Ruim 775.000 Nederlanders hebben niet genoeg geld om een week op vakantie te kunnen gaan. Dat is ongeveer 40 procent van de mensen met een laag inkomen in ons land. Dat meldt de Europese vakbondskoepel ETUC op basis van onderzoek waar het AD eerder over berichtte. De vereniging van vakbonden pleit voor een hoger minimumloon om dit probleem tegen te gaan.
In de hele Europese Unie (EU) heeft 28 procent van de mensen volgens ETUC te weinig geld om er een weekje tussenuit te gaan. Onder mensen met lage inkomens zou dit oplopen tot bijna 60 procent van de mensen. In Roemenië, Griekenland en Kroatië kan bijna 90 procent van de mensen met een laag inkomen niet op vakantie.
Van een laag inkomen is sprake als iemand minder dan 60 procent van het doorsnee-inkomen verdient. Dat is het middelste bedrag als alle inkomens van laag naar hoog worden gesorteerd. Volgens het CBS lag het doorsnee inkomen voor Nederlandse werknemers in 2017 op ruim 35.000 euro per jaar.
De Europese vakbondskoepel wijst erop dat mensen met een laag inkomen vaker om financiële redenen niet op vakantie kunnen dan mensen met een hoger inkomen. De ‘vakantie-ongelijkheid’ zoals de koepel dit noemt zou in tien jaar tijd bovendien in zestien landen, waaronder Nederland, zijn toegenomen. ETUC vindt dit oneerlijk en is al langer bezig om ervoor te zorgen dat het minimumloon in verschillende EU-landen wordt verhoogd. Het Europees Parlement spreekt daar na de zomer over. ANP
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!