Het plan om volgend jaar een einde te maken aan het halfjaarlijkse verzetten van de klok krijgt geen instemming van de EU-landen. De verplichte zomer- en wintertijdregeling wordt op zijn vroegst in april 2021 afgeschaft, valt op te maken uit een voortgangsrapport van tijdelijk EU-voorzitter Oostenrijk dat maandag wordt besproken in Brussel.
Over een conceptbesluit waardoor Europa voor het laatst op 28 maart 2021 gecoördineerd overgaat op zomertijd wordt dan volgens ingewijden nog niet gestemd. Bij overleg van de EU-transportministers bleek vorige maand al dat een aantal landen meer tijd nodig heeft. Sommige lidstaten willen er eigenlijk helemaal niet van af en die optie staat ook nog steeds open.
'Voor- en nadelen onduidelijk'
Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur) is kritisch over de onderbouwing van het voorstel van de Europese Commissie. Net als Oostenrijk vindt ook zij dat nog onvoldoende duidelijk is wat nu de voor- en nadelen zijn. ,,Het kabinet acht van belang dat maatschappelijke belangen zorgvuldig worden meegenomen in de nationale voorkeur en heeft hiervoor tijd en ruimte nodig’’, schrijft ze aan de Kamer.
In het oorspronkelijke voorstel zouden lidstaten zelf mogen beslissen of ze de zomer- of wintertijd gaan hanteren. Onder meer Nederland wil geen verschil met de omringende landen. ANP