De meeste mensen krijgen in mei het vakantiegeld uitbetaald. Dat geldt onder meer voor werknemers in loondienst, maar ook voor gepensioneerden en mensen met een uitkering. Hoeveel je krijgt, is per persoon verschillend en is onder andere afhankelijk van hoeveel je verdient. Hoeveel vakantiegeld krijg jij deze maand?
Om te beginnen zetten we even wat informatie voor je op een rij.
Iedereen die werkt of een uitkering ontvangt, heeft recht op vakantiegeld. Dat geldt niet alleen voor WIA-, WAO-, WAZ-, IOW- en Wajong-uitkeringen, maar ook voor een WW-uitkering en een ziektewetuitkering. Ook gepensioneerden krijgen vakantiegeld: het pensioen is immers ook een soort uitkering.
Kortom, de meeste mensen krijgen in mei dan ook vakantiegeld uitgekeerd. Goed om te weten: over vakantiegeld moet nog wél belasting worden afgedragen.
Alleen ondernemers en zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) zijn niet verplicht om zichzelf vakantiegeld uit te keren. Dat komt omdat ondernemers en zzp'ers zélf verantwoordelijk zijn voor het salaris en het bepalen van de hoogte daarvan.
Ook zijn arbeidscontracten met een zogenaamd all-in loon de laatste tijd in opkomst. Dat gaat voornamelijk om kleine contracten, zoals een oproepcontract, een nulurencontract of een contract voor een klein aantal – maximaal 15 – uur per week.
In deze contractvorm is het gebruikelijk dat de opbouw van vakantiegeld én vakantiedagen direct wordt uitbetaald en niet wordt gereserveerd. Zo lijkt het bruto uurloon weliswaar relatief hoog, en daar lopen onder andere supermarkten graag mee te koop. Zij hopen zo jongeren te trekken die deze relatief hoge bruto uurlonen aantrekkelijk vinden.
Deze jongeren moeten zich echter wél realiseren dat er in mei géén vakantiegeld wordt uitgekeerd en dat er géén loon wordt doorbetaald als er vakantie wordt opgenomen. Dat mag allemaal, zolang de opbouw van vakantiegeld én -dagen expliciet op de loonstrook wordt vermeld en dit ook in de arbeidsovereenkomst duidelijk is vastgelegd.
Dit soort constructies zie je vooral bij supermarkten, in de retail en in de horeca.
Verreweg de meeste werkgevers keren 8 procent van het bruto jaarsalaris uit aan vakantiegeld. Dat is tevens het wettelijk minimum. Een lager percentage aan vakantiegeld uitkeren mag dus niet. Dit percentage geldt óók voor de ontvangers van de hierboven genoemde uitkeringen.
De meeste werkgevers rekenen overigens met het salaris dat je hebt opgebouwd tussen juni van het afgelopen aar en mei van dit jaar. Mei is immers de maand waarin het vakantiegeld wordt uitgekeerd.
Voor ontvangers van een AOW-uitkering gaat het nét iets anders. Dit wordt betaald door de Sociale Verzekeringsbank en gaat om twee vaste bedragen. Voor alleenstaanden is dat 76,20 euro bruto per maand, voor mensen die getrouwd zijn of samenwonen is dat 54,44 euro bruto per maand.
Wie een bijstandsuitkering heeft, krijgt daarentegen 5 procent vakantiegeld uitgekeerd. De gemeente spaart maandelijks 5 procent van de uitkering en keert dat bedrag in mei uit als vakantiegeld. Het vakantiegeld voor bijstandsontvangers wordt niet meegenomen in dit artikel.
Als jij je bruto vakantiegeld wilt berekenen, is dat in principe vrij eenvoudig. Jij bent 12 maanden of langer in dienst, je verdient maandelijks hetzelfde bedrag - 2.750 euro bruto in dit fictieve rekenvoorbeeld – én je krijgt het wettelijk minimum van 8 procent vakantiegeld.
In bovenstaande scenario krijg jij 12 x 2.750 x 0,08 = 2.640 euro bruto vakantiegeld.
Het berekenen van het netto vakantiegeld is daarengegen een stuk ingewikkelder, want hoeveel belasting wordt afgetrokken, is afhankelijk van de hoogte van je inkomen en in welke belastingschijf dat inkomen valt. Een tamelijk ingewikkelde rekensom waar we ons maar niet aan zullen wagen.
En dat hoeft gelukkig ook niet. Independer heeft namelijk een rekentool gemaakt waarmee je de verwachte hoogte van jouw vakantiegeld kunt berekenen op basis van jouw situatie.
We vullen de tool even in met wat fictieve bedragen die variëren van 500 euro bruto per maand tot 5000 euro bruto per maand. Daarmee zal de grootste groep lezers zich wel vertegenwoordigd voelen.
In de proefberekeningen gaan we uit van 8 procent vakantiegeld dat is opgebouwd over een volledige periode van 12 maanden. Het gaat om inkomen uit loondienst en de persoon uit het rekenvoorbeeld heeft nog niet de AOW-leeftijd bereikt. Er is géén sprake van andere inkomsten behalve inkomsten uit loondienst.
Je ziet fictieve bruto maandsalarissen en daarachter wat je deze maand netto (bij benadering) aan vakantiegeld kunt verwachten.
Bron: Independer, Rijksoverheid, Sociale Verzekeringsbank
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!