Voedselbank ziet grotere vraag én kleiner aanbod: wat nu?
03-10-2020
•
leestijd 4 minuten
•
552 keer bekeken
•
Voedselbanken zijn fel tegen verspilling. Maar nu heel Nederland die visie overneemt, komen zij ineens producten tekort. En dat terwijl door de coronacrisis het aantal klanten toeneemt en nog verder zal toenemen. Hoe kan dit opgelost worden en wie is er verantwoordelijk?
Armoede in een rijk land als Nederland, het bestaat. In Nederland leven bijna 1 miljoen mensen onder de armoedegrens. Een deel van de mensen in Nederland onder de armoedegrens krijgt hulp van de 172 voedselbanken in Nederland, in de vorm van voedselpakketten. Dat waren er 151.000 in 2019, een stijging van 8 procent ten opzichte van 2018. Zonder deze pakketten, lijden mensen die tijdelijk niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien honger. “Honger in Nederland is een probleem én een schande voor ons allemaal,” stelt Leo Wijnbelt, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Voedselbanken.
Oplopend aantal afnemers bij voedselbanken
De coronacrisis raakt de kwetsbare groepen het hardst en creëert nieuwe kwetsbare groepen. Zo hebben de kwetsbaarste huishoudens (lagere inkomens, alleenstaanden, alleenverdieners en jonge mensen) volgens het CPB in deze crisis de grootste kans om bijvoorbeeld hun werk te verliezen. Het Nibud verwacht daarom dat 2021 voor mensen die van het minimum moeten rondkomen financieel gezien weer een zwaar jaar zal worden. Staatssecretaris Bas van ’t Wout (Sociale Zaken) deelt de verwachting dat als gevolg van de coronacrisis de armoede- en schuldenproblematiek gaat toenemen. Hierbij ligt een extra beroep op de voedselbanken volgens hem voor de hand.
De voedselbanken verwachten daarom een groei van misschien wel 50 procent te zien in het aantal afnemers. “Alleen gezamenlijk is het mogelijk dat op te lossen en dat is keihard nodig, zeker als je bedenkt dat het in 40 procent van de gevallen om kinderen gaat,” stelt Wijnbelt.
Groeiend tekort aan producten bij voedselbanken
Niet alleen kampen de voedselbanken met meer afnemers; ze zijn ook bang voor tekorten doordat de toelevering van producten onder druk komt te staan, waardoor de voedselbanken minder mensen kunnen helpen. Wekelijks worden 1 miljoen producten ingezameld, maar de vraag is of dat zo blijft. Zo kampen onder andere Groningse voedselbanken met tekorten aan gezonde producten, zoals verse groente en fruit.
Anti-verspillingsbeleid en stuntprijzen
Dat de voorraad zo erg slinkt, is vooral te danken aan het anti-verspillingsbeleid dat veel producenten, supermarkten en retailers handhaven, stelt Wijnbelt (VNV). “Supermarkten kiezen er in toenemende mate voor de producten die eerder naar de voedselbanken gingen tegen zeer lage prijzen aan hun klanten te verkopen.” In de Albert Heijn zie je stickers met 35 procent korting, in de Lidl koop je producten voor 25 cent. Steeds meer winkelketens gaan regionaal en/of landelijk over op dit soort acties. Ook zijn er speciale apps, zoals NoFoodWasted en Too Good To Go, via waar restaurants en winkels het onverkocht voedseloverschot voor stuntprijzen verkopen. Wijnbelt verwacht hierdoor een onomkeerbare, verdergaande vermindering van het beschikbare voedsel voor voedselbanken.
Onderaan dit artikel vind je een reactie van de grootste supermarktketens van Nederland en van Too Good To Go over deze ontwikkeling.
Oplossing vanuit kabinet nodig
Het minder verspillen is een goede ontwikkeling, maar eentje die nu ten koste lijkt te gaan van de mensen in Nederland die het voedsel het hardst kunnen gebruiken. Is er voor hen een oplossing? Voorzitter Wijnbelt stelt dat de vrijwilligers van de voedselbank zich uiteraard blijven inspannen om de mensen die het nodig hebben van voedsel te voorzien, "maar het mogelijke voedseltekort is zo groot dat alleen het kabinet voor de oplossing van het probleem kan zorgen.”
Daarom vragen de voedselbanken hulp aan het kabinet. “We hebben deze week aan het kabinet gevraagd vanaf 1 januari a.s. te kiezen voor structurele voedselhulp uit het Europees Sociaal Fonds*, zoals landen als België en Frankrijk dat al vele jaren doen. Maar als het kabinet voor een eigen oplossing kiest die net zo goed is, is dat natuurlijk ook prima. We zijn nu in gesprek met het kabinet en moeten er gezien de verwachte grote nood van uit kunnen gaan dat hulp geboden zal worden.”
*Het Europees Sociaal Fonds (ESF) is het belangrijkste Europese instrument om werkgelegenheid te ondersteunen, mensen aan werk te helpen en te zorgen voor eerlijke arbeidskansen voor alle burgers. De subsidies uit dit fonds worden verdeeld over de landen in Europese Unie. In de periode van 2014 tot 2014 had Nederland hierdoor een bedrag van 510 miljoen euro te besteden en zette dit in voor het terugdringen van jeugdwerkloosheid en de arbeidsinpassing van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
ChristenUnie en CDA willen Europees Sociaal Fonds inzetten voor voedselbanken
Om de voedselbanken aan het begin van de coronacrisis te helpen met het toenmalige tekort aan vrijwilligers en middelen stelde de overheid voor het eerst geld beschikbaar voor de voedselbanken. Het ging om een eenmalig noodfonds van 4 miljoen euro, als vangnet voor het opgerichte calamiteitenfonds van de voedselbanken. Voedselbanken kunnen op dit geld aanspraak maken, wanneer zij niet meer overeind blijven met hun eigen buffers.
Volgens Kamerleden Eppo Bruins (ChristenUnie) en Evert-Jan Slootweg (CDA) is het effectiever als het kabinet het ESF inzet voor structurele overheidssteun aan voedselbanken. Staatssecretaris Van ’t Wout (Sociale Zaken) wil onderzoeken in hoeverre deze steun ingezet kan worden voor de voedselbanken. Daarnaast trekt het kabinet volgens de staatssecretaris extra geld uit voor de aanpak van armoede en schulden, gericht op kwetsbare groepen voor mensen die leven rond de armoedegrens. "Met het Actieteam voedselbanken dat we hebben opgericht aan het begin van de coronacrisis (bestaande uit de ministeries van SZW en LNV, Voedselbanken Nederland en gemeenten) houden we de situatie rondom de voedselbanken nauwlettend in de gaten", aldus Van 't Wout.