Vorig jaar betaalde het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) 354 miljoen euro voor 38 miljoen coronasneltests. Van deze voorraad zijn er nu zes miljoen gebruikt, terwijl de overige 32 miljoen in een pakhuis van VWS liggen. De vraag is of de tests, waarvoor een hoofdprijs is betaald, voor de houdbaarheidsdatum gebruikt worden. Ondertussen koopt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) voor vakantiegangers andere sneltests.
De aankoop van tests draait zo uit op een financiële mislukking, blijkt volgens Trouw uit onderzoek. Het VWS betaalde gemiddeld 9,31 euro voor een sneltest, blijkt uit vragen aan de Dienst Testen van VWS. Dat is veel, want de kostprijs van sommige in Nederland goedgekeurde sneltests lag vorig najaar al tussen de 5 en 7 euro. Dat blijkt uit een document van de Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) uit november 2020.
De zogeheten antigeensneltests zijn iets minder betrouwbaar dan een klassieke PCR-test. Wel hebben ze als voordeel dat ze na ongeveer een kwartier een uitslag geven. Onder meer de GGD gebruikt de tests sinds vorig najaar, vooral voor Testen voor Toegang. Dit testsysteem kwam echter weer grotendeels stil te liggen vanwege nieuwe beperkingen voor het uitgaansleven.
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!