peterkop op dit moment te veel op zichzelf aangewezen. Er zouden meer bedrijven zich moeten bezighouden met cyberveiligheid, bestanden moeten op een Europese manier worden versleuteld en informatie onderling moet beter worden uitgewisseld.
Ook in Nederland maken bedrijven zich zorgen, zoals
Deloitte
: ‘We moeten onafhankelijker kunnen opereren van Rusland en de VS. 70 procent van de software die we gebruiken is Amerikaans. We moeten dat weer in eigen handen hebben.’
Uit recent
onderzoek
blijkt dat de landen op de Balkan en in Zuid-Europa het meest achterlopen. Om tot een rangschikking te komen werd gekeken naar de hoeveelheid inwoners die te maken hebben gehad met cybercriminaliteit, malware, virussen, initiatieven van de regering om internet veiliger te maken en hoe makkelijk het was in te breken op internetverbindingen. Nederland komt nog goed uit de bus: alleen Duitsland, Estland en Finland scoren beter.