Wat is pensioenkorting en wat betekent dat voor jou?

Korting pakt vaak voordelig uit voor jou als consument, maar helaas is pensioenkorting niet zo positief. Want bij deze korting word jij juist gekort in je portemonnee. Gelukkig hebben de meeste pensioenfondsen de pensioenuitkering in 2021 niet hoeven te verlagen, maar de pensioenpremies stegen wel met 13,5 procent. Je gaat er dus als werknemer die nog pensioen opbouwt wel op achteruit. Het wordt door Mark Heemskerk, hoogleraar Pensioenrecht aan de Radboud Universiteit, ook wel de verborgen pensioenkorting genoemd.

In Nederland bestaan zo’n tweehonderd pensioenfondsen, waarvan tientallen er niet goed voor staan. Als er een te lage dekkingsgraad is, moeten pensioenfondsen de pensioenen verlagen. De dekkingsgraad is de verhouding tussen het vermogen (bezittingen van een pensioenfonds) en de pensioenen van de deelnemers (schulden van een pensioenfonds). De dekkingsgraad moet altijd boven de 105 procent zitten, maar veel fondsen zitten daar nu onder. Het gevolg is dat de pensioenen van de deelnemers mogelijk worden verlaagd. En dit geldt voor álle deelnemers, ook als je dus nog geen pensioen krijgt.

De pensioenkorting is per persoon en per pensioenfonds verschillend. Het hangt af van de financiële situatie van je pensioenfonds en van hoeveel verschillende fondsen je een pensioen krijgt. De pensioenverlaging heeft geen invloed op je AOW-uitkering. Als je pensioen krijgt van een verzekeraar, dan wordt ook die uitkering niet gekort. Pensioenverlaging is dus alleen van toepassing op de hoogte van het pensioen uit een pensioenfonds.

Als de dekkingsgraad verlaagd wordt van 103 procent naar 100 procent, betekent dit dat voor elke euro die in de toekomst uitgekeerd moet worden, er een euro in de kas moet zitten. Is de dekkingsgraad 98 procent? Dan moet het pensioenfonds ervoor zorgen dat de dekkingsgraad weer 100 procent wordt. In dit geval gaat het dus om een kortingspercentage van 2 procent. Pensioenfondsen mogen dit wel verspreiden over tien jaar.

Een rekenvoorbeeld:

Heb je een aanvullend pensioen van 1000 euro bruto per maand en is de dekkingsgraad 98 procent? Dan gaat er elke maand 0,20 procent van af (2 procent delen door 10 jaar). Uiteindelijk ontvang je dan 998 euro bruto per maand (1000 euro – 0,20 procent = 998 euro). Je wordt dus per maand 2 euro gekort, of 24 euro per jaar. Dit gebeurt vervolgens 10 jaar lang. Volgend jaar gaat er dan 2 procent af van 998 euro.

Je krijgt een aanvullend pensioen van 1000 euro bruto per maand en een AOW-uitkering van 950 euro bruto per maand. De pensioenfonds kort je aanvullend pensioen met 7 procent, waardoor je 70 euro minder uitgekeerd krijgt. De AOW-uitkering blijft gelijk. Je totale inkomen (1950 euro) daalt dus niet met 7 procent, maar met 3,6 procent.

Volgens de Pensioenwet mogen pensioenfondsen pas korten bij een dekkingsgraad van 90 procent. Pensioenfondsen als ABP (93,2%), Zorg & Welzijn (92,6%) en Metaal en Techniek (95,4%) hoeven dus niet te korten. Op deze pagina van de Pensioenfederatie vind je een lijst welke fondsen wel of niet moeten korten.

Er is volgens hoogleraar Heemskerk veel aandacht voor het niet doorvoeren van pensioenkortingen en de ‘Wet toekomst pensioenen’, maar minder aandacht voor de verborgen pensioenkortingen zoals in dit artikel is geschetst. “Zonder herstel leidt verlaging van pensioenopbouw automatisch tot een aanzienlijk lager pensioen voor werknemers. Dat nieuwe pensioengat is zorgwekkend. De slogan blijft daarom: pensioen wordt minder zeker, en zeker minder.”