Ondanks het advies van de overheid om tijdens de coronacrisis zo veel als mogelijk thuis te werken, ervaren veel werknemers druk vanuit hun werkgever om toch fysiek naar de werkplek te komen. Maar een op de vier werknemers in Europa heeft het gevoel gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden om vanuit huis te werken, meldt ADP op basis van onderzoek.
Volgens loonstrookverwerker ADP is de algemene acceptatie rond flexibel werken minder gestegen dan verwacht. Voor de coronacrisis voelde zo'n 10 procent van de Europese werknemers zich ongemakkelijk wanneer zij gebruikmaakten van de mogelijkheden om flexibel te werken. Dat percentage daalde tijdens de coronapandemie slechts licht naar 7 procent. Wel ervaren werknemers een minder groot schuldgevoel wanneer ze dit doen. Wel duidt het gevoel dat ze erop worden aangekeken op een gevoel van wantrouwen. Dat is onterecht, stelt Martijn Brand, algemeen directeur van ADP Nederland, omdat werknemers veelal productiever zijn als ze thuiswerken of vrij zijn om zelf hun werktijden in te delen.
Verder blijkt dat er bij 17 procent van de Nederlandse bedrijven voor de coronacrisis nooit flexibel werd gewerkt. Dat is in vergelijking met andere Europese landen zoals Duitsland, Zwitserland en Spanje een hoog percentage. Het gemiddelde percentage lag wereldwijd vóór de pandemie op 20 procent. Sinds de virusuitbraak is dit naar ruim 12 procent gedaald. In Europa is het percentage bedrijven waar helemaal niet flexibel werd gewerkt, gezakt van gemiddeld 15 naar 9 procent.
"Deze verschuivingen zijn natuurlijk direct het gevolg van de corona-uitbraak. Het is een verrassende uitkomst dat veel werkgevers werknemers het gevoel geven dat ze ondanks advies van de overheid toch fysiek aanwezig moeten zijn op de werkplek", aldus Brand. ANP
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!