Logo Kassa
Het consumentenplatform van BNNVARA.

Ver reizen om te pinnen? Niet overal genoeg geldautomaten in de buurt

25-05-2022
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
4119 keer bekeken
  •  
geldautomaat_dicht_20220525

Het gebruik van contant geld is al enige tijd op zijn retour, maar er zijn desalniettemin afspraken gemaakt over de toegankelijkheid daarvan én over de beschikbaarheid van geldautomaten. Zo is het in theorie de bedoeling dat zo goed als alle Nederlanders binnen een straal van vijf kilometer van hun woning bij minstens één geldautomaat terecht kunnen om te pinnen. In de praktijk blijkt dat echter niet altijd haalbaar, met name in dunbevolkte gemeenten in Groningen en Gelderland. De PvdA heeft minister Kaag van Financiën om opheldering gevraagd.

Zo zouden er ongeveer tienduizend Groningers zijn die meer dan vijf kilometer moeten reizen om de dichtstbijzijnde geldautomaat te kunnen bereiken. Deze groep mensen valt dus buiten de conclusies die in 2021 door het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) zijn vastgelegd in de zogenaamde Bereikbaarheidsmonitor, die iedere drie jaar verschijnt.

Hierin wordt de bereikbaarheid van het betalingsverkeer in Nederland omschreven als "zeer goed", omdat ruim 99% van alle Nederlandse huishoudens "binnen hemelsbreed vijf kilometer een bankkantoor of geldautomaat aantreft."

Op landelijk niveau is de dekking qua geldautomaten weliswaar dus goed geregeld, maar niet iedereen valt binnen de norm. Er zijn namelijk nog altijd gebieden in Nederland waarvan de inwoners aanzienlijk langer moeten reizen om bij de dichtstbijzijnde geldautomaat te geraken.

Afspraak: "99% huishoudens moet binnen vijf kilometer geld kunnen opnemen"

Hoe zit het ook alweer met de landelijke dekking van geldautomaten? In de meest recente versie van deze Bereikbaarheidsmonitor (.pdf) valt te lezen dat in 2016 in totaal 99,76% van de Nederlanders binnen een straal van vijf kilometer van een geldautomaat woont en dat deze situatie in de daarop volgende jaren eigenlijk nauwelijks is gewijzigd: dat gaat jaarlijks om een verschil van een paar honderdste procentpunt, en de situatie blijft dus stabiel.

Ergens in 2013 zou zijn geïnventariseerd hoeveel mensen meer dan vijf kilometer moeten reizen voor een geldautomaat, en daaruit volgde dat dat indertijd voor 0,24% van de Nederlanders het geval was.

Deze situatie is toen als uitgangspunt overgenomen door de banken die dat een acceptabele norm vonden. Sindsdien is dat normpercentage dus het uitgangspunt wat betreft het beleid omtrent het plaatsen van geldautomaten, weet RTV Noord te vertellen.

Betaalvereniging Nederland trok naar aanleiding van de meest recente Bereikbaarheidsmonitor dan ook terecht de conclusie dat praktisch alle Nederlandse huishoudens binnen een straal van vijf kilometer een geldautomaat kunnen vinden.

Maar dat geldt zoals gezegd niet voor iedereen. Het probleem speelt dan ook met name in minder dichtbevolkte gebieden in Nederland, waaronder Groningen en de Achterhoek, zo stelt Security.nl

Sommige gemeenten vallen ver buiten de norm

Aanleiding voor dat nieuws vormen twee recente artikelen van Omroep Gelderland en RTV Noord waarin het probleem wordt aangekaart naar aanleiding van de huidige situatie. Voor beide artikelen is uitgezocht hoe het in de provincies Gelderland en Groningen op gemeentelijk niveau momenteel gesteld is met de gemiddelde afstand die inwoners af moeten leggen om een geldautomaat te bereiken.

Omroep Gelderland constateert dat de problemen omtrent de gebrekkige beschikbaarheid van geldautomaten in de provincie met name spelen in de Achterhoek. Koplopers op het gebied van het overschrijden van de afstandsnorm zijn de gemeenten Winterswijk (5% van de inwoners moet langer dan vijf kilometer reizen), Bronckhorst (4%) en Berkelland (2%). 

RTV Noord heeft hetzelfde onderzocht. Voor de provincie Groningen geldt dat alléén de gemeente Groningen zelf en de gemeente Veendam aan de norm voldoen. De drie slechtst scorende gemeenten in de provincie Groningen zijn Oldambt (9,6% van de inwoners moet langer dan vijf kilometer reizen), Eemsdelta (4,2%) en Westerkwartier (3,8%).

Daarnaast heeft RTV Noord een overzicht gemaakt van de dorpen waarvoor geldt dat de gemiddelde afstand ten opzichte van de dichtstbijzijnde geldautomaat het grootst is. Voor verschillende dorpen in de gemeenten Eemsdelta en Oldambt lopen deze afstanden uiteen van 6,7 kilometer tot 9,5 kilometer. Fors boven de landelijke norm dus.

Landelijke norm is niet altijd representatief voor de gemeentelijke situatie

De afstand tot de dichtstbijzijnde geldautomaat geeft dus een indicatie wat de geografische spreiding en de beschikbaarheid van geldautomaten betreft. En gemeten in percentages lijkt het erop dat de landelijke norm op verreweg de meeste plaatsen aardig wordt gehaald.

Het probleem is echter dat de landelijke norm zich niet altijd even goed laat vertalen naar de provinciale of zelfs de gemeentelijke norm: het landelijke normpercentage geeft op gemeentelijk niveau in sommige gevallen namelijk een enigszins vertekend beeld.

Maar zolang er aan de landelijke norm wordt voldaan, blijft actie op lokaal niveau uit, en daardoor hebben inwoners van afgelegen of dunbevolkte gemeenten soms tóch het nakijken.

RTV Noord sprak een woordvoerder van de Geldmaat, die constateerde dat het niet vreemd is dat de landelijke norm aan de randen van de provincie niet altijd wordt gehaald. Deze norm is dan ook niet bedoeld om zomaar to te passen op provincies en gemeenten: "Zo is die norm niet bedoeld."

Geldautomaat dekt niet alle vormen van dienstverlening

Verder speelt nog mee dat een geldautomaat niet voorziet in alle vormen van bancaire dienstverlening. Om die reden wordt ook de afstand tot bankkantoren gemeten in de Bereikbaarheidsmonitor, en daarin zien we wel een daling.

En dat is met name een probleem voor mensen met een kwetsbare gezondheid, mensen die slecht ter been zijn of mensen die onvoldoende digitaal vaardig zijn.

Betaalvereniging Nederland trok naar aanleiding van de bevindingen in de Bereikbaarheidsmonitor dan ook de conclusie dat "kwetsbare groepen in sommige gevallen wel wat kritischer zijn geworden over de afstand tot bankkantoren en geldautomaten."

Ook stelt Betaalvereniging Nederland: "De ontwikkeling van het aantal bankkantoren vertoont al vanaf de jaren '90 van de vorige eeuw een dalende lijn. Deze trend heeft zich tussen 2016 en 2020 doorgezet. Het aantal bankkantoren ligt ultimo 2020 met een totaal van 942 ruim 43% lager dan in 2016 (1.674). Banken sluiten hun lokale bankkantoren met het oog op de steeds verdergaande digitalisering van diensten, onder andere voortkomend uit het streven naar kostenbeheersing."

Bij bankkantoren speelt bovendien mee dat gastgebruik daar niet mogelijk is, in tegenstelling tot geldautomaten. Op papier kunnen mensen dan alsnog binnen een straal van vijf kilometer van een bankkantoor wonen, maar als dat een kantoor is van een bank waar zij geen diensten afnemen, hebben mensen die zich met vragen bij een loket willen melden alsnog een probleem: de bereikbaarheid daarvan wordt er namelijk niet beter op.

PvdA stelt Kamervragen

PvdA-Kamerlid Henk Nijboer heeft minister van Financiën Sigrid Kaag vragen gesteld naar aanleiding van de meest recente berichtgeving door RTV Noord. Zij moet onder meer een antwoord geven op de vraag waarom de maximale afstandsnorm van vijf kilometer in delen van Nederland nog steeds niet wordt gehaald. Alle door Henk Nijboer gestelde Kamervragen zijn hier te lezen (.doc).

Daarbij wordt ook de Geldmaat genoemd. Deze geldautomaat is een initiatief van de Rabobank, ING en ABN AMRO. Het idee was een efficiëntere en meer gelijkmatige distributie van geldautomaten over het hele land.

In plaats van twee of drie geldautomaten van de drie initiatiefnemers die zich in één dorpskern bevinden, zou de Geldmaat een meer evenredige spreiding van geldautomaten mogelijk moeten maken. Met andere woorden, strategisch geplaatste geldautomaten om voor een zo groot mogelijk aantal Nederlanders te kunnen voorzien in de behoefte aan contant geld.

Nijboer stelt dan ook de vraag: "Waarom is de Geldmaat destijds ingevoerd? Die zou er toch voor zorgen dat er geen pinautomaten van verschillende banken meer naast elkaar zouden staan, maar wel landelijke dekking worden geboden?"

Ook krijgt minister Kaag de vraag of ze bereid is om ervoor te zorgen dat regio's "waarin de voorzieningen onder druk staan" alsnog worden uitgerust met voldoende geldautomaten. Zij krijgt drie weken om te reageren op deze vragen.

Bron: Betaalvereniging Nederland, DNB.nl, Omroep Gelderland, RTV Noord, Security.nl, Tweede Kamer

Bijschrift foto: Een dichtgetimmerd gat in de gevel op een locatie waar eerst een geldautomaat gevestigd zat, ter illustratie van het verdwijnen van dergelijke voorzieningen. De aanbieder van deze voormalige geldautomaat staat voor de rest los van dit artikel.

Ook interessant:

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!