Opvallend veel gemeenten, dertig in totaal, hebben de hondenbelasting afgeschaft. Dat concludeert het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen in een onderzoek.
De reden voor het afschaffen van de hondenbelasting is dat het lastig is om te innen. Daarvoor moeten controleurs aangesteld worden en dat maakt het duur. Ook zijn gemeenten van mening dat deze belasting niet eerlijk is ten opzichte van mensen met katten, die geen belasting hoeven te betalen voor hun huisdier.
Belasting
In ongeveer tweehonderd gemeenten betalen hondenbezitters nog wel hondenbelasting. Gemiddeld gaat het om een bedrag van 76 euro, 1 euro meer dan vorig jaar. In heel Nederland, inclusief de gemeenten waar hondenbezitters geen hondenbelasting betalen, bedraagt deze belasting gemiddeld 45 euro.
Becijfering
Het onderzoekscentrum becijferde ook dat huishoudens met eigen woningen dit jaar gemiddeld 2,7 procent meer belasting aan de gemeente, de provincie en het waterschap betalen. De gemeentelijke lasten stijgen gemiddeld 3,5 procent, de waterschapslasten 2,3 procent en de provinciale lasten 0,3 procent.
Een meerpersoonshuishouden met een koopwoning betaalt in totaal gemiddeld 1264 euro. De duurste plek om te wonen is Bloemendaal (2051 euro), de goedkoopste Gilze en Rijen (995 euro).
Huurders
Ook huurders gaan volgens de onderzoekers meer belasting betalen. Gemiddeld gaat het om 812 euro, 2,7 procent meer dan vorig jaar. Daarvan gaat 368 euro naar de gemeente, 185 euro naar de provincie en 259 euro naar het waterschap.
Woningeigenaren
De onroerendezaakbelasting (ozb) voor woningeigenaren stijgt met 8 euro tot gemiddeld 281 euro. COELO ziet de grootste stijgingen en dalingen in gemeenten die dit jaar zijn gefuseerd. In de voormalige gemeenten Oud-Beijerland (nu deel van Hoeksche Waard) daalt het tarief 22 procent. Maar in de voormalige gemeente Neerijnen (nu deel van West Betuwe) stijgt het tarief met 41 procent. ANP