Eenoudergezinnen zijn risicogroep voor armoede

Het CBS heeft een grens voor een 'laag inkomen' gesteld waaronder mensen het risico lopen om aansluiting te missen met de maatschappij: de zogeheten armoedegrens. Voor alleenstaanden staat deze grens op een inkomen van 1.030 euro netto per maand, en voor een stel zonder kinderen op 1.410 euro, voor éénoudergezinnen staat de grens op 1.560 euro voor een gezin met twee kinderen op 1.940 euro. Deze grenzen zijn afgesteld zodat ze voor de verschillende huishoudens resulteren in ongeveer gelijke koopkracht.

Ruim 8 procent van alle huishoudens moest in 2016 rondkomen met een laag inkomen, dit zijn bijna 600.000 huishoudens. Dit is nagenoeg hetzelfde percentage als in 2015. Het aantal huishoudens dat langdurig (minstens vier jaar achter elkaar) een laag inkomen had, is wel gestegen, naar 224 duizend in totaal. Dat is 15 duizend meer dan in 2015. 

Het aantal kinderen dat in armoede leefde is sinds 2015 gezakt met 17 duizend, het aantal kinderen dat leeft in langdurig armoede is gelijk gebleven, 117 duizend. Het grootste deel hiervan leeft in éénoudergezinnen. Eenoudergezinnen zijn in het algemeen een risicogroep, 23 procent daarvan moet rondkomen van een laag inkomen.

Ook ouderen net onder de AOW-leeftijd leven vaker onder de armoedegrens, omdat er moeilijk werk te vinden is voor die groep. Daar tegenover staat dat ouderen met een AOW het minst onder de armoedegrens leven, omdat met de AOW en een eventueel aanvullend pensioen deze groep snel een inkomen boven de armoedegrens hebben.

Ook opvallend is dat mensen die moeten rondkomen van een laag inkomen minder vaak vrijwilligerswerk of nevenactiviteiten ondernemen. Zodoende hangt een armoederisico samen met een achterstand op sociaal vlak. Ook worden ze vaker verdacht van een misdrijf en hebben ze een lagere levensverwachting.

Als het over armoede in Nederland gaat, laait de discussie over de voor- en nadelen van een basisinkomen meestal weer op. Voorstanders denken dat een onvoorwaardelijk inkomen mensen zal motiveren om tijd te investeren in een opleiding of vrijwilligerswerk. In Finland is er een proef gedaan met een basisinkomen voor ruim 2000 werklozen, wat  positieve resultaten  opleverde. Een  burgerinitiatief moet dit jaar een basisinkomen mogelijk maken in ons land. Wij zijn benieuwd wat u vindt?