Vogelbescherming adviseert vogels te voeren

Vogels hebben het moeilijk door de aanhoudende koude. Zij hebben moeite met het vinden van voedsel, terwijl ze juist meer eten nodig hebben doordat zij veel gewicht verliezen tijdens een koude nacht. Kleine vogels raken dan ongeveer 10 procent kwijt van hun lichaamsmassa. Dat meldt de Vogelbescherming op haar website.

Mensen kunnen stads- en tuinvogels bijvoederen. Het beste is twee keer per dag zoutloos voer op de grond en op een voedertafel te strooien. Ook twee keer water geven is belangrijk. Naast vers water kan dat ijsschaafsel zijn, maar beslist geen warm water. Melk, gezouten en gebrande noten, margarine en olie zijn slecht voor vogels. Zachte vetten tasten de waterdichtheid van de veren aan en werken laxerend.

Strooivoer, vetbollen, ongebrande pinda's, fruit, bruinbrood(kruimels), zonnebloempitten, ongekookte havermout en meelwormen zijn goed voor de verschillende tuinvogels. Het beste is fruit te halveren en geen kleine stukjes te geven. Vooral bij vorst kunnen vogels zich in kleine stukjes verslikken.

Bron: ANP