Over Chantal
Naam: Chantal
Leeftijd: 30
Het verhaal van Chantal
“Van kinds af aan worstelde ik mijzelf al door het leven heen. Het leek alsof mijn wereld gebroken was, terwijl ik zag en hoorde van anderen dat zij hun wereld als prima of zelfs als mooi zagen.
Rond mijn 10e vond ik het allemaal heel moeilijk worden en kwam mijn omgeving er achter dat ik suïcidaal ben. Ik heb geen idee wanneer dat is gestart. Ik weet niet of ik het ooit anders dan ‘te zwaar’ heb ervaren en dus op jonge leeftijd niet suïcidaal ben geweest. Ik kreeg hulpverlening, schoolpsychologen, maatschappelijk werkers en weerbaarheids-training. Het ging van kwaad tot erger.
Toen ben ik helemaal de GGZ-molen in gegaan. Jaren van therapieën, medicatie, pogingen tot zelfdoding en, om die te voorkomen, ook zeer veel crisisopnames. Volgens mij staat de teller nu op 26..
Eind 2019 hoorde ik dat mijn behandelaren niet meer wisten wat ze nog voor mij konden doen. Ik heb mij toen aangemeld bij het expertisecentrum voor euthanasie. Als het lijden niet minder zou worden, wilde ik mijn laatste energie besteden in het doorlopen van het loodzware traject. Zij kijken dan of mijn aanvraag aan alle eisen van de wet voldoet. Als dit leven niet haalbaar is, dan gun ik het mijzelf en mijn omgeving dat het humaan mag eindigen. Zonder pijn en met de mensen om mij heen van wie ik hou.”
Waarom doe je mee aan 'Leven voor de Dood'?
“Jarenlang heb ik me alleen gevoeld. Ik wist niet beter dan dat ik de enige was die zo 'raar' dacht. Ik heb mij zo vreselijk alleen gevoeld. Na jaren ontmoette ik wat mensen die zelf ook worstelen en dat was zo'n fijn gevoel. Herkenning en erkenning. Ik hoop dat als mensen zich alleen voelen en dit programma zien, ze zich niet langer alleen, raar of gek voelen. Ik hoop dat die mensen hulp zoeken. Voor heel veel mensen is er de juiste hulp binnen bereik. Maar ook voor mensen die iemand kennen die worstelt of denken dat iemand in hun omgeving worstelt. Voor hen hoop ik dat het programma wat tips en inzicht kan geven over hoe je met ze in gesprek kan gaan en welke dingen steunend zijn om te zeggen. Zodat niemand alleen hoeft te staan in deze strijd.”