Toppers blijven topinkomens mogelijk houden
09-07-2015
• leestijd 2 minuten
Moeten ook de salarissen van topwetenschappers en unieke talenten als dirigenten of podiumsolisten wel aan banden worden gelegd? Minister Ronald Plasterk, druk in de weer met mogelijke verdere uitbreiding van de Wet Normering Topinkomens (WNT), vraagt het zich af. Dat blijkt uit een brief van de minister van Binnenlandse Zaken aan de Kamer.
Uitzonderingen
Het gaat om mensen die zich volgens Plasterk onderscheiden ,,door hun schaarse specialisme of opleidingsachtergrond of hun unieke beroep, competenties of talenten. Deze zeer diverse specialisten en unieke talenten hebben gemeen dat zij doorgaans beperkt beschikbaar, moeilijk direct te vervangen en door hun schaarste duur zijn.'' Hij denkt ook aan luchtverkeersleiders.
Topfunctionarissen bij de overheid mogen vanaf 2015 niet meer dan 178.000 euro verdienen. De WNT geldt ook voor de salarissen bij semi-publieke organisaties als ziekenhuizen, scholen en publieke omroepen. Wetenschappers en bijvoorbeeld dirigenten, zangers en dansers werken vaak bij instellingen die gedeeltelijk door de overheid worden bekostigd. Toch zit het met hun arbeidssituatie anders, benadrukt Plasterk.
,,Zij worden veelal aangetrokken uit de markt en komen daar vaak ook weer terecht. Bij de categorie specialisten en unieke talenten is bovendien een grote diversiteit zichtbaar van hoe arbeidsverhoudingen zijn vormgegeven: van min of meer reguliere aanstellingen en arbeidsovereenkomsten tot parttime-constructies; contracten met één of juist met meerdere werkgevers of opdrachtgevers.’'
Maximumsalaris
In het regeerakkoord staat dat genoemd maximumsalaris niet alleen moet gelden voor mensen die topfunctionaris heten, maar straks ook voor alle medewerkers. Want anders kan iemand die officieel niet tot de top van het bedrijf behoort, toch een topinkomen verdienen omdat hij of zij wordt gezien als een vakinhoudelijke topper. Plasterk heeft uitgepluisd waar dat gebeurt. Bij gemeenten zitten zestien functionarissen boven de norm, bij de publieke omroep zo'n veertig en in de wetenschap bijna honderd. ANP