Een groot deel van blinden en slechtzienden vindt de verkiezingen nog altijd slecht toegankelijk. Vier op de tien ondervraagden hebben de Tweede Kamerverkiezingen in maart niet als toegankelijk ervaren. Ongeveer een even grote groep vond de stembusgang wel toegankelijk en 16 procent antwoordde 'neutraal'.
De ondervraagden waren vooral niet te spreken over de kandidatenlijst. Volgens 60 procent is die niet of zelfs "helemaal niet" toegankelijk. 45 procent geeft aan dat de stempas ontoegankelijk is. Informatie van politieke partijen en online kieswijzers werd beter beoordeeld, net zoals de toegankelijkheid van stemlokalen. 58 procent gaf goed aan en 19 procent was neutraal. De overige 23 procent vindt dat ook daar de toegankelijkheid niet op orde is.
Mensen met een visuele beperking konden tijdens de Tweede Kamerverkiezingen in 49 gemeenten gebruikmaken van een zogeheten stemmal. Dat is een mal met voelbare cijfers en braille waar het stembiljet door een medewerkers van het stembureau in wordt gelegd. Via een koptelefoon krijgt de kiezer te horen welke partijen en kandidaten op de lijsten staan. Die kan hij of zij dan door de mal te voelen opzoeken.
Volgens een overzicht van de Oogvereniging zijn bij de aankomende gemeenteraadsverkiezingen, op 16 maart, in 41 gemeenten stemmallen te gebruiken. Dat zijn er dus minder dan bij de laatste landelijke verkiezingen. De meeste ondervraagden zouden een voorkeur hebben voor digitaal stemmen, maar dat is vanwege zorgen over de digitale veiligheid geen optie in het huidige kiesstelsel.
De peiling werd gehouden door Kennis Over Zien, het kennisprogramma van diverse organisaties die zich met visuele beperkingen bezighouden, zoals de Oogvereniging en Bartiméus. In totaal deden daar 218 mensen uit de doelgroep aan mee. AN
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!