Wanneer Önder naar zijn nieuwe woning in Den Haag verhuisd, is hij in eerste instantie erg blij: een mooi appartement in een leuke buurt. Maar in de winter wordt het toch wel erg koud. Het tocht er namelijk enorm. Het wordt zo koud dat hij toevlucht moet zoeken bij familieleden om de ergste winterdagen te overbruggen. Dat gaat hem niet nog eens gebeuren.
Personen in dit fragment: