'Winsten doorverkoop kaartjes vallen mee'
23-11-2009
• leestijd 2 minuten
Het aantal toegangskaarten voor evenementen dat wordt doorverkocht, is niet zo groot als gedacht. Bovendien valt het door gemaakte onkosten uiteindelijk ook wel mee met de winsten die de handelaren erop maken. Van woekerwinsten is geen sprake, blijkt uit maandag verschenen onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen.
Van alle kaartjes die jaarlijks worden uitgegeven voor concerten, theatervoorstellingen en sportwedstrijden komt slechts 3,7 procent terecht in het circuit van bureaus die ze weer doorverkopen. Volgens onderzoeker Jelle Bouma van de universiteit was op basis van Amerikaanse cijfers steeds aangenomen dat het om 10 procent zou gaan. Er zijn in Nederland ook geen dominante partijen die de markt ontwrichten.
Kopers ervaren de prijzen toch vaak als onredelijk, als ze bijvoorbeeld 55 procent meer moeten dokken. Maar na aftrek van onkosten blijkt dat de wederverkopers gemiddeld 11 procent winst maken.
Dat de bureaus vaak een slechte naam hebben is volgens Bouma niet terecht. Ze zorgen namelijk voor een doelmatige verdeling van de kaarten. ,,Sommige mensen zijn bereid om in een slaapzak in de rij liggen voor een officieel verkooppunt, anderen kopen het kaartje liever later vanachter hun computer tegen een hogere prijs.''
De officiële markt voor dit soort toegangskaarten bedraagt in Nederland ruim 3 miljard euro per jaar. Daaronder vallen dus niet de schimmige zwarthandelaren om de hoek bij het stadion. Het onderzoek van Bouma omvatte ruim 70.000 kaarten die voor honderd evenementen werden verkocht.
Het onderzoeksresultaten komen op een mooi moment. Woensdag vergadert de Tweede Kamer over het onderwerp. De SP en het CDA hebben een initiatiefwet ingediend die ervoor moet zorgen dat de kaartjes niet meer tegen een woekerprijs mogen worden doorverkocht. ANP