Hoe pak je dat aan? Als je gevraagd wordt, voor een programma, vijf kinderen die levensbedreigend ziek zijn, te volgen met hun ouders, klasgenootjes en familieleden. Mezelf eerst maar eens netjes voorstelllen zonder camera’s. Face-timend maakte ik kennis met de kinderen en hun ouders. ‘Nou ik ben Paul, mag ik jullie volgen? Ik heb een man, twee kinderen, ook twee katten en jij?’
Zo kwam ik, voor het draaien al tot ontdekking dat Myrthe heel creatief is. Luuk ongelofelijk gevoel voor humor heeft, Tibbe zielsgelukkig wordt als je naar de Efteling vraagt. Quinten brutaal en met pretogen de raarste vragen kan stellen en Emilie haar lach mij ook laat lachen en belangrijker: gek is op spruitjes.
Mijn allereerste tv bezoek was bij Myrthe en er één om niet te vergeten. Best wel gespannen, want hoe pak je zoiets aan? Op bezoek bij een gezin met een ziek kind. In de kamer stond een grote schaal met de lekkerste gebakjes van Nederland. Gebakjes bij iemand die ernstig ziek is? Durfde er niks over te zeggen of naar te vragen. Toen ze vroegen of ik een gebakje wilde dacht ik: ik ga toch nu geen gebakje eten bij een zeer ziek kind? Maar waarom niet?
En dat is,volgens mij, de kern van het programma: het leven gaat gewoon door, ondanks ziekte, onheilspellende boodschappen en verdriet. Er moet gewoon gebak worden blijven gegeten. Er moet muziek klinken. Er mag zeker gelachen worden. Veel en ook soms grappen die schuren. Ook in het leven van een ziek kind met familie wordt er gekookt, veel gehuild en ruzie gemaakt, want pubertijd poets je niet weg.
Er wordt gehoopt maar vooral wordt er geleefd zoals ze willen leven: zonder zielig doen of te voorzichtig met iemand omgaan. ik heb geleerd dat Tibbe, Myrthe, Luuk, Quinten, Emilie en hun families met zoveel veerkracht in het leven staan . Dat men blij is met wat die dag hen brengt. Dat is naast verschrikkelijke behandelingen, slecht nieuws en machteloosheid, ook het kunnen genieten van een gebakje of de geur van vers gewokte spruitjes.
Niet Klein te Krijgen is vanaf 11 april om 21:05 te zien op NPO 1.