Waldemar bezoekt met zijn team het grootste door het westen opgezette vluchtelingenkamp Kakuma in Noord-Kenya. Er wonen bijna 200.000 vluchtelingen, waardoor er een stad is ontstaan met negentien nationaliteiten. Veel van de bewoners blijven er jarenlang. Hoe is om te leven zonder zicht op een toekomst? Tolossa, die al 25 jaar in het kamp woont en zelf gevlucht is uit Ethiopië, neemt ons mee. Vanuit Kenya reizen we het groene heuvelachtige Ethiopië binnen, waar het team midden in het grootse religieuze Timkat Festival belandt. Hiermee wordt de doop van Johannes de Doper gevierd. Ethiopië is het enige land in Afrika dat nooit gekoloniseerd is geweest. Is het hier heel anders dan in de rest van het continent of is er toch sprake van modern kolonialisme? Onderweg zien we veel bedrijven uit Europa en China die door belastingvoordelen gelokt zijn. We eindigen onze reis in Soedan, waar Waldemar tot zijn verrassing te horen krijgt dat het Nubische rijk langs de Nijl minstens net zo groot moet zijn geweest als dat van de Egyptenaren, met eigen piramides en graftomben.
Personen in dit fragment: