PAUW was de late night talkshow van BNNVARA met presentator Jeroen Pauw. Het gesprek van de dag met de hoofdrolspelers uit het nieuws, live vanuit Amsterdam.
Het was even omvangrijk als onheilspellend, het stuk in dagblad Trouw van afgelopen zaterdag, waarin bioloog Dave Goulson de toekomst van de aarde zonder insecten beschrijft. Hij legt uit dat we met z'n allen afstevenen op een 'biologische armageddon'. De achteruitgang van de insectenstand is een ramp in wording, waarschuwt de wetenschap keer op keer.
Bijen en andere insecten, zoals hommels, bestuiven de gewassen die we eten. Zonder bijen raken we dat voedsel kwijt. "Driekwart van de gewassen die we wereldwijd telen, profiteren van bestuiving door bijen. Sommige daarvan kun je zonder bestuiving verbouwen, maar dan krijg je lagere opbrengsten. Je krijgt kleinere tomaten en misvormde aardbeien", beschrijft Goulson.
"Het overige kwart zijn de gewassen wier stuifmeel wordt overgebracht door de wind. Granen, tarwe, gerst. Dus brood, pap en tortilla's kunnen we blijven eten. Niet echt een voedzaam dieet om op terug te vallen als groente en fruit schaars worden."
Grondcrisis
Behalve de bestuivingscrisis zal ook een tekort aan vruchtbare grond ontstaan als de insecten verdwijnen. Goulson tegenover Trouw: “Wormen, pissebedden, miljoenpoten, mieren en een hele lijst beestjes die zo obscuur zijn dat ik ze niet eens zal noemen. Ze breken organisch materiaal af en maken dat weer beschikbaar als voeding voor planten en bomen. Als die cycli ophouden, krijg je onvruchtbare grond met opgesloten voedselstoffen, een slechte structuur en weinig zuurstof. Op veel landbouwgrond is dit al het geval. We gooien er meer en meer kunstmest op, wat ook weer allerlei nadelige effecten heeft op de natuur.”
Dat klinkt allerminst als een aantrekkelijk toekomstbeeld, maar Goulson wil het zelfs nog wel wat scherper stellen: “Het landschap wordt een composthoop die slecht rot en waarin ziekteverwekkende bacteriën gedijen. Dat klinkt als een aflevering van ‘The Walking Dead’, ik weet het. Maar het is plausibel.”
In het vervolg van het stuk wordt het er niet beter op. De bioloog schetst een inktzwarte toekomst waarin enorme migrantenstromen op gang komen, omdat er enorme voedsel- en watertekorten ontstaan. Meer en meer soorten zullen uitsterven en dat leidt tot een trieste ‘biologische eenzaamheid’. Een bloemloos landschap van grassen blijft over. In het scenario dat we die 87 procent kwijtraken, storten hele ecosystemen in elkaar. We kunnen dan spreken over het einde van het leven op aarde in de vorm zoals we dat nu kennen”. En zie daar de ecologische armageddon.
Steeds minder vogels
We kunnen niet stellen dat dit een dystopisch toekomstbeeld is, waarvan we nog maar eens even moeten afwachten of het daadwerkelijk zo’n vaart zal lopen. Nu al hebben we te maken met het verdwijnen van dieren op een onvoorstelbaar grote schaal. “We hebben veel meer data van vogels dan van insecten, en het beeld is overduidelijk, ze worden weggevaagd,” stelt Goulson. “Vooral weidevogels, maar ook zwaluwen bijvoorbeeld. Toen ik klein was, zag je overal de grauwe vliegenvangen. Die populatie in het Verenigd Koninkrijk is de laatste veertig jaar met 89 procent afgenomen.”
De merel in de problemen
In Nederland zien we ook dat soorten het moeilijk hebben. Niet alleen in de Oostvaardersplassen. Voor het tweede jaar op rij zaait een virus dood en verderf onder de merels.
Vorig jaar schoot het aantal meldingen van dode merels omhoog. Voorheen waren het er zo’n 150 tot 200 per jaar, in 2016 werden ineens ruim 1500 dode merels gemeld. Dit jaar zijn het er al tegen de 700. De merelziekte wordt veroorzaakt door het usutuvirus, dat wordt overgebracht door muggen. Vermoedelijk is het door trekvogels van het Afrikaanse continent meegenomen naar Europa.
Een merel
Het totaalaantal merels in Nederland wordt geschat op zo’n 3 miljoen, het aantal broedparen en jonge merels op zo’n 1 miljoen. Daarmee is het een van de meest voorkomende vogelsoorten in Nederland, samen met de spreeuw, de koolmees en de huismus.
De Vogelbescherming laat weten dat de merel ondanks het virus niet met uitsterven wordt bedreigd. Hij staat dus nog niet op de zogeheten Rode lijst met bedreigde diersoorten in Nederland.
Rode Lijst
“Soorten die achteruit gaan komen op de Rode Lijst van bedreigde soorten te staan. Deze lijsten worden per soortgroep eens in de circa tien jaar opgesteld”, laat het Compendium van de Leefomgeving, een dienst van de Rijksoverheid, weten.
Op deze lijst staan onder andere bijen, steenvliegen, reptielen, dagvlinders, maar bijvoorbeeld ook mossen, paddenstoelen en vaatplanten. Ook soorten die al sinds lange tijd laag, maar stabiel in aantal zijn kunnen op deze lijst staan, alhoewel deze niet direct met uitsterven bedreigd hoeven te worden.
Een haft
In elk van de 18 soortgroepen blijkt ten minste één derde van de soorten op de Rode Lijst te staan. In sommige soortgroepen is het aandeel bedreigde soorten zelfs nog aanzienlijk hoger. Bij steenvliegen gelden 19 van de 20 soorten als bedreigd. Bij reptielen, dagvlinders, haften en paddenstoelen staan twee derde of meer van de soorten op de Rode Lijst. Bij steenvliegen, dagvlinders, haften en bijen zijn relatief veel soorten geheel uit Nederland verdwenen. Veel bedreigde soorten zijn overigens niet wettelijk beschermd.
Meer dan 40 procent van de bijensoorten wordt op dit moment met uitsterven bedreigd. Een zorgwekkend percentage: bijen verzorgen meer dan driekwart van de bestuiving van de belangrijkste gewassen.
Tijd voor actie
Afgelopen weekend bij het programma
Buitenhof
reageerde Jantien de Boer, schrijver van het pamflet Landschapspijn (2017) op het stuk in
Trouw
. Ze zei in die uitzending: “We hebben misschien een enorme achteruitgang van de soorten nodig, om te beseffen dat het anders moet.” Ook Tweede Kamerlid Helma Lodders (VVD) zat aan tafel. Zij wilde benadrukken wat er vooral wel goed gaat in Nederland. “De landbouw heeft ons heel veel gebracht, dat mogen we wel wat meer waarderen”, aldus Lodders.
Zal de mensheid op tijd in actie komen? Goulson denkt van niet. “We zijn slecht in langetermijndenken. We zullen de crisis eerst ongenadig moeten voelen. Pas als er miljoenen sterven, komen we in actie”, denkt hij.